HES International lijdt in vier jaar tijd 750 miljoen euro verlies

Financiële analyse

Een gigantische afboeking van 268 miljoen euro op de failliete dochter HES Hartel Tank Terminal (HHTT) duwde het Nederlandse op- en overslagbedrijf HES International vorig jaar diep in het rood. Het nettoverlies kwam uit op bijna 233 miljoen euro. Daarmee evenaarde HES bijna het recordverlies uit 2021 van 242 miljoen euro.

Foto: NP / Hollandse Hoogte / Your Captain Luchtfotografie

Dat blijkt uit het jaarverslag van de Rotterdamse terminalgroep over 2022. Een snelle optelsom leert dat HES in amper twee jaar tijd bijna een half miljard euro (475 miljoen euro) aan nettoverliezen bijeen heeft gesprokkeld voor de twee buitenlandse eigenaren: de investeringsfondsen Macquarie Infrastructure and Real Assets (MIRA) en West Street Infrastructure Partners III, onderdeel van de Amerikaanse zakenbank Goldman Sachs. De afgelopen vier jaar werd zelfs 750 miljoen verlies gemaakt.

De twee investeerders namen in 2018 ieder een belang van 50% in HES International, maar wachten sindsdien op zwarte cijfers op die investering, die destijds door Reuters op zo’n 1 tot 2 miljard euro werd geschat.

Extra storting

Het recordverlies uit 2021 en een negatieve balans (-31,3 miljoen euro) noopten de aandeelhouders om twee jaar geleden al via een extra storting van 392 miljoen euro (share premium contribution) financieel bij te springen bij HES. Daardoor stond er eind 2021 weer een positief eigen vermogen (total equity) van 133 miljoen euro in de boeken. Daarvan was eind vorig jaar door de verdere verliezen alweer een groot deel verdampt; er resteerde een eigen vermogen van 22,8 miljoen euro. De kaspositie (130 miljoen euro) bleef ondanks de verliezen nagenoeg gelijk aan die van 2021.

HES International, dat door de verkoop van de Britse haventerminals dit voorjaar nog in vijf Europese landen actief is, met zestien tank- en droge bulkterminals, zit dan ook nog niet direct op zwart zaad, maar in de slipstream van de forse afwaardering van de Hartel-tankterminal komen er mogelijk nog aanvullende claims op het bedrijf af. Zo schrijft de dit voorjaar aangetreden nieuwe algemeen directeur Cees van Gent van HES International in het jaarverslag.

Garantstelling

Van Gent spreekt van een ‘mogelijk effect’ door een garantstelling van maximaal tachtig miljoen euro die HES International heeft afgegeven aan het Havenbedrijf Rotterdam (HbR) voor de bouw van de nu failliete terminal. In dat kader was aan oliemaatschappij BP, de beoogde klant van de nieuwe Hartel-tankterminal, een bankgarantie van dertig miljoen euro verleend. De mogelijke gevolgen uit deze garantstellingen zijn volgens Van Gent (afkomstig van de Duitse dranken-distributeur JF Hillebrand) ‘meegenomen in de assessments’ over 2022. Op basis daarvan is ‘voldoende liquiditeit voor het voortzetten van de activiteiten’, concludeert hij.

Uit de onderliggende jaarstukken blijkt dat het bedrijf ‘in het kader van de garantstellingen’ een bedrag van 13 miljoen euro heeft uitgekeerd aan BP, terwijl het Havenbedrijf een bedrag van bijna 6,3 miljoen euro heeft ontvangen. Deze kosten, in totaal 19,3 miljoen euro, zijn geboekt onder de post ‘algemene en administratieve uitgaven’, valt er verder te lezen in het jaarverslag.

In het directierapport, dat niet bij het gedeponeerde jaarverslag is gevoegd, maar dat NT op het Rotterdamse hoofdkantoor van HES heeft ingezien, wordt overigens gewag gemaakt van een lager bedrag van 18 miljoen euro aan voorzieningen met het oog op de garantstellingen. Het gaat hier volgens HES International ‘om dezelfde bedragen, maar de ene is naar beneden afgerond’.

Verdere navraag bij het bedrijf leert, dat het bij deze bedragen gaat om ‘ontvangen claims per einde 2022’. Over de verwachte hoogte van de uiteindelijke claims van BP en HbR in het kader van de garantstellingen kan het bedrijf ‘geen uitspraken doen’. Het is dan ook niet uit te sluiten dat er verder slecht nieuws volgt voor HES uit de garantstellingen.

