Chemelot vol onzekerheden op weg naar ‘klimaatneutraliteit’

Interview

Chemiecluster Chemelot in Limburg wil af van fossiele brandstoffen. Maar er liggen nog veel onzekerheden op de loer. ‘We weten nog niet hoe snel de duurzame productie hier van de grond komt en zijn afhankelijk van prijsontwikkelingen’, vertelt directeur Loek Radix van Chemelot.

Foto: Luc Lodder

Loek Radix, sinds 2019 directeur van het Limburgse chemiebedrijventerrein Chemelot, zegt zich in te zetten voor een ‘volledig klimaatneutrale chemiesite’, in 2050. Samen met Henk Bril, veiligheidsexpert bij chemiebedrijf Sabic, en Sjoerd Zuidema en Peter Kehrens van chemiebedrijf AnQore vertelt hij hoe hij dit voor zich ziet.

Volgens Radix is het uitgangspunt: ‘We willen in de toekomst blijven maken wat we nu ook maken.’ Maar, stelt hij: ‘Wat wij aan grondstoffen nodig hebben verandert dramatisch. Op dit moment gebruiken wij als basis nafta en aardgas, wat aangevoerd wordt via buisleidingen. Van aardgas maken wij waterstof en ammoniak. Van nafta, een product uit de olieraffinaderij, maken wij etheen en propeen, waar verschillende kunststoffen van gemaakt worden. Van die fossiele grondstoffen moeten wij af. Als dat ons lukt, zijn we in principe klaar’.

Afval

Er moet nog heel wat gebeuren voor dat zover is. Volgens Radix is op dit moment ongeveer de helft van het chemiecluster afhankelijk van ammoniak. Als Chemelot deze ammoniak zelf op een groene manier gaat produceren, moet dit gebeuren met recyclebaar afval en biomassa. Op dit moment werkt Chemelot in samenwerking met energieconcern RWE aan een project waarbij afval naar een fabriek buiten Chemelot wordt gebracht en wordt verwerkt tot pallets, die vervolgens per schip naar het chemische complex moeten worden vervoerd. Op Chemelot moet hier vervolgens waterstof van worden gemaakt. Op dit moment zijn de bouwwerkzaamheden nog niet gestart. Verwacht wordt dat het definitieve investeringsbesluit voor het project volgend jaar wordt genomen. Volgens RWE kan uiteindelijk jaarlijks 280 miljoen kuub gas worden bespaard. Op dit moment verbruikt Chemelot naar eigen zeggen ruim 1450 miljoen kubieke meter aardgas per jaar.

Naast de gewenste verduurzaming zorgt een dergelijk project ook voor andere voordelen. ‘Uiteindelijk zal ook het vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor hierdoor afnemen’, zegt Bril. ‘Lpg is nu nog een grondstof voor onze krakers en die vervoeren we via het spoor. Op den duur willen we die fossiele grondstoffen ook vervangen door recyclebaar afval en biomassa, waardoor er juist veel meer vaste stoffen en minder brandbare gassen worden aangevoerd. Daar moet je dan natuurlijk wel de infrastructuur voor hebben.’

Zo wil Chemelot de transportcorridor op het eigen terrein, die loopt tussen de binnenhaven van Stein en Chemelot, uitbreiden door deze geschikt te maken voor vrachtwagens. Op dit moment kunnen goederen alleen per spoor of buisleiding over het eigen terrein worden vervoerd. Vrachtwagens rijden daarom nu nog via de openbare weg. Radix: ‘Dat zijn er heel wat, met alle congestie van dien, en we verwachten dat dit in de toekomst alleen maar meer wordt. Bovendien mogen zelfrijdende elektrische vrachtwagens niet op de openbare weg en mag dit waarschijnlijk ook in de toekomst niet. Op ons eigen terrein verwachten we dat wel te kunnen realiseren. Zo willen we uiteindelijk afval in vaste vorm naar onze productiesite brengen en bijvoorbeeld kunstmest naar onze binnenhaven. Op dit moment bevinden we ons in het participatietraject met bewoners, die nu nog veelal tegen zijn. Aan het eind van het jaar hopen we de investeringsbeslissing te nemen zodat we kunnen beginnen met bouwen.’

