In een brief aan de Tweede Kamer schreef minister Mark Harbers van IenW (Infrastructuur en Waterstaat) dat de ILT (Inspectie Leefomgeving en Transport) heeft vastgesteld dat sommige wettelijke tarieven aanzienlijk verschillen van de zogenoemde publieke kostprijzen, de werkelijke kosten van de vergunningen. Veelal zijn de tarieven volgens de ILT nog te laag. Herziening is dus nodig, stelde Harbers. ‘Om te voorkomen dat bedrijven te hard geraakt worden door een eventuele hoge stijging vind ik een gefaseerde ingroei van de huidige tarieven naar de publieke kostprijzen passend.’

Dat zal gepaard gaan met mogelijk zeer forse verhogingen, zo blijkt uit een door ambtenaren van het ministerie opgestelde nota. De gefaseerde verhogingen bedragen maximaal 20% per jaar en komen bovenop de gebruikelijke inflatiecorrectie. Daarbij geldt een maximum van vijf jaarlijkse stappen, te beginnen in 2024, waarbij de tarieven in 2029 in ieder geval gelijk worden gesteld aan de publieke kostprijs indien ze tegen die tijd nog steeds onder dat niveau liggen.

Eurlings

Het gaat bij de aangekondigde prijsstijgingen in eerste instantie om de tarieven die de ILT zelf hanteert, maar desgevraagd laat een woordvoerder van minister Harbers weten dat deze herziening ook betrekking heeft op de Kiwa-tarieven. Jaarlijks verstrekt Kiwa namens de minister ruim honderdduizend vergunningen en bevoegdheden aan partijen in de luchtvaart, de zeevaart, de binnenvaart en het personen- en vrachtvervoer over de weg. ‘Deze prijzen zullen eveneens in vijf stappen in lijn worden gebracht met de publieke kostprijs.’ Welke verhogingen er precies komen voor de Kiwa-tarieven is nog niet bekend, zegt de woordvoerder. ‘Kiwa komt uiterlijk 1 september met een update van het kostprijsmodel, en daarmee van de nieuwe publieke kostprijzen.’

IenW houdt er al rekening mee dat de komende kostenstijgingen niet in goede aarde vallen bij transport­ondernemers

Uit de nota blijkt verder dat IenW er al rekening mee houdt dat de komende kostenstijgingen niet in goede aarde zullen vallen bij transportondernemers. ‘Gelet op de impact van de beoogde aanpassingen van de tarieven is er weerstand te verwachten vanuit de verschillende branches’, zo schrijven zij. Zeker omdat de Kiwa-prijzen begin dit jaar ook al met een forse inflatiecorrectie werden opgehoogd.

De vrees voor verzet lijkt terecht, want Kiwa is bij vervoerders al de gebeten hond sinds het ministerie (toen nog Verkeer & Waterstaat) onder leiding van minister Camiel Eurlings in 2009 de uitgifte van de tachograafkaarten aan het bedrijf uitbesteedde. De transportsector hekelt de hoogte van de vergoedingen die Kiwa in rekening brengt voor wat in de praktijk toch een redelijk simpele dienstverlening is. Branchevereniging Transport en Logistiek Nederland (TLN) stelt al jaren dat Kiwa de prijs van tachograafkaarten ‘buitenproportioneel hoog’ houdt en pleitte al eerder voor ingrijpen door de minister. De ophoging van de prijs met bijna 10% naar 104 euro aan het begin van dit jaar noemen TLN en ook Evofenedex (verladers, expediteurs) en Vern (eigen rijders) ‘een verkeerd signaal’.

Regeling tarieven transportsectoren

De prijzen voor de verschillende transportvergunningen zijn sinds 1 januari van dit jaar vastgelegd in de zogenoemde Regeling tarieven transportsectoren. Deze ministeriële regeling vervangt het complexe oude tarievenstelsel waarin de tarieven voor de verschillende transportdocumenten in een groot aantal aparte regelingen waren ondergebracht. In plaats daarvan is er nu één integraal stelsel.

Branchepartijen verwachten veel van het nieuwe tariefstelsel, waarover al sinds 2015 is gesproken. De nieuwe tariefstructuur zou moeten leiden tot meer transparantie en lagere tarieven, zo beloofden verschillende voorgangers van minister Harbers in het verleden.

