De meest recente cijfers laten zien dat 1991 naar alle waarschijnlijkheid een recordjaar zal worden voor de fruitsector. Uit cijfers van het Studiecentrum voor de Expansie van Antwerpen blijkt dat gedurende het eerste halfjaar ruim 916.000 ton fruit is behandeld, een stijging van zestien procent ten opzichte van de 790.000 ton in de eerste helft van vorig jaar.
Uit de cijfers blijkt voorts dat de nadruk in de fruitoverslag op de eerste helft van het jaar ligt. Van het totaal van 1.390.000 ton werd bijna zestig procent (56,9 procent om precies te zijn) gedurende de eerste zes maanden behandeld. Als die verhouding dit jaar ongewijzigd blijft, zal de totale fruitoverslag dit jaar uitkomen op ruim 1,6 miljoen ton. De groei in de eerste helft van het jaar is overigens vrijwel gelijk aan de groei vorig jaar, toen de totale overslag met zeventien procent groeide ten opzichte van de 1.188.000 ton van 1989.
Wie precies wil weten waar al dat fruit vandaan komt, zal daar zelf veel onderzoek en rekenwerk in moet steken. Het Studiecentrum voor de Expansie van de Haven van Antwerpen (SEA) weet het namelijk niet precies. Deze instelling, die afhangt van de werkgeversorganisatie AGHA, beschikt weliswaar over nauwkeurige en betrouwbare totaalcijfers, maar moet het stellen met gebrekkige detailcijfers.
Dat komt omdat de totaalcijfers worden geleverd door de Havenkapiteinsdienst, die nauwgezet bijhoudt hoeveel ton en wat voor soort lading er wordt overgeslagen. Andere gegevens, zoals land van herkomst, factuurwaarde, et cetera worden echter niet door deze dienst bijgehouden. Daarvoor is de SEA afhankelijk van de gegevens van het Nationaal Instituut voor de Statistiek (NIS), dat op haar beurt weer afhankelijk is van de de douane. De laatste administreert alle in-, uit- en doorvoer-aangiften en verwerkt deze statistisch.

Personeelsprobleem

En daar knelt de schoen. De Antwerpse douane worstelt al jaren met een immens personeelsprobleem, dat de laatste twee jaar alleen maar erger is geworden. Gezien de onzekerheid die ‘1993’ met zich meebrengt, ziet het er ook niet naar uit dat de problemen bij de douane binnenkort opgelost kunnen worden. Onderzoeker Foulon: “Daardoor zitten we met de situatie dat we over de laatste twee jaar de grote lijn weliswaar goed kunnen weergeven, maar dat we geen betrouwbare uitsplitsingen kunnen geven.” Volgens Foulon heeft het personeelstekort vooral negatieve gevolgen voor de doorvoer, die in de huidige statistieken stelselmatig wordt ondergeschat.
Als gevolg daarvan valt er wat betreft de landen van herkomst alleen een soort ranglijst op te maken, waarbij wel een onderscheid valt te maken aan de hand van het soort fruit. Wat de verschillende soorten fruit betreft, het is zonneklaar dat de bananen veruit de belangrijkste vrucht is, met een totaalcijfer van ruim 600.000 ton. Ook voor dit cijfer geldt overigens dat het veel te laag is, omdat het doorvoercijfer van 518.725 ton niet klopt.
Aangezien de afwijking voor alle soorten fruit min of meer even groot is, valt er wel een rangorde op te maken. Dan blijkt dat ‘overige soorten vers fruit, inclusief noten’, weliswaar tweede op de lijst staat, maar qua tonnage slechts een kwart van de bananen is. Nummer drie zijn de appels en de peren, gevolgd door sinaasappelen en manadarijnen en tenslotte de overige citrusvruchten. De citrusvruchten samen vormen overigens nog niet eentiende van de bananen-aanvoer in tonnen.

Onbekend

Uit de SEA-cijfers blijkt dat de in Antwerpen aangevoerde bananen weliswaar uit een groot aantal landen afkomstig zijn, maar ook dat een paar landen voor het leeuwedeel van de aanvoer zorgen. De onbetwiste nummer een is Panama, die goed is voor bijna eenderde van het totale pakket. Colombia volgt met een ‘marktaandeel’ van bijna een kwart en nummer drie is Ecuador met ongeveer zeventien procent. Samen zijn deze ‘grote drie’ goed voor meer dan zeventig procent van alle in de Scheldehaven geloste bananen. Op eerbiedige afstand volgen dan nog Costa Rica, Honduras en Guatamala. Samen zijn deze drie nog niet half zo groot als Ecuador. Opvallend is overigens de grote hoeveelheid bananen waarvan de herkomst niet bekend is, namelijk bijna vijftien procent van het totaal.
Over de tweede categorie, die van het ‘overige vers fruit, inclusief noten’, vallen gezien de aard van de goederen weinig specifieke uitspraken te doen. Duidelijk is wel dat Ivoorkust er uit springt als grootste leverancier, gevolgd door achtereenvolgens de Verenigde Staten, Zuid-Afrika, Nieuw-Zeeland, Honduras en Israel. Ook hier is weer een opvallend grote restcategorie van ruim dertien procent, waarvan kennelijk niet duidelijk is waar het vandaan komt.
Bij de sinaasappel- en mandarijnenaanvoer is Israel met afstand de grootste met een ‘marktaandeel’ van ruim 55 procent. Ook Zuid-Afrika is goed voor een fors deel van de aanvoer (zestien procent), gevolgd door Marokko, Zimbabwe en Cyprus. Ook bij de overige citrusvruchten is Israel het belangrijkste land. Daarna volgen Cyprus, Zuid-Afrika, de VS en Turkije. De appel- en perenaanvoer tenslotte wordt vrijwel geheel beheerst door twee landen: Nieuw-Zeeland en Zuid-Afrika. Samen voeren ze ruim 97 procent aan. Waarschijnlijk omdat bijna alle appelen en peren uit deze twee landen komen, is de categorie ‘onbekend’ in dit geval heel klein, namelijk minder dan een procent.

ROB MACKOR

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af

Start abonnement