Toch is het op dit moment de vraag hoe snel het voor Chemelot mogelijk wordt om zelf duurzame grondstoffen te produceren. Volgens Radix is er op dit moment nog bijzonder veel onzekerheid. ‘De kans bestaat dat je ammoniak, etheen en propeen van elders moet aanvoeren en vooral ammoniak is geen fijne stof. In hoeverre we ammoniak van buiten moeten aanvoeren, weten we nu simpelweg nog niet. Het ligt er maar net aan hoe snel de duurzame productie hier van de grond komt. RWE mag vanwege de stikstofproblematiek de externe productielocatie nog niet bouwen. Als dat niet opgelost wordt, wordt de kans dat we ammoniak per schip moeten vervoeren bijvoorbeeld al groter.’

‘En we zijn afhankelijk van prijsontwikkelingen in het buitenland. Het kan zijn dat het voor ons uiteindelijk niet rendabel is om ammoniak lokaal te maken’, zegt Sjoerd Zuidema, director Purchasing en Supply Chain bij AnQore. ‘Er zijn landen met betere omstandigheden voor het maken van groene waterstof, bijvoorbeeld landen met veel zon en wind. Die kunnen groene waterstof op grote schaal produceren en distribueren naar de rest van de wereld.’

Foto: Simone van der Lee / NT

Binnenvaart

Hoe ammoniak op grote schaal naar Chemelot vervoerd kan worden, is voor de bedrijven op dit moment nog niet volledig duidelijk. Op de vraag of Chemelot met de huidige plannen aan de groeiende vraag naar duurzame grondstoffen kan voldoen, kan Radix nog weinig zeggen. ‘Het is heel lastig om te zeggen wat wij exact in 2035 nodig hebben. Dat is afhankelijk van allerlei ontwikkelingen. Maar die hopen we wel bij te kunnen benen.’

Zuidema vult aan: ‘We investeren nu in extra loscapaciteit in de haven zodat we al biopropeen van buiten Chemelot kunnen aankopen. Zolang er voor dat product geen buisleiding ligt, doen we het via de binnenvaart. Het spoor proberen we zoveel mogelijk te vermijden voor de aanvoer van grondstoffen.’

‘Vervoer via de binnenvaart mag volgens de huidige wetgeving nog groeien, maar wanneer je in Nederland ammoniak als waterstofdrager op grote schaal via bijvoorbeeld de binnenvaart wilt vervoeren, moet er nog goed naar het veiligheidsrisico worden gekeken. Bovendien komen hier veel investeringen bij kijken. Vervoer van ammoniak via de binnenvaart gebeurt nog niet zoveel. Die markt is nog volop in ontwikkeling’, licht Bril toe.

Hoewel de plannen voor het aanleggen van buisleidingen vanwege de hoge aanlegkosten nu op een laag pitje staan, koestert Radix nog een sprankje hoop. ‘De plannen voor een lpg- en propeenleiding en de aanleg van de Delta Corridor zijn nog niet van tafel. De kans is niet groot, maar wij zouden het toch heel graag willen zien. Dus als de Brabantse burgemeesters beginnen te klagen over het transport van gevaarlijke stoffen via het spoor over de Brabantroute, vinden wij dat op zich wel prettig. Dat zorgt ervoor dat het Rijk misschien toch nog een keer nadenkt of ze wat geld bij willen leggen. De maatschappelijke baten van een buisleiding zijn enorm. Vervoer van grote volumes gevaarlijke stoffen wil je bij voorkeur per buisleiding doen. En als ze er eenmaal liggen, kosten ze niks meer.’

Overal vol

Vooralsnog is men op Chemelot voor het vervoer van gevaarlijke stoffen echter nog gedeeltelijk afhankelijk van andere modaliteiten dan de buis. Op het Basisnet Spoor (landelijk aangewezen netwerk voor het vervoer van gevaarlijke stoffen, red.) worden nu meer gevaarlijke stoffen vervoerd dan voorzien. ‘Overal zit het vol en er zijn allerlei factoren waardoor treinen soms anders moeten rijden dan je graag zou willen. Daar is bij het ontwikkelen van het huidige Basisnet niet naar gekeken’, zei Bril in een eerder interview.

Hoe ziet Chemelot het spoorvervoer in de toekomst voor zich? Bril: ‘Voornamelijk het vervoer van brandbare gassen, zoals lpg, zorgt voor de overschrijdingen die we nu zien. Een deel van die gassen is vervoer voor Chemelot. Als je een dikke stroom lpg hebt, is het te overwegen om daar een buisleiding voor aan te leggen. Dat hadden we graag gezien. We willen het spoor het liefst gebruiken voor goederen die niet via een buisleiding kunnen. Desondanks zal het spoorvervoer altijd belangrijk blijven voor Chemelot. We hebben klanten waarvan we fabrieken al decennia beleveren met kleine hoeveelheden gevaarlijke stoffen. Ideaal om daar af en toe een ketelwagen naartoe te kunnen sturen.’

