Met de contracten die rederijen afsluiten met scheepsbouwers zijn duizelingwekkend hoge bedragen gemoeid: bij een grote bestelling van boven de tien schepen kan het in de miljarden dollars lopen. Van de Russische inval in Oekraïne en de daarop volgende sancties tegen Rusland heeft het bedrijfsleven geleerd hoe plotseling en grootschalig economische sancties kunnen uitpakken, zo zeggen maritieme advocaten in de Financial Times. Door de spanningen rondom de Chinese Taiwan-politiek zijn scheepvaartbedrijven zich volgens de advocaten nu ook meer zorgen gaan maken om hun contracten met Chinese ondernemingen.
Wil je als rederij grote schepen laten bouwen, dan zijn Zuid-Koreaanse scheepsbouwers ook een optie, maar veel andere smaken zijn er niet, waardoor reders in de praktijk toch moeilijk om de Chinese scheepsbouw heen kunnen. Om zich in te dekken tegen het risico dat ze aan miljoenen- of zelfs miljardencontracten blijven vastzitten als ze bij internationale sancties voor die investering geen nieuwe schepen tegemoet kunnen zien, sturen rederijen nu dus aan op het opnemen van speciale ontbindende clausules.
Makkelijk gaat dat volgens de door de Financial Times geraadpleegde maritieme advocaten echter niet bepaald. De Chinese scheepsbouwers hebben zelf ook hoge kosten en de Chinese staat, hun eigenaar, is niet bepaald happig op de speciale clausules. Rederijen moeten daarom waarschijnlijk concessies doen – meer vooruit betalen, hogere boetes bij contractverbreking – willen ze kans maken om de extra voorwaarden opgenomen te krijgen in hun contracten.
U las zojuist één van de gratis premium artikelen
Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af
Bent u al abonnee?