De 48-jarige Willem M. uit Melissant is in 2022 veroordeeld tot twaalf jaar celstraf en tbs met dwangverpleging voor doodslag. Hij reed motoragent Arno de Korte aan nadat hij van hem een volgteken had gekregen, sleurde hem honderden meters mee en reed vervolgens door naar de plek waar hij zijn vrachtwagen moest lossen.

De advocaat van M. vroeg het gerechtshof om in hoger beroep de psycholoog en psychiater te horen die zijn cliënt hebben onderzocht. Dat verzoek werd toegewezen. Als de vrachtwagenchauffeur sterk verminderd toerekeningsvatbaar was tijdens de aanrijding en de kans op herhaling klein is, kan de straf volgens zijn advocaat worden verlaagd tot vijf jaar cel en tbs met voorwaarden.

De vrachtwagenchauffeur zit nu bijna drie jaar vast. Het verzoek van zijn advocaat om vast een verwijzing naar een forensisch psychiatrische kliniek af te geven, wees het gerechtshof af. Volgens de rechter kan snel genoeg een plek worden geregeld, mocht dat nodig blijken.

Het Openbaar Ministerie stelt dat er in de straf al rekening is gehouden met de verminderde toerekeningsvatbaarheid van M., die autisme en een posttraumatische stressstoornis heeft. “Wat heb ik verkeerd gedaan, waarom moest dit allemaal gebeuren?” snikte hij tijdens de zitting. Bij de aanrijding zou hij flashbacks hebben gehad naar eerdere ernstige aanrijdingen.

In 2020 reed de vrachtwagenchauffeur een 79-jarige vrouw uit Hellevoetsluis dood en in 2015 verloor een andere motoragent zijn arm bij een ongeluk op de A15. Voor het doodrijden van de Hellevoetse werd hij niet vervolgd. Voor het verwonden van de eerste motoragent werd hij veroordeeld tot onder meer een taakstraf.

Collega’s en familie van Arno de Korte waren aanwezig bij de zitting. De moeder van de motoragent had een ingelijste foto van hem bij zich, die ze prominent voor zich neerzette in de rechtszaal. “We willen dat er aandacht blijft voor deze zaak”, vertelde zijn schoonzus. “Er is zoveel geweld tegen hulpverleners, daar moet tegen worden opgetreden. Deze man mag er niet opnieuw mee wegkomen.”

Op 24 en 25 juni zal het gerechtshof het hoger beroep inhoudelijk behandelen.