Alle bodemsaneringen, zowel van de ernstig als van de licht en matig verontreinigde bedrijfsterreinen, moeten zijn afgerond ‘binnen een generatie’, zo adviseert de CRMH. De Raad zal op 9 oktober over de ontwerp-reactie discussieren. Hij gaat hiermee verder dan de wetgever en het eindrapport van de Commissie Bodemsanering. “Dit is temeer dringend, omdat verdere verspreiding van verontreiniging bij uitstel tot kostbaardere en moeilijker uit te voeren saneringen leidt.”
De Raad hecht er dan ook grote waarde aan dat de overheid ‘sturing geeft aan het saneringsproces’. Het schoonmaken van bedrijfsterreinen moet regelmatig worden geevalueerd, opdat andere bedrijven dan eerder gemaakte fouten niet nog eens herhalen. “Tijdig bijsturen moet mogelijk blijven” , heet het in de reactie.
Vrijwillig
De sanering van bedrijfsterreinen gaat in eerste instantie op basis van vrijwilligheid. De Commissie Bodemsanering heeft hiervoor een operationeel plan ontwikkeld. De CRMH juicht dit toe. “Het verdient voorkeur dat het bedrijfsleven het initiatief neemt tot de sanering” , stelt de Raad. Het past ook goed in de wettelijke regeling van de bodemverontreiniging: eerst een vrijwillige aanpak, en pas als dit niet werkt een aanpak op bevel van de overheid.
De vrijwilligheid leidt echter niet tot vrijblijvendheid. Naar gelang de ernst van de verontreiniging heeft een bedrijf de verplichting de bodem van te laten onderzoeken of het terrein snel te saneren. De Raad vindt deze wettelijke beperkingen op de vrijheid van de ondernemers terecht.
U las zojuist één van de gratis premium artikelen
Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af
Bent u al abonnee?