‘Incident met wagon liet zien dat veiligheidsmaatregelen functioneren’

Bij een recent incident op Chemelot kwam een lege wagon tijdens rangeeractiviteiten plotseling in beweging om enkele kilometers naar het havengebied in Stein te rollen, waar hij op twee andere, eveneens lege wagons botste. Op dit moment loopt er een onderzoek naar de toedracht. Volgens Henk Bril van Sabic hebben de veiligheidsmaatregelen op de wagons gefunctioneerd en ontstond er geen schade aan de ketels.

‘Na een eerdere botsing in 2015 in Tilburg hebben de bedrijven op Chemelot veel gedaan om de wagons veiliger te maken’, aldus Bril. ‘Op alle wagons zijn sindsdien crashbuffers gemonteerd. Die zorgen ervoor dat botsingsenergie wordt doorgezet naar de onderstellen en niet naar de tanks. Bij het recente ongeval is dan ook geen lekkage ontstaan.’

Chemiebedrijf AnQore heeft zijn volledige wagonvloot sinds 2018 voorzien van sensoren, vertelt Sjoerd Zuidema van dat bedrijf. ‘Zodat wij nog steeds controle hebben over onze wagons nadat ze de site hebben verlaten. Hierdoor weten we te allen tijden waar onze wagons zich bevinden en of er iets mee is gebeurd. Ook kunnen we onze vervoerder aanspreken als een wagon te snel rijdt of wanneer een wagon niet de toegestane route volgt. Onze wagons moeten bovendien twee keer worden afgesloten. Op de tweede afsluiter wordt ook een sensor geplaatst, zodat we kunnen zien of onze klanten de ketel wel goed afsluiten. Uiteindelijk willen we ook nog de druk, temperatuur en vulgraad van onze wagons gaan meten. We zijn nu met onze leverancier bezig dit mogelijk te maken.’

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af

Start abonnement

Chemelot vol onzekerheden op weg naar ‘klimaatneutraliteit’ | NT

Chemelot vol onzekerheden op weg naar ‘klimaatneutraliteit’

Interview

Chemiecluster Chemelot in Limburg wil af van fossiele brandstoffen. Maar er liggen nog veel onzekerheden op de loer. ‘We weten nog niet hoe snel de duurzame productie hier van de grond komt en zijn afhankelijk van prijsontwikkelingen’, vertelt directeur Loek Radix van Chemelot.

Foto: Luc Lodder

Loek Radix, sinds 2019 directeur van het Limburgse chemiebedrijventerrein Chemelot, zegt zich in te zetten voor een ‘volledig klimaatneutrale chemiesite’, in 2050. Samen met Henk Bril, veiligheidsexpert bij chemiebedrijf Sabic, en Sjoerd Zuidema en Peter Kehrens van chemiebedrijf AnQore vertelt hij hoe hij dit voor zich ziet.

Volgens Radix is het uitgangspunt: ‘We willen in de toekomst blijven maken wat we nu ook maken.’ Maar, stelt hij: ‘Wat wij aan grondstoffen nodig hebben verandert dramatisch. Op dit moment gebruiken wij als basis nafta en aardgas, wat aangevoerd wordt via buisleidingen. Van aardgas maken wij waterstof en ammoniak. Van nafta, een product uit de olieraffinaderij, maken wij etheen en propeen, waar verschillende kunststoffen van gemaakt worden. Van die fossiele grondstoffen moeten wij af. Als dat ons lukt, zijn we in principe klaar’.

Afval

Er moet nog heel wat gebeuren voor dat zover is. Volgens Radix is op dit moment ongeveer de helft van het chemiecluster afhankelijk van ammoniak. Als Chemelot deze ammoniak zelf op een groene manier gaat produceren, moet dit gebeuren met recyclebaar afval en biomassa. Op dit moment werkt Chemelot in samenwerking met energieconcern RWE aan een project waarbij afval naar een fabriek buiten Chemelot wordt gebracht en wordt verwerkt tot pallets, die vervolgens per schip naar het chemische complex moeten worden vervoerd. Op Chemelot moet hier vervolgens waterstof van worden gemaakt. Op dit moment zijn de bouwwerkzaamheden nog niet gestart. Verwacht wordt dat het definitieve investeringsbesluit voor het project volgend jaar wordt genomen. Volgens RWE kan uiteindelijk jaarlijks 280 miljoen kuub gas worden bespaard. Op dit moment verbruikt Chemelot naar eigen zeggen ruim 1450 miljoen kubieke meter aardgas per jaar.

