Volgens de partijen leidt de uitspraak van het gerechtshof tot ‘onduidelijkheid’ in de sector en is het in strijd met nationale en internationale regelgeving. ‘Het is daardoor onduidelijk wanneer, hoe en op welke manier het arrest zal worden uitgevoerd en wat het betekent voor het aantal vliegtuigbewegingen op Schiphol. Het is voor alle betrokken partijen belangrijk dat deze duidelijkheid er komt.’

Juridisch gevecht

De stap naar de Hoger Raad is een volgende stap in het juridisch gevecht tegen de  krimpplannen van de overheid voor Schiphol. Dat begon met een kort geding, waarin de rechter oordeelde dat de regering de Europese regels had moeten volgen om de krimp door te voeren. Die stellen dat eerst een doel moet worden geformuleerd voor het terugdringen van de geluidshinder van Schiphol, waar dan eerst nog andere maatregelen uit moeten volgen.

De Staat ging in beroep tegen die uitspraak. Het gerechtshof oordeelde vervolgens dat het hier om een tijdelijke maatregel gaat die de Staat op deze manier wel kan invoeren zonder dat die Europese regels van belang zijn. Ook ging de rechter mee in het verweer van het kabinet dat er een gedoogsituatie was voor het hogere aantal vluchten, want eigenlijk zijn er maar 400.000 vluchten per jaar toegestaan. Het hof stelde dat de luchtvaartmaatschappijen er ‘geen recht op hebben dat de illegale situatie die de Staat gedoogde onveranderd in stand blijft’.

‘Niet haalbaar’

Luchtvaartmaatschappijen betwijfelden eerder nog of het terugbrengen van het aantal vluchten op Schiphol voor het komende vliegseizoen wel haalbaar is. Zo zou de planning allang gemaakt zijn, waardoor snijden op korte termijn lastig is, stelde branchevereniging BARIN.