Halvering aantal incidenten met lekkende ketelwagens op spoor

cijfers ILT

Het aantal lekkende ketelwagens op het spoor is in 2022 bijna gehalveerd ten opzichte van het jaar ervoor. Dat blijkt uit cijfers van de Inspectiedienst Leefomgeving en Transport (ILT). De lekkages vinden vooral plaats doordat afsluiters van de wagons in kwestie niet goed dichtgedraaid zijn of defect zijn.

Foto: Shutterstock

Over heel 2022 heeft de organisatie 41 meldingen binnengekregen over lekkende ketelwagens. In 2021 ging het nog om 78 meldingen. Al met al is de hoeveelheid meldingen vorig jaar dus met ruim 47% afgenomen ten opzichte van 2021. Dit jaar zijn er tot en met begin september 29 meldingen bij de ILT binnengekomen. Volgens de inspectiedienst is het aantal meldingen in de jaren hiervoor niet significant toe- of afgenomen.

Hoewel het aantal incidenten in ieder geval recent zijn afgenomen, komen dit soort situaties nog steeds regelmatig voor. Een voorbeeld van een ‘druppellekkage’ vond afgelopen juli plaats, toen bleek dat er een kleine hoeveelheid ethanol uit twee wagons lekte. Hoewel dit specifieke incident snel kon worden opgelost, liet ProRail-woordvoerder Martijn de Graaf weten dat dergelijke lekkages ‘elke maand wel een keer plaatsvinden’. Uit de cijfers van de inspectiedienst wordt duidelijk dat dergelijke incidenten zelfs nog vaker voorkomen.

In dit geval was er volgens ProRail sprake van twee lekkende ketelwagens, waarvan één volledig leeg was, maar er nog wat restvloeistof aanwezig was in de standpijp die op de wagen was aangesloten en waardoor vloeistof naar buiten stroomde. Bij deze wagen was geen sprake van een defect en de standpijp is schoongemaakt. De tweede wagen was defect, waardoor er een beetje ethanol kon lekken. De lekkage kon met een noodmaatregel gestopt worden en de wagon is daarna teruggegaan naar de verlader voor definitieve reparatie.

Zeer hoog gevarenpotentieel

De Graaf benadrukte dat elke trein wordt gecheckt voor hij gaat rijden en opnieuw wanneer hij terugkomt van een rit. Er is volgens De Graaf echter absoluut geen sprake van een onveilige situatie. ‘Het gaat om hele kleine hoeveelheden. Ethanol verdampt bovendien snel en veroorzaakt over het algemeen geen problemen’, zo stelt hij over dit incident.

Spoorbeheerder ProRail is verplicht dergelijke ‘druppellekkages’ aan ILT te melden. Hiervan is volgens de inspectiedienst sprake als ‘een gevaarlijke vloeistof lekt uit een tankcontainer of een reservoirwagen op het spoor’. Dergelijke lekkages komen vooral voor op ‘locaties waar ook rangeerhandelingen worden uitgevoerd en waar dus personeel langs de wagens loopt’, zoals de havenemplacementen, Kijfhoek en Venlo. De incidenten worden over het algemeen veroorzaakt door defecte of niet goed afgesloten afsluiters van de tankcontainer of reservoirwagen in kwestie, aldus de inspectiedienst.

De stoffen die volgens de ILT regelmatig betrokken zijn geweest bij lekkages zijn ethanol, methanol, milieugevaarlijke stof N.E.G., een groepsnaam voor een aantal stoffen zoals bijvoorbeeld olie en verf, en Styreen. De organisatie benadrukt wel dat gevaarlijke stoffen met ‘een zeer hoog gevarenpotentieel’ niet betrokken zijn bij druppellekkages en dat er geen grote lekkages zijn geweest.

Desondanks zijn dergelijke ‘druppellekkages’ volgens het ILT ook niet volledig zonder risico. Afhankelijk van het type stof, meldt de toezichthouder dat mensen in de directe omgeving klachten kunnen krijgen en dat er bij brandbare stoffen brand kan ontstaan. Ook milieuschade is een risico. Daarnaast benadrukt de toezichthouder nog dat bij het onderzoek naar de oorzaak van druppellekkage oponthoud kan ontstaan op de emplacementen, met extra kosten en vertragingen voor het spoorgoederenvervoer tot gevolg.

Heel klein

‘De risico’s van een druppellekkage hangen af van welke gevaarlijke vloeistof er lekt. Bij brandbare stoffen bestaat het risico op brand of explosie. Bij het inademen van gevaarlijke stoffen kunnen mensen in de directe omgeving onwel worden. Maar het zijn meestal zulke kleine hoeveelheden dat dit risico heel klein is. Tevens zijn er risico’s voor het milieu, bijvoorbeeld verontreiniging van de bodem en/ of grondwater’, zo verduidelijkt de DCMR Milieudienst Rijnmond de risico’s van dergelijke druppellekkages.

