‘Ik heb weinig toegevoegde waarde gezien in de terugkeerplicht voor vrachtwagens. Nog even los van de ecologische effecten was het in mijn ogen een grote beperking van het vrije verkeer van goederen en diensten in Europa. Ook in een markt waarin de meeste handel zich in West-Europa bevindt, hebben vervoerders uit Oost-Europese lidstaten net zo veel recht om de transporten uit te voeren, maar die leg je dan beperkingen op. In die zin is het terecht dat Oost-Europese lidstaten claimen dat ze door de maatregel gediscrimineerd worden.

Ik begrijp in beginsel wel waar de terugkeerplicht voor trucks vandaan komt. De gedachte is dat als je in Oost-Europa een transportbedrijf begint, je ook daarheen moet kunnen terugkeren. Ik vind dat je een reële vestiging moet hebben en ben geen voorstander van postbusfirma’s. Maar dat is al behoorlijk goed gewaarborgd via bestaande regelgeving. Artikel 5 van Verordening 1071/2009 bevat al een hele rits aan vestigingseisen. Er moeten personeel, voertuigen, IT en documenten aanwezig zijn. Maar we hebben het hier over internationale handel en ik zie niet in waarom het zo belangrijk is waar in Europa vrachtwagens zich bevinden. Het gaat erom dat er een daadwerkelijke vestiging is met mensen en technische voorzieningen die de voertuigen aansturen.

Het probleem met het hele Mobility Package is dat het niet te handhaven is. Zo zeggen de nieuwe detacheringsregels dat een chauffeur hetzelfde beloond moet worden als chauffeurs in het land waar hij op dat moment werkt. Dat is begrijpelijk, maar het is ook onuitvoerbaar. Er ontstaat een lappendeken aan beloningsregels en -berekeningen. Hoe kan een chauffeur aan de hand van die lappendeken onderbouwen of hij wel of niet juist betaald wordt? Dat geldt ook voor werkgevers. Wij adviseren veel bedrijven over hoe ze met dit soort dingen om moeten gaan. Je ziet dat de complexiteit enorm is doordat er in heel Europa andere regels voor bijvoorbeeld het minimumloon, belastingen en sociale zekerheid gelden. Mijn oproep is: maak het controleerbaar en handhaafbaar, bijvoorbeeld door de regels voor minimumloon meer gelijk te trekken in Europa.

De advocaat-generaal zegt over de terugkeerplicht voor trucks dat de procedure niet goed is gevolgd voor wat betreft de impactstudie. Hij zegt ook dat Oost-Europese vervoerders onevenredig door de maatregel worden getroffen. Met beide argumenten ben ik het eens. Daarbovenop geldt dat de regel niet handhaafbaar is. De terugkeerplicht is onderdeel van de vergunningseisen. Het probleem daarmee is dat de vergunningverlening is voorbehouden aan de autoriteiten in het land van vestiging. Dat geeft allerlei problemen wanneer in het buitenland wordt geconstateerd dat niet voldaan is aan de terugkeerplicht. Tot boetes leidt dat gewoonlijk niet.’