Tijdens een consultatieronde voorafgaand aan de meest recente tariefstijging liepen ook partijen uit andere branches te hoop tegen de tariefstructuur bij Kiwa. Zo noemt KNV Zorgvervoer en Taxi de verhogingen ‘onbegrijpelijk en niet acceptabel’. De organisatie hekelt bovendien het gebrek aan transparantie. ‘Wij hebben geen inzage in de werkelijke totstandkoming van de tarieven, de opbouw van de kostprijzen en de bereikte efficiency. Controle is dan ook niet mogelijk. Dit bevestigt de al jaren bestaande indruk dat de Nederlandse tarieven voor een aantal producten substantieel te hoog zijn in vergelijking met die voor vergelijkbare of identieke producten in het buitenland.’ Ook de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Luchtvaart en luchtvaartorganisatie AOPA dringen tijdens de jaarlijkse consultatierondes steevast aan op verlaging van de Kiwa-prijzen.

Monopolist

De branchepartijen zagen hun grieven in 2019 bevestigd toen uit een onderzoek door adviesbureau Sira in opdracht van het kabinet bleek dat de Kiwa-prijzen inderdaad hoger liggen dan in vrijwel alle andere EU-landen. ‘De vaste tarieven die in Nederland in rekening worden gebracht, zijn na correctie voor het prijspeil meestal hoger dan de tarieven die in de andere lidstaten worden gehanteerd’, concludeerde de consultant. Sira stelde bovendien dat het voor organisaties ‘niet transparant en duidelijk is hoe individuele tarieven tot stand zijn gekomen en welke (politieke) keuzes daarbij op individueel of productniveau zijn gemaakt’.

Kiwa tekende in 2009 een contract voor veertig jaar, waarbij de afspraak werd gemaakt dat na de eerste twintig jaar een grondige evaluatie zal plaatsvinden. De uitgifte van vergunningen is ondergebracht bij dochterbedrijf Kiwa Register bv. De invulling van de overeenkomst, waarmee Kiwa in de praktijk monopolist blijft tot 2049, is geheim. Eerder probeerde brancheorganisatie Koninklijk Nederlands Vervoer (KNV) via een WOB-verzoek inzage te krijgen in het contract, maar de belangenbehartiger kreeg daarvoor uiteindelijk bij de rechter nul op het rekest.

Na het verschijnen van het Sira-rapport ontstond grote druk vanuit de markt om de tarieven toch omlaag te schroeven. Dat leidde in 2020 bijvoorbeeld tot een door veel ondernemers als symbolisch ervaren eenmalige verlaging van 9 euro voor de tachograafkaart. Destijds schreef de minister dat de verlaging mogelijk was doordat de tarieven boven de kostprijs lagen.

Geheime informatie

Opvallend genoeg wordt Kiwa sinds die prijsverlaging door de Rijksoverheid gecompenseerd voor de verminderde inkomsten, zo bevestigt de woordvoerder van de minister na vragen van Nieuwsblad Transport. Uit de begroting van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat blijkt dat er om die reden al meer dan 4 miljoen euro betaald is aan het bedrijf. Ook in de komende jaren zal Kiwa worden gecompenseerd voor de eenmalige verlaging uit 2020. ‘Kiwa heeft contractueel recht op compensatie en daar treedt vooralsnog geen verandering in op’, zo zegt de woordvoerder van Harbers, die daarmee toch een inkijkje geeft in de details van het Kiwa-contract.

De vraag die door alle discussie over de Kiwa-tarieven boven de markt blijft hangen, is hoeveel het bedrijf eigenlijk verdient met de activiteiten van Kiwa Register. Het concern laat daarover al jaren niets los. Pas toen de toenmalige minister Melanie Schultz van Haegen in 2013 in opspraak raakte omdat haar man als adviseur van Kiwa ook aandeelhouder bleek te zijn, wilde de directie hier iets over zeggen. De uitgifte van vergunningen was ‘slechts marginaal winstgevend’, zo klonk het destijds.

Dat is echter een claim die maar heel moeilijk te verifiëren is. Kiwa Register produceert zelf geen jaarverslag of winst- en verliesrekening. In plaats daarvan zijn de resultaten geconsolideerd in de cijfers van holdingmaatschappij Acta. Die noteerde in 2021 een omzet van bijna 626 miljoen euro. Het bedrijfsresultaat (ebitda) kwam uit op 78 miljoen euro. Ook in het directieverslag bij de jaarcijfers van Acta worden de resultaten van Kiwa Register niet afzonderlijk uitgesplitst of besproken.

