Dat voorstel behelsde het intrekken van ontheffingen (‘letter rulings’) voor niet-Amerikaanse schepen, die worden ingezet bij offshore olie- en gasprojecten in met name de Golf van Mexico. Het zou daarbij vooral bevoorradingsschepen, suppliers, gaan. Om hoeveel schepen het gaat, is onduidelijk.
Volgens de Jones Act mag alleen een in de VS gebouwd schip dat eigendom is van een Amerikaanse burger en dat door Amerikanen wordt bemand lading tussen twee punten in de VS vervoeren. De wet is, ook binnen de VS, omstreden vanwege het zeer protectionistische karakter. Behalve de koopvaardij vallen ook offshore- en baggeractiviteiten eronder.
US Customs and Border Protection (CBP), zoals de dienst voluit heet, publiceerde de ‘correctionele actie’ twee dagen voor het vertrek van president Obama en slikt hem onder ‘America first’-president Trump dus weer in. In de tussentijd zijn er meer dan 3.000 reacties ingediend. CBP-directeur Glen Vereb zegt in het Customs Bulletin van deze week dat op basis van die reacties en eigen onderzoek van de dienst is besloten om het voorstel te ‘heroverwegen’. Dat betekent niet dat het plan definitief van de baan is. De dienst gaat het hele wetgevende proces tegen het licht houden en niet uit te sluiten valt dat daar een aangepast voorstel uitrolt.
Het American Petroleum Institute, belangenbehartiger van de olie- en gasindustrie, stelt dat het intrekken van de bewuste vrijstellingen de olie- en gaswinning in de VS ernstig zou schaden. Ze hanteren daarbij een simpel argument: Amerikaanse bedrijven beschikken zelf niet over de gespecialiseerde schepen, waarvoor de vrijstellingen gelden.
De Offshore Marine Service Association (Omsa), ziet dat heel anders: ‘Dit besluit is uiterst schadelijk omdat het de belangen van buitenlandse bedrijven op de eerste plaats zet, die in strijd met de Amerikaanse wet lokaal opereren, en die van Amerikaanse bedrijven en werknemers op de laatste.’ De belangenvereniging van de maritieme bedrijven voegt eraan toe dat de wettelijke en correcte toepassing van de Jones Act hiermee ernstige vertraging oploopt.
Ook Matthew Paxton, president van de Shipbuilders Council of America toont zich diep ongelukkig en trekt alle registers open: ‘We zijn teleurgesteld dat de regering ervoor gekozen heeft om deze banenvernietigende regeling voor onbepaalde tijd in stand te houden. De volledige naleving van de wet is cruciaal voor de civiele scheepsbouw- en reparatiesector, die van levensbelang is voor de Amerikaanse nationale veiligheid. Dit gedraal is slecht voor de 400.000 mannen en vrouwen, die in de Amerikaanse scheepsbouw werken’.
U las zojuist één van de gratis premium artikelen
Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af
Bent u al abonnee?