De groei viel lager uit dan economen hadden verwacht. Zij hadden gerekend op een stijging van het Chinese bruto binnenlands product (bbp) met 7,1 procent. In het eerste kwartaal groeide de op een na grootste economie ter wereld met 4,5 procent. Wanneer wordt gekeken naar de groei op kwartaalbasis, groeide de economie in april tot en met juni slechts met 0,8 procent. Dat is minder dan de groei van 2,2 procent in de maanden januari tot en met maart.

“Hoewel de economie herstelde in het tweede kwartaal, zijn de wereldwijde politieke en economische situaties gecompliceerd en zijn het herstel en de ontwikkeling van de binnenlandse economie nog steeds niet solide”, verklaarde het Chinese statistiekbureau. China kampt met grote economische uitdagingen, waaronder het dreigende vooruitzicht van deflatie, dalende exporten en een crisis in de vastgoedsector.

De roep om meer steunmaatregelen door de Chinese overheid om het afzwakkende herstel van de coronapandemie aan te jagen neemt dan ook steeds meer toe. Naast de tegenvallende economische groei bleek namelijk ook dat de Chinese winkelverkopen in juni met slechts 3,1 procent zijn gestegen ten opzichte van vorig jaar. In mei was nog sprake van een stijging van de winkelverkopen met 12,7 procent. Ook steeg de werkloosheid onder Chinese jongeren in juni naar een record van 21,3 procent, van 20,8 procent in mei.

De Chinese economie groeide in heel 2022 met 3 procent. Dat was het op een na laagste tempo sinds de jaren 70. Beijing had zichzelf een groeidoel gesteld van 5,5 procent voor 2022. Voor dit jaar hanteert de overheid een groeidoel van 5 procent. Dat is het laagste niveau in decennia.