Een woordvoerder van Kiwa laat weten dat het delen van de cijfers van Kiwa Register niet aan de orde is. Het bedrijf doet ook geen uitspraken over de totstandkoming van de hoogte van de tarieven. ‘Dat is een zaak voor ILT en zij zijn degenen die daar over informeren’, zegt hij. In de recente beslisnota over de tarievenherziening schreven ambtenaren van het ministerie echter dat het gaat om geheime informatie. ‘Alle informatie die betrekking heeft op het contract tussen IenW en Kiwa is vertrouwelijk en mag niet openbaar gemaakt worden’, benadrukken zij.

Auditrapporten

Kiwa is wereldwijd actief in testen, inspecties en certificeringen. Het concern telt 9.200 medewerkers in veertig landen in ​​voornamelijk Europa, maar ook in Azië, de Pacifische regio en Noord- en Latijns-Amerika. Eigenaar van Kiwa is SHV, het zakelijke vehikel van de familie Fentener van Vlissingen. SHV nam Kiwa in 2021 over van participatiemaatschappij NPM Capital, die op zijn beurt ook eigendom is van SHV.

Dochteronderneming Kiwa Register is voor de uitgifte van transportdocumenten aangewezen als ‘rechtspersoon met een wettelijke taak’ (RWT). Een RWT is een zelfstandige organisatie die op afstand staat van de Rijksoverheid en die een taak uitvoert die in de wet geregeld is en die geheel of gedeeltelijk wordt gefinancierd met publiek geld. Naast Kiwa Register staan onder meer ook de wegverkeerdienst RDW, het Nederlands Loodswezen, ProRail en de havenbedrijven in Amsterdam en Rotterdam op de lijst van RWT’s die vallen onder het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.

Om er zeker van te zijn dat Kiwa Register onafhankelijk is, kwaliteit levert en betrouwbaar is, wordt het bedrijf naar eigen zeggen regelmatig ge-audit door de ILT en een aantal Europese organisaties voor de lucht- en zeevaart. Hoewel de auditrapportages van de ILT volgens Kiwa vertrouwelijk zijn, heeft het bedrijf na aandringen door de Tweede Kamer in het verleden toch besloten om de uitkomsten van de audits openbaar te maken. De laatste audit die is gepubliceerd op de website van Kiwa Register dateert uit 2020 en gaat over het jaar 2018. De ILT laat desgevraagd weten dat er over 2019 en 2020 door de coronapandemie geen audits hebben plaatsgevonden. Pas in de tweede helft van 2022 is er weer een auditrapport verschenen, waarin de prestaties van Kiwa in 2021 tegen het licht werden gehouden.

Kiwa heeft geen lessen getrokken uit de mislukte invoering van de slimme tachograaf

Uit dat rapport, dat Kiwa op verzoek aan Nieuwsblad Transport heeft gestuurd, blijkt dat de relatie tussen de ILT en Kiwa niet zonder wrijving is. ‘De samenwerking met Kiwa als auditee kan als moeizaam worden geclassificeerd’, stelt de ILT in haar conclusie. De inspectiedienst was bijvoorbeeld niet welkom bij Kiwa om een fysiek dossier in te zien op locatie, maar moest het tegen haar zin in doen met een digitale gegevenskluis. In tegenstelling tot auditrapporten uit eerdere jaren ontbreekt verder de conclusie dat ‘Kiwa gesteld staat voor de opgedragen taken en dat de kwaliteit en de continuïteit van de taakuitvoering in voldoende mate geborgd zijn’. Wel meent de ILT dat ‘de kwaliteit van de taakuitvoering door Kiwa op een aantal punten verbetering behoeft’.

Gelijksoortige fouten

Een van de bevindingen uit de audit is dat de kwaliteit van het proces om bewijzen van bevoegdheid voor piloten (FCL) en onderhoudstechnici in de luchtvaart (AML) af te geven, ‘nog niet optimaal geborgd is’. Ook is de ILT ontevreden over de wijze waarop Kiwa de problemen rond de invoering van de digitale tachograaf in 2019 heeft onderzocht. Het bedrijf bleek destijds niet in staat om op tijd in de grote vraag te voorzien en moest uiteindelijk Britse tachograafkaarten en Kroatische werkplaatskaarten inkopen, die Kiwa hier bovendien tegen een veel hoger tarief op de markt bracht. Volgens de inspectie heeft Kiwa geen lessen getrokken uit dit mislukte project. ‘Het risico bestaat nu dat bij een volgend project gelijksoortige fouten worden gemaakt’, aldus de ILT. Volgens de dienst is het verder slecht gesteld met de maatregelen die Kiwa heeft genomen om fraude tegen te gaan en is volgens de auditeurs niet na te gaan of het bedrijf voldoet aan de opleidings- en deskundigheidseisen uit de wet en uit internationale verdragen.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af

Start abonnement