Dat vertelt belangenorganisatie Die Güterbahnen aan zusterpublicatie RailFreight.com. Eerder keurde de BNA een recordverhoging van 16,2% van de TAC’s goed. Volgens de spoorlobby is dit meer dan alle verhogingen van de afgelopen vijf jaar bij elkaar.
De spoorwegmaatschappijen, waaronder DB Infrago, DB Cargo, DB Fernverkehr, Havelländische Eisenbahn, Metrans Rail Deutschland en BBL Logistik, vinden dat de Duitse overheid zich teveel bemoeit met het bepalen van de gebruikerstarieven voor het spoor. Volgens Die Güterbahnen verbiedt de huidige EU-wetgeving wetgevers om de prijzen van infrastructuurbeheerders ‘te specifiek’ te bepalen.
De sector onder druk
Daniela Morling, woordvoerder bij Die Güterbahnen, legt uit dat het huidige Duitse systeem hiermee onterecht een last legt op spoorgoederenvervoer en langeafstandsvervoer. ‘De politieke overeenkomst tussen de federale regering en de Duitse deelstaten beschermt lokale spoorwegmaatschappijen door een strikte limiet op te leggen aan de verhoging van de TAC’s. In 2025 bedraagt de maximale verhoging voor deze bedrijven bijvoorbeeld 0,6%’, voegt ze hieraan toe.
De gebruikersvergoedingen moeten de kosten dekken die DB Infrago maakt, plus een rendement op de investering waar de infrastructuurbeheerder wettelijk recht op heeft om de infrastructuur te onderhouden. Dit bedrag komt neer op zo’n 600 miljoen euro. Naarmate de kosten van DB Infrago en het vereiste rendement op investeringen toenemen, stijgen ook TAC’s mee. ‘Omdat er een strikte limiet is op de verhoging voor lokale passagierstreinen, worden de extra kosten vooral doorberekend aan goederenvervoer per spoor en langeafstandsreizigers’, aldus Morling.
‘De markt subsidieert de staat’
Op dit moment financieren de spoorgoederenvervoerders met betaalde TAC’s onder andere het onderhoud van stations die gebruikt worden door lokale passagierstreinen. ‘De goederenspoorwegen, die vooral door private partijen worden beheerd, subsidiëren hiermee een deel van het regionale vervoer. Terwijl deze kosten eigenlijk bij de federale staten moeten liggen’, voegt ze daaraan toe.
De partijen die een rechtszaak hebben aangespannen, streven naar een beslissing van het Europees Hof van Justitie (ECJ), volgens Die Güterbahnen. ‘Ons doel is eigenlijk dat de zaak wordt doorverwezen naar het Europees Hof van Justitie. Ofwel de Administratieve Rechtbank van Keulen of de Federale Administratieve Rechtbank zou de kwestie moeten doorverwijzen naar het ECJ voor verduidelijking. Zij zullen dan beslissen of het in strijd is met het Europese recht’, concludeert Morling.
Dit artikel verscheen eerder op RailFreight.com