HES Hartel Tank Terminal

De HES Hartel Tank Terminal op de Rotterdamse Maasvlakte werd begin van dit jaar failliet verklaard nadat er eind 2022 al surseance was verleend. Een brand in augustus van het vorig jaar en de coronacrisis zijn volgens de directie de hoofdredenen dat de contractuele opleveringstermijn van de nieuwe tankterminal ruimschoots werd overschreden en de geldschieters zich aan het eind van het jaar terugtrokken uit het project. Ook pakte de bouw van de terminal door de hoge inflatie duurder uit dan beoogd, aldus de directie in een feitenrelaas over de ondergang van het dochterbedrijf.

Voor HES International betekende de surseance van betaling dat het bedrijf eind 2022 de controle verloor over het nog niet geheel afgebouwde HHTT en uiteindelijk 268 miljoen euro moest afboeken.

Het gaat daarbij blijkens het directierapport om een ‘intercompany lening’ aan HHTT van 150 miljoen euro en een bedrag van 100 miljoen euro aan afwaarderingen op het failliete dochterbedrijf. Het restant bestaat uit de eerder in het directierapport genoemde kosten uit de garantstellingen aan het Havenbedrijf Rotterdam en BP.

Als schuldeiser op de boedel speelt het bedrijf momenteel overigens nog wel een rol in de afwikkeling van het financiële drama rond de tankterminal. De Rotterdamse curator Carl Hamm zoekt in dit verband al meer dan acht maanden naar een geschikte kapitaalkrachtige koper voor de onfortuinlijke terminal. Vorige maand werd bekend dat zich intussen vier potentiële kopers hebben gemeld voor de Hartel-terminal.

Groei steenkolen

Operationeel spreekt HES International in het jaarverslag van een ‘robuust’ jaar, waarin de Russische invasie van Oekraïne en het stopzetten van de gasleveranties aan Europa door president Poetin ‘een positief effect’ heeft gehad op de kolenopslag-en overslag van HES. Dat is beetje een understatement, want de kolenoverslag van de HES-groep nam explosief toe, van 27,5 miljoen ton in 2021 naar 40,3 miljoen ton vorig jaar, terwijl ook de opslag in de lift zat, van 2,7 miljoen ton naar 4,1 miljoen ton, zo laat het directierapport zien. HES verwacht dat de ‘marktomstandigheid’ rond de toegenomen kolenoverslag zeker tot het midden van dit jaar ‘zal aanhouden’ en ‘waarschijnlijk’ zelfs langer.

Ook de overslag van agri-bulk steeg vorig jaar fors, van 7,5 miljoen ton naar 13,5 miljoen ton. Dat had vooral de maken met de overname van het Amsterdamse overslagbedrijf IGMA in 2021.

Door de sterke vraag en de acquisitie in de Amsterdamse haven nam de omzet van HES International toe van 292 miljoen euro in 2021 naar 378 miljoen vorig jaar. Daarnaast kon er vorig jaar een bedrag van ruim 92 miljoen (2021: 56,7 miljoen euro) aan ‘extra inkomsten’ uit de productie van zwavelarme brandstoffen in Duitsland worden bijgeschreven.

Toegenomen kosten

Tegenover de sterk gestegen inkomsten stonden ook aanzienlijk toegenomen kosten, blijkt uit het jaarverslag. Zo stegen de personeelskosten met bijna een kwart naar 154 miljoen euro, terwijl de post algemeen en administratieve uitgaven verdrievoudigde naar 126,3 miljoen euro. Het ging daarbij blijkens de jaarrekening om onder meer advieskosten voor acquisities, verzekeringen en IT. De netto financieringslasten lieten eveneens een forse stijging zien, van 40,5 miljoen euro naar 127,5 miljoen euro.

Zonder de ‘exceptionele items’ mee te rekenen, leverde dat voor HES een brutobedrijfsresultaat (ebitda) op van bijna 153 miljoen euro, een toename van 36%, schrijft de directie in het bestuursrapport. Het beeld verandert snel als die extra posten wel worden meegerekend. Dan komt HES uit op een negatief bedrijfsresultaat van ruim 48 miljoen euro over 2022. Dat is vergeleken met 2021 nog niet eens zo slecht. Dat boekjaar sloot HES af met het gigantisch operatio­neel verlies van 260 miljoen euro, ruim vijf keer hoger dan vorig jaar.