ProRail benadrukt dat de verantwoordelijkheid voor een lekkage ligt bij de vervoerder. Dit bevestigt ILT. Deze laat weten dat de partij die de wagon vult verantwoordelijk is voor het sluiten van de reservoirwagens en de bijbehorende checks. Daarnaast moet de vervoerder controleren op lekkages en moet degene die de lading lost de afsluiter weer goed sluiten.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af

Start abonnement

Halvering aantal incidenten met lekkende ketelwagens op spoor | NT

Halvering aantal incidenten met lekkende ketelwagens op spoor

cijfers ILT

Het aantal lekkende ketelwagens op het spoor is in 2022 bijna gehalveerd ten opzichte van het jaar ervoor. Dat blijkt uit cijfers van de Inspectiedienst Leefomgeving en Transport (ILT). De lekkages vinden vooral plaats doordat afsluiters van de wagons in kwestie niet goed dichtgedraaid zijn of defect zijn.

Foto: Shutterstock

Over heel 2022 heeft de organisatie 41 meldingen binnengekregen over lekkende ketelwagens. In 2021 ging het nog om 78 meldingen. Al met al is de hoeveelheid meldingen vorig jaar dus met ruim 47% afgenomen ten opzichte van 2021. Dit jaar zijn er tot en met begin september 29 meldingen bij de ILT binnengekomen. Volgens de inspectiedienst is het aantal meldingen in de jaren hiervoor niet significant toe- of afgenomen.

Hoewel het aantal incidenten in ieder geval recent zijn afgenomen, komen dit soort situaties nog steeds regelmatig voor. Een voorbeeld van een ‘druppellekkage’ vond afgelopen juli plaats, toen bleek dat er een kleine hoeveelheid ethanol uit twee wagons lekte. Hoewel dit specifieke incident snel kon worden opgelost, liet ProRail-woordvoerder Martijn de Graaf weten dat dergelijke lekkages ‘elke maand wel een keer plaatsvinden’. Uit de cijfers van de inspectiedienst wordt duidelijk dat dergelijke incidenten zelfs nog vaker voorkomen.

In dit geval was er volgens ProRail sprake van twee lekkende ketelwagens, waarvan één volledig leeg was, maar er nog wat restvloeistof aanwezig was in de standpijp die op de wagen was aangesloten en waardoor vloeistof naar buiten stroomde. Bij deze wagen was geen sprake van een defect en de standpijp is schoongemaakt. De tweede wagen was defect, waardoor er een beetje ethanol kon lekken. De lekkage kon met een noodmaatregel gestopt worden en de wagon is daarna teruggegaan naar de verlader voor definitieve reparatie.

Zeer hoog gevarenpotentieel

De Graaf benadrukte dat elke trein wordt gecheckt voor hij gaat rijden en opnieuw wanneer hij terugkomt van een rit. Er is volgens De Graaf echter absoluut geen sprake van een onveilige situatie. ‘Het gaat om hele kleine hoeveelheden. Ethanol verdampt bovendien snel en veroorzaakt over het algemeen geen problemen’, zo stelt hij over dit incident.

Spoorbeheerder ProRail is verplicht dergelijke ‘druppellekkages’ aan ILT te melden. Hiervan is volgens de inspectiedienst sprake als ‘een gevaarlijke vloeistof lekt uit een tankcontainer of een reservoirwagen op het spoor’. Dergelijke lekkages komen vooral voor op ‘locaties waar ook rangeerhandelingen worden uitgevoerd en waar dus personeel langs de wagens loopt’, zoals de havenemplacementen, Kijfhoek en Venlo. De incidenten worden over het algemeen veroorzaakt door defecte of niet goed afgesloten afsluiters van de tankcontainer of reservoirwagen in kwestie, aldus de inspectiedienst.

De stoffen die volgens de ILT regelmatig betrokken zijn geweest bij lekkages zijn ethanol, methanol, milieugevaarlijke stof N.E.G., een groepsnaam voor een aantal stoffen zoals bijvoorbeeld olie en verf, en Styreen. De organisatie benadrukt wel dat gevaarlijke stoffen met ‘een zeer hoog gevarenpotentieel’ niet betrokken zijn bij druppellekkages en dat er geen grote lekkages zijn geweest.

Desondanks zijn dergelijke ‘druppellekkages’ volgens het ILT ook niet volledig zonder risico. Afhankelijk van het type stof, meldt de toezichthouder dat mensen in de directe omgeving klachten kunnen krijgen en dat er bij brandbare stoffen brand kan ontstaan. Ook milieuschade is een risico. Daarnaast benadrukt de toezichthouder nog dat bij het onderzoek naar de oorzaak van druppellekkage oponthoud kan ontstaan op de emplacementen, met extra kosten en vertragingen voor het spoorgoederenvervoer tot gevolg.

Heel klein

‘De risico’s van een druppellekkage hangen af van welke gevaarlijke vloeistof er lekt. Bij brandbare stoffen bestaat het risico op brand of explosie. Bij het inademen van gevaarlijke stoffen kunnen mensen in de directe omgeving onwel worden. Maar het zijn meestal zulke kleine hoeveelheden dat dit risico heel klein is. Tevens zijn er risico’s voor het milieu, bijvoorbeeld verontreiniging van de bodem en/ of grondwater’, zo verduidelijkt de DCMR Milieudienst Rijnmond de risico’s van dergelijke druppellekkages.

ProRail benadrukt dat de verantwoordelijkheid voor een lekkage ligt bij de vervoerder. Dit bevestigt ILT. Deze laat weten dat de partij die de wagon vult verantwoordelijk is voor het sluiten van de reservoirwagens en de bijbehorende checks. Daarnaast moet de vervoerder controleren op lekkages en moet degene die de lading lost de afsluiter weer goed sluiten.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af

Start abonnement