Het gaat om het sleepvaartbedrijf Svitzer, de reefercontainer-fabrikant Maersk Container Industry (MCI), offshore-dienstverlener Maersk Supply Service (MSS) en het opleidingsinstituut Maersk Training. De vier bedrijven zijn ondergebracht bij de divisie Finance and Strategic Brands. Die verschuiving maakt deel uit van een ‘strategische evaluatie’ onder leiding van de nieuwe topman Vincent Clerc.

Het concern heeft tegenover het Deense ShippingWatch bevestigd dat verkoop van een of meer van deze bedrijven een van de mogelijkheden is. De begin dit jaar aangetreden Clerc lijkt daarmee het beleid van zijn voorganger Søren Skou voort te zetten. Die wilde Maersk omvormen tot een ‘integrator’ voor de containersector.

Overeenkomst

Twee van de vier bedrijven, MCI en MSS, hebben eerder in de verkoop gestaan. Met China International Marine Containers werd zelfs een overeenkomst ter waarde van bijna een miljard dollar bereikt over de verkoop van MCI, maar die overname werd vorig jaar geblokkeerd door de Amerikaanse mededingingsautoriteiten. Die vonden dat het Chinese bedrijf daarmee een te dominantie positie zou krijgen als reeferfabrikant.

Maersk Supply Service, dat zich vooral bezighoudt met de bevoorrading van olie- en gasplatforms, heeft enkele jaren in de etalage gestaan maar in 2019 trok de groep zijn verkoopplannen in bij gebrek aan geschikte kandidaten. MSS is daarmee binnen Maersk nog het enige bedrijf op het gebied van olie en gas. Eerder werden Maersk Tankers en Maersk Drilling afgestoten.

MCI, MSS, en Svitzer worden binnen de divisie Finance and Strategic Brands onder hun huidige naam voortgezet. Dat geldt niet voor de in het verleden overgenomen rederijen Hamburg Süd, Aliança en Sealand. Die vallen onder het wereldwijde programma om het merk Maersk te versterken en zullen van naam moeten veranderen.