Dit laat de Europese Commissie weten naar aanleiding van een rapport van de Europese Rekenkamer, waarin het orgaan harde conclusies trok over de manier waarop de EU omgaat met het stimuleren van intermodaal vervoer in Europa. De Rekenkamer stelt onder andere dat de EU geen realistische en controleerbare doelen heeft gesteld voor de groei van het spoor en de binnenvaart.

De Rekenkamer vindt dat de Europese Commissie doelstellingen moet vastleggen over het vrachtaandeel van de verschillende modaliteiten en hierop ook actief moet controleren. Dit zou voor eind 2024 gerealiseerd moeten zijn. De Europese Commissie wijst deze aanbeveling echter af. Het EU-orgaan stelt namelijk dat het voorstel voor de herziening van de huidige TEN-T verordening die nu op tafel ligt, hierin al voorziet.

In deze herziening van de huidige regelgeving over het door de EU vastgestelde Europese transportnetwerk moet namelijk staan dat de Europese coördinatoren elke vier jaar een nieuw werkplan moeten opstellen waarin uitgebreide informatie wordt gegeven over de staat van de corridor in kwestie en over in hoeverre EU-regels worden nageleefd. Dit moet in nauw overleg met lidstaten gebeuren en informatie over de markt en intermodale terminals meenemen.

Te grote belasting

Ook benoemt de Rekenkamer dat er voor projecten die subsidie van de EU hebben ontvangen vaak niet is genoteerd hoeveel lading er door dit project precies verplaatst kan worden naar het spoor of de binnenvaart. De aanbeveling dat er bij subsidieaanvragen een kwantitatieve inschatting moet worden gegeven van de bijdrage aan de modal shift wijst de Commissie echter af.

Het orgaan is van mening dat dit partijen die hun project promoten te veel belast zonder dat het echt van toegevoegde waarde is voor de selectieprocedure. Men stelt dat dergelijke projecten vaak onderdeel zijn van een groter geheel en dat er bovendien geen gemeenschappelijke methode is waarmee een ‘kwantitatieve waarde’ voor de modal shift kan worden aangetoond. Ook benadrukt de commissie dat partijen bij het aanvragen van subsidie al uitgebreid moeten beargumenteren waarom een project relevant is voor de modal shift.

Nieuwe wetgeving

Daarnaast verstrekken lidstaten en terminals volgens de Rekenkamer te weinig data over de staat van het intermodaal vervoer in Europa en is er wetgeving van kracht die het intermodaal vervoer eerder beperkt dan stimuleert. De Commissie is het hier wel mee eens en stelt belemmeringen in de regelgeving weg te willen nemen zodat het intermodaal vervoer concurrerend kan zijn met wegvervoer.

Het orgaan laat weten beperkende regelgeving te willen herzien en al met verschillende herzieningen bezig te zijn. Zo benadrukt de EU al te werken aan een nieuwe wetgeving over capaciteitsmanagement voor het spoor, waarbij bijvoorbeeld de manier waarop wordt bepaald wie wanneer over welk spoor mag rijden beter aan alle marktwensen wordt aangepast. De Commissie is van plan in de tweede helft van 2023 een wetsvoorstel over dit onderwerp in te dienen.

De Commissie laat ook weten binnen een jaar nadat de nieuwe TEN-T wetgeving wordt aangenomen van plan te zijn richtlijnen te geven aan lidstaten zodat zij een marktonderzoek naar hun huidige en toekomstige intermodale terminals kunnen uitvoeren. Ook wil het EU-orgaan kijken naar mogelijkheden voor meer regelgeving voor het delen van data van lidstaten met de EU. Hoe dit laatste proces precies moet gaan verlopen blijft vooralsnog echter onduidelijk.

18 miljard

Ook verschillende brancheverenigingen reageren op het rapport van de Rekenkamer. Zo zegt UIRR, de Europese branchevereniging voor gecombineerd spoor en wegvervoer het eens te zijn met de observaties van de Rekenkamer. Wel stelt de vereniging op basis van een eigen studie dat de door de EU gestelde doelen voor de modal shift wel degelijk gehaald kunnen worden. Al moet er jaarlijks dan wel een stevig bedrag van 18 miljard euro gestoken worden in spoorinfrastructuur en intermodale voorzieningen en moet wetgeving worden aangepast.

Branchevereniging voor het spoorgoederenvervoer ERFA, beaamt ook de bevindingen van de Rekenkamer. In een verklaring stelt de vereniging dat het spoor als prioriteit gezien moet worden en dat er nu investeringen moeten plaatsvinden in bijvoorbeeld het Europees beveiligingssysteem ERTMS en de Digitale Automatische Koppeling. Ook de European Barge Union, de Europese branchevereniging voor de binnenvaart, onderschrijft de conclusies van de Rekenkamer.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af

Start abonnement