Het geld is bedoeld voor de bouw van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen langs het zogeheten Trans-Europees Transport Netwerk (TEN-T) van wegen, spoor- en vaarwegen die met elkaar verbonden zijn.

Volgens de commissie gaat het in totaal om circa 2000 oplaadpunten en 63 waterstoftankstations. Vier projecten zijn gericht op de elektrificatie van grondafhandelingsdiensten op luchthavens, onder meer op het Parijse vliegveld Orly.

De andere landen waar Brussel subsidie aan geeft zijn Estland, Frankrijk, Finland, Duitsland, Griekenland, Italië, Letland, Polen, Roemenië, Spanje en Zweden. Volgens de commissie kloppen steeds meer bedrijven aan in Brussel voor financiering van groene projecten.