Elk jaar worden in Nederland rond de veertig miljoen vrachtbrieven gebruikt, goed voor ongeveer zeshonderd volle vrachtwagens aan papier per jaar. Transportbedrijven en opdrachtgevers kunnen met de overstap naar de elektronische variant flink besparen. Elke papieren vrachtbrief kost immers 4,50 euro, waardoor deze kostenpost voor de sector oploopt tot grofweg 180 miljoen euro per jaar.

Toch ligt de adoptiegraad van de digitale vrachtbrief op dit moment slechts op ongeveer 1%. De proef in de Benelux moet daar verandering in brengen. Het project loopt sinds 2018 en vindt zijn oorsprong in een pilot met elektronische vrachtbrieven in België. De Belgen hebben het eCMR-protocol tot nu toe niet geratificeerd. In plaats daarvan kiest de regering in Brussel ervoor om via de proef het gebruik van digitale vrachtbrieven te stimuleren. Om ook grensoverschrijdende transporten naar Nederland en Luxemburg met digitale vrachtbrieven mogelijk te maken, is de Belgische pilot uiteindelijk uitgebreid naar de hele Benelux.

Blokkade

‘België neemt op dit gebied tot nu toe een afwachtende houding aan’, zegt Hans Lip, coo bij eCMR-leverancier Transfollow. ‘Enerzijds is het een goede zaak dat er landen zijn die het voortouw willen nemen bij proefprojecten met digitale vrachtbrieven. Anderzijds belemmert de de Belgische aanpak nog steeds het grensoverschrijdende verkeer door België heen naar bijvoorbeeld Frankrijk. Daarvoor is nog altijd een papieren vrachtbrief nodig. Dat is een blokkade die de bredere adoptie van het eCMR-protocol in de weg blijft staan.’

Voor wat betreft de ratificatie van het eCMR-protocol bleven ook grote landen als Duitsland tot nu toe achter, waardoor gebruik van digitale vrachtbrieven in de EU eigenlijk niet van de grond kan komen. Daar lijkt nu volgens Lip echter verandering in te komen. Half september staat het onderwerp namelijk op de agenda in de Duitse Bundestag. Duitse ratificatie van het protocol zou een grote stimulans zijn voor andere landen om ook met het eCMR aan de slag te gaan, verwacht Lip. ‘Ik denk dat landen als Italië en Oostenrijk dan snel zullen volgen.’

De Benelux-proef liep oorspronkelijk tot 2020, maar de drie betrokken landen besloten aan het einde van die periode om het project voort te zetten tot 2025. ‘De pilot is verlengd om te garanderen dat vervoerders in de Benelux van de voordelen van de digitale vrachtbrief gebruik kunnen blijven maken, maar ook vanwege de implementatie van de e-FTI’, schreef de toenmalige minister van buitenlandse zaken Stef Blok aan de Eerste Kamer.

e-FTI

Die e-FTI, afkorting van electronic Freight Transport Information, is de Europese verordening die bepaalt dat alle lidstaten in 2025 in plaats van papier, elektronische verstrekking van gegevens moeten accepteren voor alle wettelijk verplichte informatie bij het goederenvervoer. Het gaat dan dus niet alleen om vrachtbrieven, maar ook om bijvoorbeeld certificaten van oorsprong. Lip: ‘Ook daarna kunnen partijen nog gerust met papieren documentatie werken, maar het is de verwachting dat zij dan veel meer zullen kiezen voor een digitale manier van werken.’

In Nederland is vergunningverlener Niwo verantwoordelijk voor het aanwijzen van leveranciers die worden toegelaten tot de proef en het monitoren van de voortgang. ‘De eerste pilot heeft goede resultaten opgeleverd’, zo meldde de organisatie eerder. ‘Een digitale vrachtbrief bleek, vanuit perspectief van handhaving en controle, onder bepaalde voorwaarden minstens even veilig en betrouwbaar als een papieren vrachtbrief.’

Corona

Volgens de Niwo kan de Benelux-pilot fungeren als ‘living lab’. Nederland en België zijn daarmee ‘mede richtinggevend’ voor de manier waarop de e-FTI-verordening geïmplementeerd wordt, stelt de vergunningverlener. ‘Het is de bedoeling dat het eCMR-platform tegen 2025 geïntegreerd wordt in de Europese eFTI-platformstructuur.’

Het gebruik van elektronische ­CMR’s is sinds het begin van de Benelux-pilot flink gestegen. De adoptie kreeg door corona nog een extra zetje in de rug, doordat de behoefte aan contactloze communicatie sterk toenam. ‘Tijdens de coronacrisis steeg het aantal digitaal uitgegeven vrachtbrieven van 117.285 exemplaren in 2019 naar 405.410 in 2020’, meldde minister Blok in zijn brief. Volgens Lip is de toename echter niet alleen toe te schrijven aan het corona-effect. ‘Het gaat ook om toegenomen adoptie’, zegt hij. ‘Wij denken dat die elk jaar met een factor twee tot drie blijft groeien. Het is de verwachting dat in 2021 het aantal uitgegeven eCMR’s boven de miljoen zal uitkomen.’

Veiligheid

Het Nederlandse Transfollow is van oorsprong een initiatief van belangenorganisaties TLN en EVO. De vrachtbriefleverancier is nu eigendom van Viatrans, dat op zijn beurt onderdeel is van de internationale transportkoepel IRU. Er zijn binnen Europa veel meer partijen die digitale vrachtbrieven aanbieden. Juist daar ligt volgens Lip nog een belangrijk punt van aandacht. ‘Er is nu wel een vorm van toetsing, maar geen echte check op beveiliging en werking. Hoe kun je als vervoerder in Nederland weten dat producten uit bijvoorbeeld Bulgarije veilig zijn en voldoen aan het protocol? In mijn ogen zou er een onafhankelijke certificering moeten komen om de adoptie te vergroten.’

Behalve de beperkte bruikbaarheid in het buitenland en zorgen over de veiligheid speelt volgens Lip ook mee dat bedrijven in de transportketen op dit moment eenvoudigweg andere zaken aan hun hoofd hebben. ‘Toch is het noodzakelijk dat partijen nu stappen zetten om, als het eenmaal zover is, klaar te zijn om met het eCMR aan de slag te kunnen. Kijk naar het VK-vervoer. Daar moet het papierwerk al in 2022 digitaal plaatsvinden. Die deadline komt snel dichterbij.’

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af

Start abonnement