Ook wil de Raad inzicht in de gevolgen van de heffing voor de bedrijven. De adviseurs zijn verdeeld over de vraag of de minister in 1992 mag beginnen met de invoering van de ‘ecologisering’ van het belastingstelsel. Een deel stemt hiermee in, een ander deel wil er pas over nadenken als de voor- en nadelen van de heffing zijn onderzocht.
De Raad neemt morgen een besluit over de ontwerp-reactie op de notitie van het kabinet. De regering stelt hierin voor om milieu-uitgaven niet meer te bekostigen uit de algemene middelen maar uit de opbrengst van algemene bestemmingsheffingen op brandstoffen van de Wet algemene bepalingen milieuhygiene (Wabm). De nieuwe heffingsstructuur betekent een vervanging van de bestaande brandstofheffingen door een milieu- bestemmingsbelasting.
Orde
De Raad heeft er begrip voor dat de overheid door de heffingen haar eigen financien op orde wil brengen. Tegelijkertijd ontstaat het gevaar dat ‘de heffingen speelbal worden van de problemen met de overheidsfinancien’. Hierdoor dreigt het beginsel van ‘de vervuiler betaalt’ te verwateren.
De kritiek van de CRMH spitst zich echter vooral toe op de besteding van de milieugelden. De overheid heeft hierin te zeer de vrije hand, zo vreest het adviescollege. Dit komt doordat de nieuwe wetgeving het tot nu toe bestaande onderscheid laat schieten tussen directe en indirecte uitgaven.
“De overheid zal dan de opbrengst van de milieubestemmingsheffing vrijelijk kunnen besteden voor alle (indirecte en directe) milieu- uitgaven. ” Volgens de Raad doet dit geen recht aan de strikte toepassing van het beginsel dat de vervuiler betaalt. Dit heeft fnuikende gevolgen voor het welslagen van het milieubeleid. “Het kan een demotiverende invloed hebben op de maatschappelijke organisaties” , schrijft de Raad.
Tarieven
De notitie ‘bekostiging milieubeleid’ heeft volgens de CRMH de ontwikkeling van de tarieven enigszins verhelderd. Het kabinet wil de tarieven fors verhogen, met uitzondering van de gelode lichte olie en de dieselolie die op het huidige niveau mogen blijven. De Raad vindt deze maatregel niet zo logisch. “Ligt het niet voor de hand – gelet op de milieuvervuiling door het verkeer – de brandstofheffingen en accijnzen op alle motorbrandstoffen evenredig te laten toenemen” , stelt hij.
De CRMH wil door een onderzoek ‘op micro-niveau’ laten vaststellen of de heffing leidt tot een lastenverzwaring of -verlichting voor de betrokken bedrijven. Deze gegevens moeten snel beschikbaar zijn. “Inzicht in deze effecten op de economische positie van de diverse sectoren is van groot belang voor de evenwichtige beoordeling van het milieubeleid.”
U las zojuist één van de gratis premium artikelen
Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af
Bent u al abonnee?