Afgesproken is dat maisgluten uit maximaal 4,5 procent vet, 28 procent zetmeel en 40 procent eiwit mag bestaan. Voor ladingen die hierboven liggen geldt het prohibitief hoge invoertarief van ruim 200 gulden per ton. De regel geldt met terugwerkende kracht tot 1 januari 1992. Cauties (waarborgsommen) die voor ladingen werden betaald in de afgelopen maanden worden kwijtgescholden voorzover aan de nieuwe regels al was voldaan.
Maisgluten is een eiwitrijk restprodukt van de Amerikaanse zetmeelindustrie. In de EG wordt het veelvuldig als krachtvoer gebruikt voor het vee. De Verenigde Staten voeren jaarlijks voor 600 tot 700 miljoen dollar uit naar de EG, waarvan ongeveer de helft via Rotterdam. In 1967 is maisgluten buiten het invoerstelsel van de EG gebleven, omdat het toen nog niet ‘ontdekt’ was door de veevoederindustrie. In het EG- douanetarief stond tot dusver alleen dat maisgluten 5 procent bijmengsel mag bevatten om onder het nultarief te vallen.
Dit ging jarenlang goed totdat de douane in Rotterdam begin dit jaar ontdekte dat in de ladingen maisgluten 10 procent tot 40 procent andere stoffen zaten, zelfs hele stukjes maiskorrel en olie. De douane constateerde dat de mengsels daarmee onder het hoge invoertarief van meer dan 200 gulden per ton moesten vallen. Dat is meer dan de hele lading waard was. De invoer kon uitsluitend doorgaan als de importeurs hoge cauties betaalden bij de bank in afwachting van onderhandelingen met de VS.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af

Start abonnement