In de Duitse politiek heerst verdeeldheid over de verkoop van Deutsche Bahn-dochter Schenker. De expediteur verzorgt onder andere transport voor het Duitse leger en de NAVO, waardoor het ministerie van Economische Zaken van mening is dat de expediteur niet in handen mag vallen van een niet EU-entiteit.
De liberale FDP, die verantwoordelijk is voor de ministeries van Financiën en Transport, wil vooral veel geld zien voor DB Schenker om de hoge schuldenlast van het moederbedrijf af te bouwen. Als alleen geld een rol speelt, trekt een Arabische investeerder met miljarden aan oliegeld waarschijnlijk aan het langste eind, concludeert het Handelsblatt.
Drie kanshebbers
Vorig jaar hadden zich al het staatsinvesteringsfonds ADQ (Abu Dhabi), ondermeer eigenaar van Abu Dhabi Ports en Etihad Airways en de havenexploitant DP World uit Dubai gemeld als mogelijke kandidaten voor een koop van DB Schenker. Volgens het Handelsblatt kan daar nu ook Bahri, een logistiek dienstverlener uit Saoedi-Arabië, aan worden toegevoegd.
De Arabieren nemen het op tegen Europese logistieke expeditiegiganten DSV en DHL en rederij Maersk, dat in het jaarverslag van 2023 liet optekenen dat het een bod op de expediteur ‘serieus overweegt’. Bij de grote Europese expediteurs kunnen volgens het Handelsblatt EU-regels, dat concurrentiebeperkend gedrag verbiedt, roet in het eten gooien. Met de acquisitie van Schenker, dat in 2022 een omzet van 27,6 miljard euro draaide, zouden die expediteurs te veel marktmacht krijgen binnen de EU.
Wanneer DB Schenker verkocht wordt, is nog niet precies bekend, maar analisten gaan er vanuit dat het ergens aan het einde van dit jaar knopen worden doorgehakt. De waarde van de expediteur wordt geschat op 10 tot 15 miljard euro.