Het verlies voor belastingen (ebt) kwam intussen uit op 178 miljoen euro (2021: 297 miljoen euro). Een fiscale afdracht van 55 miljoen euro zorgde uiteindelijk onder de streep voor een tegenvallend netto-verlies van 232,6 miljoen euro.

Vier jaar van rode cijfers bij HES:

  • 2019: -62,6 miljoen euro
  • 2020: -213,6 miljoen euro
  • 2021: -242,2 miljoen euro
  • 2022: -232,6 miljoen euro
Koop alle aandelen OBA Bulk levert HES in Amsterdam boekwinstje op

HES International nam vorig jaar het resterende belang (25,05%) in de Amsterdamse OBA Bulkterminal over van OxBow. Die koop bezorgde het Rotterdamse overslagbedrijf niet alleen de volledige controle over de Amsterdamse kolenterminal, maar leverde HES ook nog eens een boekwinstje op van 5,9 miljoen euro, blijkt uit de jaarstukken over 2022.

HES kocht de aandelen voor 1 miljoen euro, maar waardeert het nieuw aangekochte belang van 25,05% in de Amsterdamse kolenterminal op 6,9 miljoen euro.

HES International had al een belang van 74,95% in de OBA Terminal. Daarvan was 50% rechtstreeks via HES Beheer en 24,95% ondergebracht in de OVET-holding, waarin de Rotterdamse havengroep een belang had van 49,9%. Deze laatste joint venture werd in 2022 ’beëindigd’ om een meer heldere financiële en juridische structuur te krijgen voor de Amsterdamse overslagterminal, laat de directie weten. OBA Bulk is, nadat HES de volledige controle heeft gekregen, inmiddels omgedoopt tot HES Bulk Terminal. Onder diezelfde bv valt nu ook de acquisitie van de graanterminal van IGMA, dat in 2021 door HES werd overgenomen.

HES vermeldt in het jaarverslag over 2022 verder, dat het dit voorjaar zijn Britse terminals voor een bedrag van 27,2 miljoen euro heeft verkocht aan Peel Ports Group. Deze terminals stonden voor iets meer dan 9 miljoen euro in de boeken van HES, waardoor het bedrijf op de verkoop in het lopende boekjaar 2023 een boekwinst zal maken van zo’n 18 miljoen euro.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af

Start abonnement

HES International lijdt in vier jaar tijd 750 miljoen euro verlies | NT

HES International lijdt in vier jaar tijd 750 miljoen euro verlies

Financiële analyse

Een gigantische afboeking van 268 miljoen euro op de failliete dochter HES Hartel Tank Terminal (HHTT) duwde het Nederlandse op- en overslagbedrijf HES International vorig jaar diep in het rood. Het nettoverlies kwam uit op bijna 233 miljoen euro. Daarmee evenaarde HES bijna het recordverlies uit 2021 van 242 miljoen euro.

Foto: NP / Hollandse Hoogte / Your Captain Luchtfotografie

Dat blijkt uit het jaarverslag van de Rotterdamse terminalgroep over 2022. Een snelle optelsom leert dat HES in amper twee jaar tijd bijna een half miljard euro (475 miljoen euro) aan nettoverliezen bijeen heeft gesprokkeld voor de twee buitenlandse eigenaren: de investeringsfondsen Macquarie Infrastructure and Real Assets (MIRA) en West Street Infrastructure Partners III, onderdeel van de Amerikaanse zakenbank Goldman Sachs. De afgelopen vier jaar werd zelfs 750 miljoen verlies gemaakt.

De twee investeerders namen in 2018 ieder een belang van 50% in HES International, maar wachten sindsdien op zwarte cijfers op die investering, die destijds door Reuters op zo’n 1 tot 2 miljard euro werd geschat.

Extra storting

Het recordverlies uit 2021 en een negatieve balans (-31,3 miljoen euro) noopten de aandeelhouders om twee jaar geleden al via een extra storting van 392 miljoen euro (share premium contribution) financieel bij te springen bij HES. Daardoor stond er eind 2021 weer een positief eigen vermogen (total equity) van 133 miljoen euro in de boeken. Daarvan was eind vorig jaar door de verdere verliezen alweer een groot deel verdampt; er resteerde een eigen vermogen van 22,8 miljoen euro. De kaspositie (130 miljoen euro) bleef ondanks de verliezen nagenoeg gelijk aan die van 2021.

