Dat omzet en trafiek toenamen, vindt de Duitse rederij zelf een puike prestatie, gelet op de blijvend moeilijke situatie in de lijnvaartsector. De omzet over de eerste drie maanden bedroeg 1,6 miljard euro. Die stijging met 8% was voornamelijk te danken aan de toch wel fors toegenomen vervoerde volumes: die gingen er met 11% op vooruit naar 1,32 miljoen teu.

Maar het gemiddelde vrachttarief zakte met om en bij 5%, van 1.583 dollar per teu in het eerste kwartaal vorig jaar naar 1.484 dollar per teu dit jaar. De lagere opbrengst per teu ging gepaard met een fors hogere bunkerkost. Die klom naar gemiddeld 667 dollar per ton, liefst 31% meer dan vorig jaar. Die factoren vertaalden zich in meer dan 150 miljoen dollar minder inkomsten.

Dat trok het resultaat omlaag. Hapag-Lloyd sloot het ’traditioneel zwakke’ eerste kwartaal af op een negatieve ebitda van 21,1 miljoen euro. De ebit laat een verlies zien van 99,5 miljoen euro en na aftrek van belastingen werd het tekort 132,4 miljoen euro groot.

Hapag-Lloyd beklemtoont wel dat het een stevige financiële basis behoudt en sinds 1 maart een aantal tariefverhogingen op gang getrokken heeft die de sterke stijging van de energiekost moeten compenseren. Maar die zullen pas in de cijfers van het tweede kwartaal voelbaar zijn en “zijn niet voldoende om de bijkomende uitgaven volledig goed te maken”.

De Duitse rederij had op 31 maart 143 containerschepen varen met een gecumuleerde capaciteit van 659.000 teu. Hapag-Lloyd is daarmee de vierde grootste containeroperator ter wereld.