Duitsland werkt momenteel aan de bouw van een derde spoor tussen Emmerich en Oberhausen, wat aansluit op de Nederlandse Betuweroute. Uiteindelijk moet dit spoor de capaciteit op de Betuweroute flink vergroten. De einddatum voor het project is inmiddels echter al meerdere keren uitgesteld. Op dit moment staat ‘circa 2030’ op de planning. Vervoerders hebben de afgelopen jaren vooral veel last gehad van de vele werkzaamheden die nu plaatsvinden ten behoeve van het derde spoor, waardoor de Betuweroute regelmatig geheel of gedeeltelijk is afgesloten. Wanneer dit gebeurt, moeten goederentreinen omgeleid worden via de al druk belaste Brabantroute.

‘Voor Nederland is het belangrijk dat Duitsland geld krijgt om het spoor bij de grensovergang in Emmerich aan te pakken. De Betuweroute gaat daar de Nederlands-Duitse grens over en zodra de Duitse aansluiting is verbeterd, kunnen er meer goederentreinen over de Betuweroute rijden’, zo laat het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat hierover weten.

Rail Ghent Terneuzen

De EU stelde in totaal 6,2 miljard euro aan subsidie beschikbaar voor deze ronde van de Connecting Europe Facility (CEF). Dit geld is bedoeld voor Europese projecten ter verbetering van de transportinfrastructuur. Er gaat onder andere ook nog een stevig bedrag van ruim 178 miljoen naar het uitbreiden van de capaciteit voor de spoorlijn tussen Karlsruhe en Basel, die op de Rhine-Alpine Corridor ligt, die loopt tussen Nederland en Italië.

Nederland ontvangt in totaal zo’n 125 miljoen euro voor verschillende projecten die de transportinfrastructuur in Nederland moeten verbeteren. Zo gaat er 3,5 miljoen naar verder onderzoek naar Rail Ghent Terneuzen, een project van North Sea Port met als doel de spoorcapaciteit in het internationale havengebied tussen Gent en Terneuzen te verbeteren. Het uiteindelijke doel van deze studie is de uitvoering en oplevering van de verplichte milieuonderzoeken en andere vergunningsaanvragen.

Daarnaast gaat er een aanzienlijk bedrag van ruim 37 miljoen naar een aantal Limburgse binnenhavens. Ook steekt de EU ongeveer 2 miljoen euro in een studieproject van het Havenbedrijf Amsterdam ter voorbereiding van de bouw van een 580 meter lange kade bij IJmond die gebruikt moet worden voor het ontvangen en onderhouden van offshore windonderdelen en turbines. Verder investeert de EU in twee projecten ter behoeve van duurzamer en efficiënter luchtverkeersbeheer. Het eerste project is ingediend door KLM en Schiphol. Het tweede project, met meer automatisering als doel, is ingediend door Transavia.