HES International, dat door de verkoop van de Britse haventerminals dit voorjaar nog in vijf Europese landen actief is, met zestien tank- en droge bulkterminals, zit dan ook nog niet direct op zwart zaad, maar in de slipstream van de forse afwaardering van de Hartel-tankterminal komen er mogelijk nog aanvullende claims op het bedrijf af. Zo schrijft de dit voorjaar aangetreden nieuwe algemeen directeur Cees van Gent van HES International in het jaarverslag.

Garantstelling

Van Gent spreekt van een ‘mogelijk effect’ door een garantstelling van maximaal tachtig miljoen euro die HES International heeft afgegeven aan het Havenbedrijf Rotterdam (HbR) voor de bouw van de nu failliete terminal. In dat kader was aan oliemaatschappij BP, de beoogde klant van de nieuwe Hartel-tankterminal, een bankgarantie van dertig miljoen euro verleend. De mogelijke gevolgen uit deze garantstellingen zijn volgens Van Gent (afkomstig van de Duitse dranken-distributeur JF Hillebrand) ‘meegenomen in de assessments’ over 2022. Op basis daarvan is ‘voldoende liquiditeit voor het voortzetten van de activiteiten’, concludeert hij.

Uit de onderliggende jaarstukken blijkt dat het bedrijf ‘in het kader van de garantstellingen’ een bedrag van 13 miljoen euro heeft uitgekeerd aan BP, terwijl het Havenbedrijf een bedrag van bijna 6,3 miljoen euro heeft ontvangen. Deze kosten, in totaal 19,3 miljoen euro, zijn geboekt onder de post ‘algemene en administratieve uitgaven’, valt er verder te lezen in het jaarverslag.

In het directierapport, dat niet bij het gedeponeerde jaarverslag is gevoegd, maar dat NT op het Rotterdamse hoofdkantoor van HES heeft ingezien, wordt overigens gewag gemaakt van een lager bedrag van 18 miljoen euro aan voorzieningen met het oog op de garantstellingen. Het gaat hier volgens HES International ‘om dezelfde bedragen, maar de ene is naar beneden afgerond’.

Verdere navraag bij het bedrijf leert, dat het bij deze bedragen gaat om ‘ontvangen claims per einde 2022’. Over de verwachte hoogte van de uiteindelijke claims van BP en HbR in het kader van de garantstellingen kan het bedrijf ‘geen uitspraken doen’. Het is dan ook niet uit te sluiten dat er verder slecht nieuws volgt voor HES uit de garantstellingen.

HES Hartel Tank Terminal

De HES Hartel Tank Terminal op de Rotterdamse Maasvlakte werd begin van dit jaar failliet verklaard nadat er eind 2022 al surseance was verleend. Een brand in augustus van het vorig jaar en de coronacrisis zijn volgens de directie de hoofdredenen dat de contractuele opleveringstermijn van de nieuwe tankterminal ruimschoots werd overschreden en de geldschieters zich aan het eind van het jaar terugtrokken uit het project. Ook pakte de bouw van de terminal door de hoge inflatie duurder uit dan beoogd, aldus de directie in een feitenrelaas over de ondergang van het dochterbedrijf.

Voor HES International betekende de surseance van betaling dat het bedrijf eind 2022 de controle verloor over het nog niet geheel afgebouwde HHTT en uiteindelijk 268 miljoen euro moest afboeken.

Het gaat daarbij blijkens het directierapport om een ‘intercompany lening’ aan HHTT van 150 miljoen euro en een bedrag van 100 miljoen euro aan afwaarderingen op het failliete dochterbedrijf. Het restant bestaat uit de eerder in het directierapport genoemde kosten uit de garantstellingen aan het Havenbedrijf Rotterdam en BP.

Als schuldeiser op de boedel speelt het bedrijf momenteel overigens nog wel een rol in de afwikkeling van het financiële drama rond de tankterminal. De Rotterdamse curator Carl Hamm zoekt in dit verband al meer dan acht maanden naar een geschikte kapitaalkrachtige koper voor de onfortuinlijke terminal. Vorige maand werd bekend dat zich intussen vier potentiële kopers hebben gemeld voor de Hartel-terminal.

Groei steenkolen

Operationeel spreekt HES International in het jaarverslag van een ‘robuust’ jaar, waarin de Russische invasie van Oekraïne en het stopzetten van de gasleveranties aan Europa door president Poetin ‘een positief effect’ heeft gehad op de kolenopslag-en overslag van HES. Dat is beetje een understatement, want de kolenoverslag van de HES-groep nam explosief toe, van 27,5 miljoen ton in 2021 naar 40,3 miljoen ton vorig jaar, terwijl ook de opslag in de lift zat, van 2,7 miljoen ton naar 4,1 miljoen ton, zo laat het directierapport zien. HES verwacht dat de ‘marktomstandigheid’ rond de toegenomen kolenoverslag zeker tot het midden van dit jaar ‘zal aanhouden’ en ‘waarschijnlijk’ zelfs langer.

