De havenbeheerder van Zwolle, Kampen en Meppel voorziet ondanks deze eenmalige tegenvaller nog altijd toekomstige groei en is op zoek naar extra ruimte voor uitbreiding, zowel in de haven als buiten het huidige gebied. ‘Dat onderzoek is nog gaande en ik kan er nu nog niet veel over zeggen. Zodra we meer weten, leggen we de uitkomsten voor aan de drie gemeenteraden’, aldus Van den Ende. ‘We hebben voldoende bedrijven die hier naar toe willen, maar de ruimte is beperkt.’

‘Verder bekijken we of onze huidige rechtsvorm nog wel voldoet. We zijn een coöperatie, maar misschien moeten we er wel een NV of BV van maken? Dat hebben we met de markt onderzocht en op dit moment denken we als coöperatie nog voldoende slagkracht te hebben.’

Kornwerderzand

De status van de Kornwerderzand Sluis – een voor Port of Zwolle erg belangrijke ontwikkeling – kwam uiteraard ook aan bod. ‘We zullen toch wel weer wat moeten gaan lobbyen’, kondigde de havendirecteur aan. ‘Er zijn problemen en uitdagingen waar we wat mee moeten. Dat heeft te maken met zoutinlaat en het verziltende IJsselmeer.’

Toch zijn er ook al concrete ontwikkelingen in gang gezet in het havengebied. Van den Ende: ‘Er is een vergunning afgegeven voor een waterstoffabriek. Daar zijn we heel blij mee. Ook zijn we met diverse partijen bezig om Europese subsidies te krijgen voor lokale ontwikkelingen, zoals een spoorterminal, kades, infrastructuur voor het vervoer over water en de Noordoostcorridor. Daar zijn we mee bezig, maar dat zijn hele dure onderzoeken. Het grootste risico voor onze havens is dat we onvoldoende investeren in de fysieke infrastructuur en daardoor onze bereikbaarheid in het geding komt. Als we niet over de juiste diepgang en kades beschikken of sluizen en bruggen werken niet, dan hebben we hier een groot probleem.’

Ondermijning

Dat drugscriminelen in grote havensteden als Rotterdam en Antwerpen zeer actief zijn, is voor niemand onbekend. Toch is ook Port of Zwolle niet blind voor dit gevaar. Het havenbedrijf laat daarom op dit moment een criminaliteitsscan uitvoeren. ‘Dat is nog in het beginstadium. Het is belangrijk dat we weten wat er aan de hand is.’ Dat vond ook de Zwolse burgemeester Peter Snijders: ‘Ik weet niet precies wat er allemaal in onze havengebieden gebeurt, maar ik ben er niet gerust op.’

Tekst gaat verder onder de foto.

In Rotterdam bestaat er al heel wat ervaring met het tegengaan van pogingen tot ondermijning bij de terminals. ‘Iedereen kent het probleem van de insluipers. Als de douane een container selecteert voor een scan, triggert dat een paniekreactie bij de criminelen om de drugs er zo snel mogelijk uit te halen. Zonder zo’n scan komt er geen crimineel op de terminal, want het risico om gepakt te worden is veel te groot’, vertelde Francois Bello, coo bij ECT Rotterdam. ‘Normaliter worden de drugs er pas later in het proces uitgehaald en dan hebben we er geen zicht op. We moeten ons realiseren dat het overal aanwezig is.’

Om ervoor te zorgen dat de werkvloer niet geïnfecteerd wordt door criminelen, laat ECT nieuwe medewerkers screenen. Bello: ‘Sommigen op een basisniveau, maar bij anderen vragen we een extern bureau om specifiek onderzoek te doen. Dan worden bijvoorbeeld sociale profielen helemaal nagelopen. En bij hele belangrijke posities vindt er een zeer zware screening plaats, dan gaat het om zo’n vijf tot tien functies binnen onze organisatie.’

Toenemende risico’s

Ook een lokale gemeente als Meppel heeft maar liefst vier beleidsadviseurs in dienst die zich bezighouden met ondermijning en mogelijke criminele inmenging. Overigens niet alleen op het gebied van logistiek, maar ook bijvoorbeeld mensenhandel en Bibob-kwesties. Toch vrezen ook zij voor toenemende risico’s op ondermijning bij de logistieke havenbedrijven in Zwolle, Kampen en Meppel.

‘Criminelen maken ook gebruik van onze infrastructuur en lokale bedrijven, we weten dat dit gebeurt’, vertelde Kevin Boef, adviseur ondermijning gemeente Meppel. ‘De lessen die in Rotterdam zijn opgedaan, moeten we hier vertalen om niet helemaal opnieuw te hoeven beginnen. Hoe eerder wij beginnen met de bewustwording, hoe weerbaarder onze lokale ondernemers ertegen zijn.’