‘Ik kijk met een optimistische blik naar het multimodale vervoer, al is het maar omdat het chauffeurstekort het wegtransport voorlopig in zijn greep blijft houden. Op afstanden boven de duizend kilometer is het railvervoer daarbij een goed alternatief.

Wij hebben sinds 2019 een spoordienst naar Polen en beschikken daar over een eigen terminal. Bij de ontwikkeling van die spoorterminal hebben we geprofiteerd van Europese subsidies. Voor het opzetten van het traject was daarentegen geen subsidie beschikbaar. Onze treinen rijden twee keer per week met veertig 45 voets-containers. Het eerste jaar deden we dat nog met fors verlies, maar door extra salesinspanningen werd deze activiteit rendabel.

Schavemaker is van huis uit een wegvervoerder en ik merk dat er een groot cultuurverschil is met de railsector. Zo verbaas ik me er nog steeds over dat op feestdagen veel terminals gesloten zijn. Wij en onze partner CCT Moerdijk zijn private terminals en zorgen ook op die dagen voor bemanning, maar bij grote staatsterminals is dat wel anders. De markt- en klantgerichtheid moeten in mijn ogen veel beter, net als de informatievoorziening bij vertragingen. De vaste kosten zijn in het intermodaal vervoer hoog, dus hoe meer omlopen je kunt doen, hoe eerder het rendabel wordt. Daar komt bij dat de huidige hoge elektriciteitsprijzen de concurrentiepositie van het spoor onder druk zetten. De stroomkosten hebben de afgelopen tijd een groot deel van onze marge opgegeten.

De laatste jaren zie ik dat grote verladers vanwege capaciteitsproblemen op de weg meer interesse krijgen in intermodaal vervoer. Ook de CO2-reductie is steeds meer een argument waarvoor zij vatbaar zijn. Ik verwacht dat de positie van het spoor verder zal verbeteren door slimmer te plannen. Vervoer naar Polen per spoor duurt een of twee dagen langer dan over de weg; als het lukt om die transittijd te verkorten, wordt het voor verladers al een heel stuk aantrekkelijker. Het helpt dat bij verladers meer data beschikbaar zijn, waardoor de supply chain beter planbaar wordt.

Het intermodaal transport is binnen ons bedrijf inmiddels goed voor 10 miljoen euro omzet, op een totaal van 85 miljoen. Dat aandeel zal dit jaar toenemen, want we zijn van plan om in het tweede halfjaar van twee naar vier treinen per week te gaan, mits de voorspelde volumes waarheid worden. We zien ook groei bij onze terminal: meer en meer treinen van andere partijen weten onze locatie in Polen te vinden, waardoor we aan onze maximale capaciteit van 25 treinen per week komen. We hebben daarom onlangs in dezelfde regio een grondpositie van 35 hectare met een bestaand spoor aangekocht om een tweede terminal op te zetten.’

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af

Start abonnement