Naast de gewenste verduurzaming zorgt een dergelijk project ook voor andere voordelen. ‘Uiteindelijk zal ook het vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor hierdoor afnemen’, zegt Bril. ‘Lpg is nu nog een grondstof voor onze krakers en die vervoeren we via het spoor. Op den duur willen we die fossiele grondstoffen ook vervangen door recyclebaar afval en biomassa, waardoor er juist veel meer vaste stoffen en minder brandbare gassen worden aangevoerd. Daar moet je dan natuurlijk wel de infrastructuur voor hebben.’

Zo wil Chemelot de transportcorridor op het eigen terrein, die loopt tussen de binnenhaven van Stein en Chemelot, uitbreiden door deze geschikt te maken voor vrachtwagens. Op dit moment kunnen goederen alleen per spoor of buisleiding over het eigen terrein worden vervoerd. Vrachtwagens rijden daarom nu nog via de openbare weg. Radix: ‘Dat zijn er heel wat, met alle congestie van dien, en we verwachten dat dit in de toekomst alleen maar meer wordt. Bovendien mogen zelfrijdende elektrische vrachtwagens niet op de openbare weg en mag dit waarschijnlijk ook in de toekomst niet. Op ons eigen terrein verwachten we dat wel te kunnen realiseren. Zo willen we uiteindelijk afval in vaste vorm naar onze productiesite brengen en bijvoorbeeld kunstmest naar onze binnenhaven. Op dit moment bevinden we ons in het participatietraject met bewoners, die nu nog veelal tegen zijn. Aan het eind van het jaar hopen we de investeringsbeslissing te nemen zodat we kunnen beginnen met bouwen.’

Toch is het op dit moment de vraag hoe snel het voor Chemelot mogelijk wordt om zelf duurzame grondstoffen te produceren. Volgens Radix is er op dit moment nog bijzonder veel onzekerheid. ‘De kans bestaat dat je ammoniak, etheen en propeen van elders moet aanvoeren en vooral ammoniak is geen fijne stof. In hoeverre we ammoniak van buiten moeten aanvoeren, weten we nu simpelweg nog niet. Het ligt er maar net aan hoe snel de duurzame productie hier van de grond komt. RWE mag vanwege de stikstofproblematiek de externe productielocatie nog niet bouwen. Als dat niet opgelost wordt, wordt de kans dat we ammoniak per schip moeten vervoeren bijvoorbeeld al groter.’

‘En we zijn afhankelijk van prijsontwikkelingen in het buitenland. Het kan zijn dat het voor ons uiteindelijk niet rendabel is om ammoniak lokaal te maken’, zegt Sjoerd Zuidema, director Purchasing en Supply Chain bij AnQore. ‘Er zijn landen met betere omstandigheden voor het maken van groene waterstof, bijvoorbeeld landen met veel zon en wind. Die kunnen groene waterstof op grote schaal produceren en distribueren naar de rest van de wereld.’

Foto: Simone van der Lee / NT

Binnenvaart

Hoe ammoniak op grote schaal naar Chemelot vervoerd kan worden, is voor de bedrijven op dit moment nog niet volledig duidelijk. Op de vraag of Chemelot met de huidige plannen aan de groeiende vraag naar duurzame grondstoffen kan voldoen, kan Radix nog weinig zeggen. ‘Het is heel lastig om te zeggen wat wij exact in 2035 nodig hebben. Dat is afhankelijk van allerlei ontwikkelingen. Maar die hopen we wel bij te kunnen benen.’

Zuidema vult aan: ‘We investeren nu in extra loscapaciteit in de haven zodat we al biopropeen van buiten Chemelot kunnen aankopen. Zolang er voor dat product geen buisleiding ligt, doen we het via de binnenvaart. Het spoor proberen we zoveel mogelijk te vermijden voor de aanvoer van grondstoffen.’

