Dat blijkt uit de nieuwste rapportage van de Europese Commissie over de handhaving op rij- en rusttijden door de EU-lidstaten, die deze week is gepubliceerd. Het verslag omvat data over zowel inspecties langs de kant van de weg, als controles bij bedrijven in 2017 en 2018.

Elke EU-lidstaat moet van Brussel ten minste 3% van het aantal door een chauffeur gewerkte dagen controles uitvoeren. Nederland is met een inspectiedruk van 1,5% ver verwijderd van die drempel. Ook Denemarken, Finland, Griekenland, Ierland en Litouwen krijgen een standje van de Commissie, waarbij de Litouwers het met 0,2% het slechtst doen. Gemiddeld ligt de inspectiedruk in de EU op 5,4%.

Vertrouwen

Twee jaar eerder controleerde de ILT nog op 2,2% van de door chauffeurs gewerkte dagen. Nederland heeft echter aan de Europese Commissie laten weten dat die verslechtering niet het juiste beeld geeft. De ILT hanteert namelijk een systeem van ‘toezicht op basis van vertrouwen’, waarbij met bedrijven afspraken worden gemaakt voor betere naleving van de rij- en rusttijden als alternatief voor controles. Zo worden ‘indirect meer gewerkte dagen bestreken waardoor het minimumpercentage gecontroleerde gewerkte dagen kan worden gehaald’.

Ondanks die focus op handhaving bij de transportbedrijven, haalt de inspectiedienst ook het door Brussel voorgeschreven aandeel bedrijfscontroles van minimaal 50% niet. Bijna acht op de tien door de ILT uitgevoerde controles vonden plaats langs de kant van de weg. Daarbij ging het in 45% van de gevallen om inspecties van Nederlandse voertuigen. Ruim de helft van de inspecties betrof buitenlandse trucks.

Handhavingscapaciteit

Uit een toelichting op de rapportage blijkt verder dat bij de ILT-controles 200 inspecteurs betrokken zijn. De handhavingscapaciteit ligt daarmee fors lager dan in de landen om ons heen. De Belgische diensten hebben de beschikking over bijna 3.700 inspecteurs. In Duitsland zijn dat er ruim 16.400 en in Frankrijk gaat het om 5.500 handhavers.

Eind vorig jaar zette toenmalig minister Cora van Nieuwenhuizen de discussie over de 3%-norm op scherp na een uitzending van tv-programma De Monitor, waarin truckers melding maakten van het op grote schaal sjoemelen met de rij- en rusttijden. ‘Ik ga er van uit dat het volgend jaar op orde is’, zei de bewindsvrouw toen.

Digitaal toezicht

Bij het verhogen van de inspectiedruk verwacht de ILT veel van digitalisering. Volgend jaar stopt de inspectie met het systeem van toezicht op basis van vertrouwen, zo heeft Nederland aan de Europese Commissie laten weten, om zich meer te richten op digitale handhaving. Daarbij kunnen grotere hoeveelheden data van bedrijven ineens gecontroleerd worden. Tijdens een online bijeenkomst eerder dit jaar zei ILT-programmamanager Frank Schouwaert te verwachten de 3%-norm dan ‘op onze sloffen’ te halen.

Ook Brussel stelt in zijn conclusie dat het aantal controles geen doel op zich is. De Commissie wijst op de komst van het ‘strafblad voor bedrijven’, het Erru-register, waar volgend jaar risicoclassificaties voor bedrijven aan worden toegevoegd. ‘Dit alles zal leiden tot een vermindering van het aantal onnodige controles en tot een besparing van middelen bij zowel de handhavers als de bestuurders.’