Productie Nederlandse industrie blijft krimpen, ook exportwaarde omlaag

3,5 procent minder

De productie van de Nederlandse industrie is in april met 3,5 procent gedaald in vergelijking met een jaar eerder, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Ook in de voorgaande negen maanden kromp de productie op jaarbasis door lagere orders en een zwakkere bedrijvigheid. De exportwaarde kromp vorig jaar eveneens met vijf procent.

Foto: Shutterstock

Bijna de helft van alle bedrijfsklassen in de industrie produceerde in april minder dan in dezelfde maand een jaar eerder. Van de acht grootste branches noteerde de reparatie en installatie van machines de grootste productiedaling. De elektrische en elektronische apparatenindustrie had de grootste stijging.

Het CBS meldt verder dat producenten in mei minder negatief waren dan in april. Fabrikanten waren vooral positiever over de verwachte bedrijvigheid. In Duitsland, een belangrijke afzetmarkt voor de Nederlandse industrie, was het vertrouwen van producenten in mei even negatief als in april.

De Nederlandse Vereniging van Inkoopmanagers (Nevi) meldde eerder deze maand dat de omstandigheden in de Nederlandse industrie in mei de grootste verbetering lieten zien in bijna twee jaar. Volgens de Nevi was er onder meer veel vraag vanuit de bouwsector waardoor sprake was van een forse stijging van het aantal nieuwe orders. Het Duitse statistiekbureau Destatis liet vorige week echter weten dat de productie van de Duitse industrie in april onverwacht is gedaald, wat wijst op een zwak begin van het tweede kwartaal voor de sector.

Export

De totale waarde van de export van ‘Made in Holland’-producten is vorig jaar met ruim 5 procent gedaald ten opzichte van 2022. Er werd voor 19 miljard euro minder aan Nederlandse producten uitgevoerd dan een jaar eerder, heeft het CBS. bekendgemaakt.

De hele Nederlandse goederenuitvoer, inclusief producten die oorspronkelijk zijn ingevoerd, was in 2023 5,9 procent, ofwel bijna 43 miljard euro, minder waard dan een jaar eerder. Daarnaast werden vorig jaar ook minder goederen uitgevoerd.

Er zijn fors minder (dure) minerale brandstoffen verhandeld, aldus het statistiekbureau. In 2022 werden bijvoorbeeld aardolie en energie duurder door de oorlog in Oekraïne en de sancties tegen Rusland. Daarom steeg de totale in- en uitvoerwaarde van die goederen toen. In 2023 daalden die prijzen weer, wat ook resulteerde in een lagere in- en uitvoerwaarde van minerale brandstoffen en chemische producten.

Nederland exporteerde fors minder goederen van eigen bodem naar Duitsland, België, Nigeria en Taiwan. Zo kreeg Taiwan minder gespecialiseerde machines uit Nederland. China en Zuid-Korea importeerden juist meer Nederlandse machines, bijvoorbeeld voor het fabriceren van halfgeleiders.

De krimp in de totale waarde van de import kwam door minder invoer uit Rusland, het Verenigd Koninkrijk, Noorwegen en China. Die eerste drie landen importeerden vooral minder ruwe olie, geraffineerde aardolieproducten en (aard)gas.

Uit China werden veel verschillende producten minder ingevoerd, zoals computers, laptops, smartphones, farmaceutische producten, meubels en kleding.

De Verenigde Staten leverden wel meer aan Nederland. Dat kwam deels door de gestegen invoer van lng, ruwe olie en aardolieproducten. Sinds de oorlog met Oekraïne hebben landen als de VS, Saoedi-Arabië en Noorwegen de positie van Rusland als belangrijke leverancier van brandstoffen overgenomen.

Productie Nederlandse industrie blijft krimpen, ook exportwaarde omlaag | NT

Productie Nederlandse industrie blijft krimpen, ook exportwaarde omlaag

3,5 procent minder

De productie van de Nederlandse industrie is in april met 3,5 procent gedaald in vergelijking met een jaar eerder, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Ook in de voorgaande negen maanden kromp de productie op jaarbasis door lagere orders en een zwakkere bedrijvigheid. De exportwaarde kromp vorig jaar eveneens met vijf procent.

Foto: Shutterstock

Bijna de helft van alle bedrijfsklassen in de industrie produceerde in april minder dan in dezelfde maand een jaar eerder. Van de acht grootste branches noteerde de reparatie en installatie van machines de grootste productiedaling. De elektrische en elektronische apparatenindustrie had de grootste stijging.

Het CBS meldt verder dat producenten in mei minder negatief waren dan in april. Fabrikanten waren vooral positiever over de verwachte bedrijvigheid. In Duitsland, een belangrijke afzetmarkt voor de Nederlandse industrie, was het vertrouwen van producenten in mei even negatief als in april.

De Nederlandse Vereniging van Inkoopmanagers (Nevi) meldde eerder deze maand dat de omstandigheden in de Nederlandse industrie in mei de grootste verbetering lieten zien in bijna twee jaar. Volgens de Nevi was er onder meer veel vraag vanuit de bouwsector waardoor sprake was van een forse stijging van het aantal nieuwe orders. Het Duitse statistiekbureau Destatis liet vorige week echter weten dat de productie van de Duitse industrie in april onverwacht is gedaald, wat wijst op een zwak begin van het tweede kwartaal voor de sector.

Export

De totale waarde van de export van ‘Made in Holland’-producten is vorig jaar met ruim 5 procent gedaald ten opzichte van 2022. Er werd voor 19 miljard euro minder aan Nederlandse producten uitgevoerd dan een jaar eerder, heeft het CBS. bekendgemaakt.

De hele Nederlandse goederenuitvoer, inclusief producten die oorspronkelijk zijn ingevoerd, was in 2023 5,9 procent, ofwel bijna 43 miljard euro, minder waard dan een jaar eerder. Daarnaast werden vorig jaar ook minder goederen uitgevoerd.

Er zijn fors minder (dure) minerale brandstoffen verhandeld, aldus het statistiekbureau. In 2022 werden bijvoorbeeld aardolie en energie duurder door de oorlog in Oekraïne en de sancties tegen Rusland. Daarom steeg de totale in- en uitvoerwaarde van die goederen toen. In 2023 daalden die prijzen weer, wat ook resulteerde in een lagere in- en uitvoerwaarde van minerale brandstoffen en chemische producten.

Nederland exporteerde fors minder goederen van eigen bodem naar Duitsland, België, Nigeria en Taiwan. Zo kreeg Taiwan minder gespecialiseerde machines uit Nederland. China en Zuid-Korea importeerden juist meer Nederlandse machines, bijvoorbeeld voor het fabriceren van halfgeleiders.

De krimp in de totale waarde van de import kwam door minder invoer uit Rusland, het Verenigd Koninkrijk, Noorwegen en China. Die eerste drie landen importeerden vooral minder ruwe olie, geraffineerde aardolieproducten en (aard)gas.

Uit China werden veel verschillende producten minder ingevoerd, zoals computers, laptops, smartphones, farmaceutische producten, meubels en kleding.

De Verenigde Staten leverden wel meer aan Nederland. Dat kwam deels door de gestegen invoer van lng, ruwe olie en aardolieproducten. Sinds de oorlog met Oekraïne hebben landen als de VS, Saoedi-Arabië en Noorwegen de positie van Rusland als belangrijke leverancier van brandstoffen overgenomen.