Twee Nederlanders zijn door het Brits-Amerikaanse bedrijf aangesteld om het project voor te bereiden. Een van deze Nederlanders is operational manager Jacques Lemmen, afkomstig van papierproducent Celtona, alwaar hij werkzaam was als material manager. De andere heet Han Bawits, voorheen hoofd commerciele zaken vrachtdivisie van Aero Groundservice (AG). Hij is door Passport benoemd tot sales manager Europa.
Omdat het project zich nog in een precair stadium bevindt, zal Bawits zich voorlopig tevreden moeten stellen met het Amsterdamse bedrijf. “In Nederland ben ik gewoon op de traditionele manier bezig met acquisities, bellen, mailings. Twee computerbedrijven staan op het punt te tekenen. Ik wil nog een marketingbureau consulteren om na te gaan hoe ik het best de Europese markt bewerk.” Binnen vijf jaar wordt het besluit genomen om wel of niet uit te breiden naar Oost-Europa en de EVA-landen. In het geval van de voormalige Oostblok-landen denkt Bawits op de eerste plaats aan Polen ‘gezien de historische banden met de VS’.
Hij meent voor een grote uitdaging te staan. “Ik heb bij AG het cargo service center opgezet, een added value service voor luchtvaartmaatschappijen die daar werden afgehandeld. Dit center voorzag ze bij voorbeeld van huis- huisdiensten. In mijn werk bij AG zag ik echter geen brood meer. Bij Passport begin je op ‘zero-, zero-level’. Ik krijg een jaar de tijd om vijfduizend vierkante meter te vullen. Vol betekent dan 85 procent gevuld. Het is ook een nieuwe ambitie. Als het even meezit, word ik vice-president van de Europese operatie.”

Configuratie

De toekomst van het Amsterdam-project bepaalt de voortgang van het gehele bedrijfsplan. “Aan de hand van onze ervaringen in deze stad stellen we de omvang van het netwerk en de configuratie van de andere districenters vast. Passport Logistics maakt deel uit van Monevest Holdings. Deze houdstermaatschappij staat geregistreerd in Amsterdam omdat Nederland door de investeerders als transportcentrum van Europa wordt gezien. Onderzoek heeft aangetoond dat dertig procent van alle Europese distributie wordt uitgevoerd door Nederlanders” , aldus Bawits.
Achter de holding van Passport zitten een Brits en een Amerikaans bedrijf. Beide bezitten ze de helft van het kapitaal.
Het gaat hierbij om de anderhalf jaar oude Amerikaanse projectontwikkelaar Monevest, dat in bezit is van de president, J. Jaffe, en de Engelse transportgroep Seafield. De totale operatie van Passport is nog zeer bescheiden. In hoofdkantoor Dallas werken tien personen, in bijkantoor Londen vier personen en voor het opzetten van het Amsterdamse en Brusselse bedrijf zijn twee mensen aangesteld.
Bawits erkent dat het gaat om een ambitieus plan. “Maar deze industrie groeit fors binnen Nederland. We hebben al een haalbaarheidsstudie laten uitvoeren. Daaruit bleek dat er in het Verre Oosten en in de VS behoefte is bij kleine en middelgrote verladers aan het afstoten van logistieke diensten. Maar ze willen daarbij wel de rechtstreekse controle behouden. Die kunnen we bieden doordat loods en huisvesting in dezelfde eenheid worden aangeboden. Het is vergelijkbaar met het expediteurenverzamelgebouw Freightways-gebouw op Schiphol.”
Bawits heeft liever dat de klant zelf aanwezig is in het districenter. “Want customer service kan beter over het produkt praten dan wij. Wij kunnen wel eventueel customer support bieden. Maar als de klant het per se wil, doen we ook de orderverwerking binnen Europa voor ze. Dus een computerexporteur uit Singapore kan ons de orders faxen zonder zelf vertegenwoordigers te hebben in het gebouw.”
Passport Logistics mikt volgens de manager op verladers van produkten met een hoge waardedichtheid. “We nemen niet zomaar alle produkten. We hebben vernomen dat de high-techbedrijven niet meer zoveel winst maken als voorheen. Dat is voor een heleboel producenten reden om beter naar de kosten te kijken. Een mogelijkheid van besparing is het uitbesteden van logistiek. Maar niet alleen voor de grote, zoals Digital en IBM, maar ook voor de kleinere bedrijven. Op die trend willen we inhaken.”
Passport draagt volgens Bawits bij aan een besparing van de operationele kosten van kleine verladers. “Er is minder werkkapitaal nodig. Ze bezuinigen op de transportkosten. De communicatielijnen zijn simpel en kort. De klant hoeft de verlader niet rechtstreeks op een ander continent te bereiken. Bovendien heeft de exporteur een doelmatigere controle over het distributieproces.”
Passport wil zich onderscheiden op de toegevoegde waarde van de logistiek. “Zeker tien tot twintig procent van onze omzet moet bestaan uit added value” , verwacht hij. Vooral de technische faciliteiten moeten hoog scoren bij de exporteur. Alle handelingen die niet industrieel zijn maar handmatig, kunnen worden verricht door de werknemers van Passport. Deze activiteiten kunnen zich uitstrekken van het installeren van een computer bij de klant tot het uit elkaar halen, schoonmaken en weer in elkaar zetten van een oud systeem.
Bawits zegt dat Passport in feite de gehele operationele kosten in Europa van een Amerikaans of Aziatisch bedrijf kan overnemen. “Toch kun je het niet geheel vergelijken met het co-makership zoals Digital heeft met Nedlloyd Districenters. Daar besteedt Digital het hele externe logistieke pakket uit. Vaak wordt er in de kleuren van de opdrachtgever gereden. Dat kunnen wij niet omdat we eenzelfde groupage-dienst gebruiken voor meerdere kleine bedrijven.”

Van links naar rechts: Jacques Lemmen en Han Bawis. De laatste: “Als het even kan wordt ik vice-president” (Foto’s Buro Dijkstra)

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af

Start abonnement