Daarbij is gekeken naar de huidige vloot van 22.000 schepen die met een MAN-motor rondvaart. Daarvan komt volgens het rapport slechts ongeveer 10% in aanmerking voor een zogenoemde retrofit, een opknapbeurt om een schip te verduurzamen. Dat kan bijvoorbeeld door de motor geschikt te maken voor duurzame brandstoffen.

Probleem volgens de studie is dat de waarde van de meeste schepen te laag is om dergelijke investeringen, die al gauw in de miljoenen lopen, te kunnen rechtvaardigen. Volgens MAN ligt de ondergrens bij een nieuwbouwprijs van zo’n vijftig miljoen dollar. Daaronder zou retrofit in veruit de meeste gevallen geen rendabele investering zijn.

Daar komt bij dat rederijen nog in het duister tasten omtrent de beschikbaarheid en de prijs van biobrandstoffen in de toekomst. Hoewel het gebruik ervan de eenvoudigste manier is om de uitstoot van bestaande schepen te verminderen, spelen biobrandstoffen nog een marginale rol. In de studie wordt het aandeel in de totale maritieme energiemix vorig jaar op een luttele 0,1% geschat.

Pas na 2030

Business Development manager Christos Chryssakis van DNV ziet verduurzaming van bestaande schepen de komende jaren niet gebeuren vanwege de kosten en onzekerheden. Hij verwacht dat dit proces pas na 2030 serieus op gang zal komen. Dan wordt internationale IMO-regelgeving van kracht, die rederijen verplicht om de CO2-uitstoot van hun schepen  terug te brengen.

Hij denkt verder dat de capaciteit van scheepswerven wereldwijd een knelpunt wordt als schepen massaal moeten worden aangepast. ‘Die capaciteit zal  opgebouwd moeten worden en de knowhow zal moeten worden ontwikkeld, zodat retrofitting op een praktische en kostenefficiënte manier kan worden uitgevoerd’, zegt Chryssakis.