ProRail: tot 2050 ruim vijftien miljard nodig voor Ten-T-netwerk

spoornet aanpassen

ProRail heeft tot 2050 ruim vijftien miljard euro nodig om het Nederlandse spoornet aan te passen aan de eisen van het Europese TEN-T programma.

Foto: Shutterstock

Dit meldt staatssecretaris Vivianne Heijnen in een voortgangsrapportage, die ze naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Daarvan is twee miljard nodig om het Nederlandse deel van de Europese corridors overal geschikt te maken voor goederentreinen van 740 meter en nog eens 800 miljoen om ze daar honderd kilometer per uur te kunnen laten rijden.

Daarnaast is er 2,4 miljard nodig om de maximale aslast op te voeren tot 22,5 ton. Dit is vooral van belang voor zware locomotieven, zowel in het goederen- als het passagiersvervoer. Deze bedragen zijn exclusief de miljardeninvesteringen die nodig zijn voor ERTMS-beveiliging en de eventuele aanleg van de Lelylijn (Groningen/Leeuwarden – Heerenveen – Lelystad). De kosten daarvan worden tussen de zes en twaalf miljard euro geschat.

Impactscan

De cijfers komen uit een ‘impactscan’, die de spoorbeheerder op verzoek van Heijnen heeft gemaakt ter ondersteuning van de onderhandelingen, ofwel ‘trilogen’, in Brussel over de actualisering van het TEN-T project. Dat voorziet in het creëren van een reeks Europese spoorcorridors. Voor het Nederlandse goederenvervoer zijn dat er drie: Rhine – Alpine, North Sea – Mediterranean en North Sea – Baltic.

De Nederlandse inzet daarbij is om verzwaring van eisen zoveel mogelijk te vermijden om te voorkomen dat de kosten verder oplopen. Heijnen stelt dat verlaging van de Europese TEN-T eisen ‘moeilijk haalbaar’ is, maar ze wil dit wel onderzoeken. Daarbij gaat het in het bijzonder om trajecten waar zowel goederen- als passagierstreinen rijden, waarop de maximumsnelheid omhoog moet naar 160 km/u.

Dat zijn de trajecten Rotterdam – Den Haag, Rotterdam – Utrecht – Amersfoort en Amsterdam – Amersfoort – Deventer – Duitse grens. Nederland zet voor deze routes in op een ‘flexibilisering’ van de 160 km/u-eis en zal desnoods ontheffingen aanvragen. De staatssecretaris stelt dat deze eis ‘enorme investeringen met zich meebrengt, die in Nederland nauwelijks meerwaarde opleveren’.

Ze is daarentegen wel bereid om de verbinding Groningen-Eemshaven ‘gezien de wens van de sector en het gebruik voor militaire mobiliteit’ op te nemen in het TEN-T programma voor het goederenvervoer, maar noemt daarbij geen bedragen.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af

Start abonnement

ProRail: tot 2050 ruim vijftien miljard nodig voor Ten-T-netwerk | NT

ProRail: tot 2050 ruim vijftien miljard nodig voor Ten-T-netwerk

spoornet aanpassen

ProRail heeft tot 2050 ruim vijftien miljard euro nodig om het Nederlandse spoornet aan te passen aan de eisen van het Europese TEN-T programma.

Foto: Shutterstock

Dit meldt staatssecretaris Vivianne Heijnen in een voortgangsrapportage, die ze naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Daarvan is twee miljard nodig om het Nederlandse deel van de Europese corridors overal geschikt te maken voor goederentreinen van 740 meter en nog eens 800 miljoen om ze daar honderd kilometer per uur te kunnen laten rijden.

Daarnaast is er 2,4 miljard nodig om de maximale aslast op te voeren tot 22,5 ton. Dit is vooral van belang voor zware locomotieven, zowel in het goederen- als het passagiersvervoer. Deze bedragen zijn exclusief de miljardeninvesteringen die nodig zijn voor ERTMS-beveiliging en de eventuele aanleg van de Lelylijn (Groningen/Leeuwarden – Heerenveen – Lelystad). De kosten daarvan worden tussen de zes en twaalf miljard euro geschat.

Impactscan

De cijfers komen uit een ‘impactscan’, die de spoorbeheerder op verzoek van Heijnen heeft gemaakt ter ondersteuning van de onderhandelingen, ofwel ‘trilogen’, in Brussel over de actualisering van het TEN-T project. Dat voorziet in het creëren van een reeks Europese spoorcorridors. Voor het Nederlandse goederenvervoer zijn dat er drie: Rhine – Alpine, North Sea – Mediterranean en North Sea – Baltic.

De Nederlandse inzet daarbij is om verzwaring van eisen zoveel mogelijk te vermijden om te voorkomen dat de kosten verder oplopen. Heijnen stelt dat verlaging van de Europese TEN-T eisen ‘moeilijk haalbaar’ is, maar ze wil dit wel onderzoeken. Daarbij gaat het in het bijzonder om trajecten waar zowel goederen- als passagierstreinen rijden, waarop de maximumsnelheid omhoog moet naar 160 km/u.

Dat zijn de trajecten Rotterdam – Den Haag, Rotterdam – Utrecht – Amersfoort en Amsterdam – Amersfoort – Deventer – Duitse grens. Nederland zet voor deze routes in op een ‘flexibilisering’ van de 160 km/u-eis en zal desnoods ontheffingen aanvragen. De staatssecretaris stelt dat deze eis ‘enorme investeringen met zich meebrengt, die in Nederland nauwelijks meerwaarde opleveren’.

Ze is daarentegen wel bereid om de verbinding Groningen-Eemshaven ‘gezien de wens van de sector en het gebruik voor militaire mobiliteit’ op te nemen in het TEN-T programma voor het goederenvervoer, maar noemt daarbij geen bedragen.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af

Start abonnement