In de binnenstad van Delft trof ik de eigenaar van een installatiebureau bij zijn bakfiets. Trots liet hij mij zien hoe mooi alles ingebouwd was. Maar die hardware bleek niet de belangrijkste reden voor deze ondernemer om zijn bestelauto de deur uit te doen en de overstap te wagen naar de bakfiets. De ondernemer vertelde mij dat hij binnen Den Haag nu 25 minuten sneller bij zijn klant is dan voorheen met de bestelauto, waardoor hij meer klussen op een dag kan doen. En nog belangrijker voor hem is, ‘dat het natuurlijk veel gezonder is om elke dag een goede portie lichaamsbeweging te krijgen’.

Ondertussen stelt deze werkwijze wel andere eisen aan de logistiek dienstverleners, vooral waar het gaat om werkzaamheden waarvoor nog volumineuze materialen aan- en afgevoerd moeten worden. De fietsende installateur neemt deze immers niet mee naar het werkadres. De nieuwe ketel en de afvoerpijp moeten dus niet langer door de leverancier naar de installateur gebracht worden, maar direct naar het werkadres. En dat het liefst op het tijdstip waarop de installateur de ketel plaatst, waarbij die bij voorkeur dan ook nog eens direct de oude ketel mee kan geven. Dit vraagt om een nauwkeurige planning en flexibiliteit bij de vervoerder die de ‘last mile’ verzorgt. Dit kan eigenlijk alleen vanaf een depot op een korte afstand van de werkadressen. En dan komt een andere voorloper zoals last mile-vervoerder Hubbel in beeld, met een hub in Den Haag en groen transport naar de afleveradressen.

Wat ik zojuist beschreef, zijn natuurlijk de koplopers. Maar onder druk van de komende nul-emissiezones zullen ook veel andere ondernemers op zoek moeten naar nieuwe oplossingen. Logistieke bedrijven krijgen dan volop kansen om nieuwe diensten aan te bieden.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af

Start abonnement