De verschillen tussen industriële bedrijfstakken waren groot, waarbij de meeste bedrijfsklassen minder produceerden dan in dezelfde maand een jaar eerder. Van de grote branches liet de machine-industrie de grootste productiedaling zien. De branche van reparatie en installatie van machines kende opnieuw de grootste toename van de productie.
In vergelijking met de voorgaande maand produceerde de Nederlandse industrie wel meer. Dan gaat het om een stijging van 0,7 procent. Ondernemers in de sector kijken daarentegen voor de vierde maand op rij minder positief vooruit. Dat komt vooral doordat ze minder positief waren over de orderportefeuille.
De Nederlandse Vereniging van Inkoopmanagers (Nevi) constateerde onlangs al dat de Nederlandse industrie kampt met een aanhoudende zwakke vraag. Sectoreconoom Albert Jan Swart van ABN AMRO zei in een toelichting op de maandelijkse peiling van de bedrijvigheid door Nevi ook dat Nederland zwaar getroffen wordt door de malaise in de chemiesector. De hoge gasprijs zou het moeilijk maken voor Europese energie-intensieve ondernemingen om op de wereldmarkt te concurreren.
Verder waarschuwde Swart dat ontwikkelingen in Duitsland, waar veel vraag vandaan zou moeten komen, weinig goeds beloven voor de komende maanden. In deze belangrijke afzetmarkt voor de Nederlandse industrie verslechterde het vertrouwen van ondernemers in de industrie volgens de laatste cijfers eveneens. De gemiddelde dagproductie van de Duitse industrie was volgens statistiekbureau Destatis in juni 0,4 procent lager dan een jaar eerder. Ten opzichte van mei daalde de Duitse productie met 1,2 procent.