Wel vinden de ministers de EG-commissie bij deze kwestie veel te eigengereid. EG-commissaris Karel Van Miert houdt bij hoog en bij laag vol dat het onderhandelen met derde landen over de luchtvaart een handelsaangelegenheid is (artikel 113 van het EG-verdrag). Dat betekent dat de Commissie veel vrijheid heeft bij dergelijke onderhandelingen.
De EG-ministers zijn het daarmee zeer oneens. Dit zou een precedent zijn voor volgende gevallen. Zij hebben daarom gisteren het akkoord met de twee Scandinavische landen op basis van een ander verdragsartikel (artikel 84) goedgekeurd. Om de zaak niet langer te laten aanslepen, besloten de twaalf ministers en Van Miert nu om het laatste woord te geven aan het Europese Parlement.
Het akkoord met de Noren en Zweden kan overigens van korte duur zijn als de EG met alle EVA-landen op 21 oktober een akkoord bereikt over een Economische Europese Ruimte (EER) vanaf 1993. Dit EER-akkoord hangt onder meer af van een oplossing voor de transit bij het wegtransport door Oostenrijk en Zwitserland. Intussen stelden de EG-ministers zich gisteren ten doel om het derde pakket voor de liberalisering van het luchtvervoer in juni 1992 rond te hebben. Onder voorzitterschap van minister Maij-Weggen houden zij half december een eerste ministerieel debat over deze kwestie.
Het pakket bevat onder meer vrije cabotage, toegang tot de markt, luchtvaarttarieven en exploitatietarieven. Ook wil de Europese Commissie namens de EG met derde landen onderhandelen over landingsrechten. De protesten tegen het pakket zijn niet van de lucht. Alle ’toeristen’- landen verzetten zich tegen de cabotage. Ook de Association of European Airlines (AEA) gaf vorige week van haar ongenoegen blijk bij Van Miert. AEA vindt het onrechtvaardig dat grote luchtvaartmaatschappijen plaats moeten maken voor kleinere.
De ministers werden het gisteren eens om de door de Joint Aviation Authorities (JAA) voorgestelde maatregelen op te nemen in de EG- wetgeving. Daardoor zullen de verschillen tussen nationale voorschriften verdwijnen. Tevens namen de ministers gisteren een richtlijn aan om elkaars diploma’s te erkennen voor het cockpitpersoneel.
Door Gerda van Utenhove
U las zojuist één van de gratis premium artikelen
Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af
Bent u al abonnee?