Het CBS onderzocht de ontwikkeling van cao-lonen per uur, inclusief bijzondere beloningen zoals vakantiegeld en eindejaarsuitkeringen. De bedrijfstak met de grootste loonstijging was de verhuur en handel van onroerend goed, waaronder de cao voor woningcorporaties valt. Werknemers in deze tak verdienden in de eerste maanden van dit jaar 12,4 procent meer dan een jaar eerder. In het eerste kwartaal van 2023 was de cao-loonstijging met 2,5 procent in deze branche nog het laagst.

Andere branches waar de cao-lonen relatief sterk stegen waren het onderwijs en de horeca, met stijgingen van respectievelijk 10,2 procent en 10,1 procent. De kleinste loonstijging zag het CBS terug in de financiële dienstverlening (plus 4,2 procent).

Werkgeversvereniging AWVN merkte in februari al op dat de loonstijgingen in nieuwe cao’s minder hoog uitvielen. Vorig jaar gingen de verhogingen die vakbonden en werkgevers afspraken maandenlang steeds verder omhoog. Maar inmiddels is het tij gekeerd en is er volgens de werkgeversclub sprake van een dalende trend. De AWVN sloot echter niet uit dat de loonstijging in nieuwe cao’s de komende maanden kon aantrekken, al zou dit dan om een tijdelijke opleving gaan.

De ontwikkeling van lonen speelt een steeds grotere rol bij de rentebesluiten van de Europese Centrale Bank (ECB), zei ECB-president Christine Lagarde onlangs tijdens een toespraak in het Europees Parlement. Zo kan een sterke loongroei de inflatie aanjagen, omdat mensen meer te besteden hebben. De president van De Nederlandsche Bank (DNB) Klaas Knot, ook beleidsbepaler bij de ECB, stelde in januari nog dat een renteverlaging pas kan als de lonen minder hard stijgen.