Dit meldt de Sueddeutsche Zeitung naar aanleiding van een plan voor de noodlijdende spooronderneming van de Duitse politieke partijen CDU en CSU waarin dit wordt voorgesteld. Hierin was ook opgenomen dat de winstgevende expeditiedochter DB Schenker juist wel bij het moederbedrijf moet blijven. Het adviesbureau meldt in de krant het eens te zijn met het plan dat de partijen hebben opgesteld.
‘De voordelen van een volledige scheiding van de divisies vervoer en infrastructuur wegen op tegen de nadelen. Het doel moet zijn om de beheerders en de gebruikers van de infrastructuur van elkaar te scheiden. Uiteindelijk hebben we dan een bedrijf dat alleen geïnteresseerd is in het goed laten functioneren van het netwerk. Dan zijn er geen prikkels meer om concurrenten op het netwerk te hinderen’, laat Jürgen Kühling, voorzitter van de commissie, aan de krant weten.
Een halve stap
Volgens het plan dat de twee politieke partijen op tafel hebben gelegd, moet er los van Deutsche Bahn een apart staatsbedrijf komen dat verantwoordelijk is voor de Duitse infrastructuur. Hierin moet de Duitse spoorbeheerder DB Netz opgenomen worden samen met de DB-dochters die verantwoordelijk zijn voor het beheer van de stations en de energievoorziening. Het vracht- en passagiersvervoer, waaronder ook de verlieslijdende goederendochter DB Cargo en expeditiedochter DB Schenker, moeten volgens dit plan bij het moederbedrijf blijven.
‘Als internationaal actieve logistieke dienstverlener moet DB Schenker in handen van de staat blijven. Dit is van strategisch belang, vooral met het oog op concurrenten als China’, zo benadrukten de politieke partijen bovendien over DB Schenker. Op dit moment lopen er echter juist plannen om DB Schenker te verkopen, zodat DB zich op haar kernactiviteiten in het spoorvervoer kan focussen. De expeditiedochter was desondanks verantwoordelijk voor een groot deel van de winst die het moederbedrijf vorig jaar maakte.
In het Duitse regeerakkoord werd anderhalf jaar geleden al afgesproken dat DB Netz en DB Station & Service samengevoegd gaan worden tot een infrastructuurdivisie. Dit moet op 1 januari 2024 gerealiseerd zijn. Volgens de huidige plannen moet deze divisie echter wel onder de paraplu blijven van het moederbedrijf. Kühling noemt dit plan ‘een stap in de goede richting, maar slechts een halve stap’.
U las zojuist één van de gratis premium artikelen
Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af
Bent u al abonnee?