Ook de overslag van agri-bulk steeg vorig jaar fors, van 7,5 miljoen ton naar 13,5 miljoen ton. Dat had vooral de maken met de overname van het Amsterdamse overslagbedrijf IGMA in 2021.

Door de sterke vraag en de acquisitie in de Amsterdamse haven nam de omzet van HES International toe van 292 miljoen euro in 2021 naar 378 miljoen vorig jaar. Daarnaast kon er vorig jaar een bedrag van ruim 92 miljoen (2021: 56,7 miljoen euro) aan ‘extra inkomsten’ uit de productie van zwavelarme brandstoffen in Duitsland worden bijgeschreven.

Toegenomen kosten

Tegenover de sterk gestegen inkomsten stonden ook aanzienlijk toegenomen kosten, blijkt uit het jaarverslag. Zo stegen de personeelskosten met bijna een kwart naar 154 miljoen euro, terwijl de post algemeen en administratieve uitgaven verdrievoudigde naar 126,3 miljoen euro. Het ging daarbij blijkens de jaarrekening om onder meer advieskosten voor acquisities, verzekeringen en IT. De netto financieringslasten lieten eveneens een forse stijging zien, van 40,5 miljoen euro naar 127,5 miljoen euro.

Zonder de ‘exceptionele items’ mee te rekenen, leverde dat voor HES een brutobedrijfsresultaat (ebitda) op van bijna 153 miljoen euro, een toename van 36%, schrijft de directie in het bestuursrapport. Het beeld verandert snel als die extra posten wel worden meegerekend. Dan komt HES uit op een negatief bedrijfsresultaat van ruim 48 miljoen euro over 2022. Dat is vergeleken met 2021 nog niet eens zo slecht. Dat boekjaar sloot HES af met het gigantisch operatio­neel verlies van 260 miljoen euro, ruim vijf keer hoger dan vorig jaar.

Het verlies voor belastingen (ebt) kwam intussen uit op 178 miljoen euro (2021: 297 miljoen euro). Een fiscale afdracht van 55 miljoen euro zorgde uiteindelijk onder de streep voor een tegenvallend netto-verlies van 232,6 miljoen euro.

Vier jaar van rode cijfers bij HES:

  • 2019: -62,6 miljoen euro
  • 2020: -213,6 miljoen euro
  • 2021: -242,2 miljoen euro
  • 2022: -232,6 miljoen euro
Koop alle aandelen OBA Bulk levert HES in Amsterdam boekwinstje op

HES International nam vorig jaar het resterende belang (25,05%) in de Amsterdamse OBA Bulkterminal over van OxBow. Die koop bezorgde het Rotterdamse overslagbedrijf niet alleen de volledige controle over de Amsterdamse kolenterminal, maar leverde HES ook nog eens een boekwinstje op van 5,9 miljoen euro, blijkt uit de jaarstukken over 2022.

HES kocht de aandelen voor 1 miljoen euro, maar waardeert het nieuw aangekochte belang van 25,05% in de Amsterdamse kolenterminal op 6,9 miljoen euro.

HES International had al een belang van 74,95% in de OBA Terminal. Daarvan was 50% rechtstreeks via HES Beheer en 24,95% ondergebracht in de OVET-holding, waarin de Rotterdamse havengroep een belang had van 49,9%. Deze laatste joint venture werd in 2022 ’beëindigd’ om een meer heldere financiële en juridische structuur te krijgen voor de Amsterdamse overslagterminal, laat de directie weten. OBA Bulk is, nadat HES de volledige controle heeft gekregen, inmiddels omgedoopt tot HES Bulk Terminal. Onder diezelfde bv valt nu ook de acquisitie van de graanterminal van IGMA, dat in 2021 door HES werd overgenomen.

HES vermeldt in het jaarverslag over 2022 verder, dat het dit voorjaar zijn Britse terminals voor een bedrag van 27,2 miljoen euro heeft verkocht aan Peel Ports Group. Deze terminals stonden voor iets meer dan 9 miljoen euro in de boeken van HES, waardoor het bedrijf op de verkoop in het lopende boekjaar 2023 een boekwinst zal maken van zo’n 18 miljoen euro.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af

Start abonnement