‘Vervoer via de binnenvaart mag volgens de huidige wetgeving nog groeien, maar wanneer je in Nederland ammoniak als waterstofdrager op grote schaal via bijvoorbeeld de binnenvaart wilt vervoeren, moet er nog goed naar het veiligheidsrisico worden gekeken. Bovendien komen hier veel investeringen bij kijken. Vervoer van ammoniak via de binnenvaart gebeurt nog niet zoveel. Die markt is nog volop in ontwikkeling’, licht Bril toe.

Hoewel de plannen voor het aanleggen van buisleidingen vanwege de hoge aanlegkosten nu op een laag pitje staan, koestert Radix nog een sprankje hoop. ‘De plannen voor een lpg- en propeenleiding en de aanleg van de Delta Corridor zijn nog niet van tafel. De kans is niet groot, maar wij zouden het toch heel graag willen zien. Dus als de Brabantse burgemeesters beginnen te klagen over het transport van gevaarlijke stoffen via het spoor over de Brabantroute, vinden wij dat op zich wel prettig. Dat zorgt ervoor dat het Rijk misschien toch nog een keer nadenkt of ze wat geld bij willen leggen. De maatschappelijke baten van een buisleiding zijn enorm. Vervoer van grote volumes gevaarlijke stoffen wil je bij voorkeur per buisleiding doen. En als ze er eenmaal liggen, kosten ze niks meer.’

Overal vol

Vooralsnog is men op Chemelot voor het vervoer van gevaarlijke stoffen echter nog gedeeltelijk afhankelijk van andere modaliteiten dan de buis. Op het Basisnet Spoor (landelijk aangewezen netwerk voor het vervoer van gevaarlijke stoffen, red.) worden nu meer gevaarlijke stoffen vervoerd dan voorzien. ‘Overal zit het vol en er zijn allerlei factoren waardoor treinen soms anders moeten rijden dan je graag zou willen. Daar is bij het ontwikkelen van het huidige Basisnet niet naar gekeken’, zei Bril in een eerder interview.

Hoe ziet Chemelot het spoorvervoer in de toekomst voor zich? Bril: ‘Voornamelijk het vervoer van brandbare gassen, zoals lpg, zorgt voor de overschrijdingen die we nu zien. Een deel van die gassen is vervoer voor Chemelot. Als je een dikke stroom lpg hebt, is het te overwegen om daar een buisleiding voor aan te leggen. Dat hadden we graag gezien. We willen het spoor het liefst gebruiken voor goederen die niet via een buisleiding kunnen. Desondanks zal het spoorvervoer altijd belangrijk blijven voor Chemelot. We hebben klanten waarvan we fabrieken al decennia beleveren met kleine hoeveelheden gevaarlijke stoffen. Ideaal om daar af en toe een ketelwagen naartoe te kunnen sturen.’

‘Incident met wagon liet zien dat veiligheidsmaatregelen functioneren’

Bij een recent incident op Chemelot kwam een lege wagon tijdens rangeeractiviteiten plotseling in beweging om enkele kilometers naar het havengebied in Stein te rollen, waar hij op twee andere, eveneens lege wagons botste. Op dit moment loopt er een onderzoek naar de toedracht. Volgens Henk Bril van Sabic hebben de veiligheidsmaatregelen op de wagons gefunctioneerd en ontstond er geen schade aan de ketels.

‘Na een eerdere botsing in 2015 in Tilburg hebben de bedrijven op Chemelot veel gedaan om de wagons veiliger te maken’, aldus Bril. ‘Op alle wagons zijn sindsdien crashbuffers gemonteerd. Die zorgen ervoor dat botsingsenergie wordt doorgezet naar de onderstellen en niet naar de tanks. Bij het recente ongeval is dan ook geen lekkage ontstaan.’

Chemiebedrijf AnQore heeft zijn volledige wagonvloot sinds 2018 voorzien van sensoren, vertelt Sjoerd Zuidema van dat bedrijf. ‘Zodat wij nog steeds controle hebben over onze wagons nadat ze de site hebben verlaten. Hierdoor weten we te allen tijden waar onze wagons zich bevinden en of er iets mee is gebeurd. Ook kunnen we onze vervoerder aanspreken als een wagon te snel rijdt of wanneer een wagon niet de toegestane route volgt. Onze wagons moeten bovendien twee keer worden afgesloten. Op de tweede afsluiter wordt ook een sensor geplaatst, zodat we kunnen zien of onze klanten de ketel wel goed afsluiten. Uiteindelijk willen we ook nog de druk, temperatuur en vulgraad van onze wagons gaan meten. We zijn nu met onze leverancier bezig dit mogelijk te maken.’

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af

Start abonnement