IWT moet groeien om te overleven’

BRUSSEL – Het Belgische Instituut voor Wegtransport zal moeten groeien, als het tenminste niet vermalen wil worden door het geweld van vergelijkbare, maar veel grotere, instituten uit het buitenland. Dit zegt IWT-directeur G. Machenil in een interview met deze krant ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van het instituut.

“Nu al merken we dat we in sommige gevallen voorbijgestreefd worden door onze buitenlandse collega’s” , zegt de IWT-directeur. Hij geeft een voorbeeld. “Kort geleden vroeg het Nederlandse NEA of wij onderzoek konden doen voor een opdracht van een Nederlandse verzekeringsmaatschapij die meer wilde weten over de Belgische wegtransportmarkt. Wij hebben daaraan niet kunnen voldoen om de doodeenvoudige reden dat we niet beschikken over een eigen buitendienst zoals het NEA dat heeft. We hebben ze uiteindelijk behulpzaam kunnen zijn door ze in contact te brengen met een andere organisatie maar het is duidelijk dat we dat liever zelf hadden gedaan.”
Volgens Machenil zal IWT’s raad van beheer, die bestaat uit vijf vertegenwoordigers van de beroepsorganisaties en vijf (waaronder de voorzitter) van het ministerie van verkeerswezen, een principiele keuze moeten maken tussen groeien of voortbestaan op het huidige niveau. In het laatste geval vreest de directeur het ergste voor ‘het kleine IWT- tje tussen de grote buitenlandse instituten.’ “Daarmee bewijs ik de sector bepaald geen dienst. Er zit vreselijk veel kennis in dit huis en het zou doodzonde zijn om dat overboord te zetten.”
Machenil wil zowel de opleidingsafdeling als de studiedienst vergroten. “Het is beslist niet de bedoeling om Ef een school, Ef een onderzoeksbureau te worden omdat het een nu eenmaal met het ander in verband staat. Studie-opdrachten kunnen de scholing ten goede komen en omgekeerd.” Aangezien de raad van beheer zich nog over de materie moet buigen, valt er nog weinig te zeggen over de toekomstige omvang van het IWT, dat nu dertig man in dienst heeft. “Het enige wat ik weet, is dat we moeten groeien. Tot welk niveau zal de toekomst leren.”
Een voordeel heeft het instituut: het IWT is op geen enkele manier afhankelijk van overheidsgeld. Ongeveer eenderde van de omzet (dit jaar circa 75 miljoen frank) is afkomstig uit een toeslag op de heffingen voor Belgische wegvervoersvergunningen. Voor de rest kan het IWT zichzelf bedruipen uit de lesgelden die voor de cursussen worden gevraagd. “Door deze wijze van financiering zijn we in staat de ontwikkelingskosten voor nieuwe diensten te dekken, die we vervolgens kostendekkend kunnen aanbieden.” Overigens kan het IWT geen rekening op de Wetstaat indienen als het ministerie een onderzoeksopdracht geeft.

Vakbekwaamheid

De opleiding Vakbekwaamheid, verplichte kost voor elke nieuwe wegvervoerder, is nog steeds veruit het belangrijkste binnen het IWT. Ook Nederlandse wegvervoerders maken gretig gebruik van deze cursus omdat hij en veel goedkoper is dan de Nederlandse cursus, en veel sneller kan worden afgerond omdat het een dagopleiding is. Andere scholingsactiviteiten zijn onder meer ADR-cursussen en de cursus chauffeurshandboek.
Volgens Machenil is het echter hoognodig dat er veel meer aandacht wordt besteed aan zaken die de bedrijfsvoering in de bedrijfstak zelf ten goede komen. “Marketing en bedrijfseconomie staan zeer hoog op mijn verlanglijstje omdat op dat vlak nog veel te verbeteren valt.” Volgens Machenil is dit vooral van belang voor de middelgrote wegvervoerders die het pure ambachtelijke niveau inmiddels ontgroeid zijn, maar niet weten waar ze hun personeel moeten laten bijscholen.
Zoals al eerder bekend is gemaakt, wil het IWT ook een afzonderlijke consultancy-afdeling oprichten. “We hebben hier echt ongelooflijke gevallen mee gemaakt van mensen die hier met een smoesje informatie vandaan halen om die vervolgens voor een hoop geld te verkopen. Het is beslist niet onze bedoeling om een concurrentieslag aan te gaan met de grote consultancy bureaus maar we willen ons ook niet meer op een dergelijke manier laten misbruiken.”
Ook deze nog op te richten dienst zal vooral voor de middelgrote ondernemer (vijf tot twintig wagens volgens de definitie van het IWT) van belang zijn. “De kleine ondernemer zit echt niet op consultancy te wachten, die is blij dat hij het hoofd boven water kan houden. Maar voor de wat grotere ondernemingen is marktonderzoek en het uitstippelen van een strategisch beleid van vitaal belang.”

Door Rob Mackor

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af

Start abonnement

IWT moet groeien om te overleven’ | NT

IWT moet groeien om te overleven’

BRUSSEL – Het Belgische Instituut voor Wegtransport zal moeten groeien, als het tenminste niet vermalen wil worden door het geweld van vergelijkbare, maar veel grotere, instituten uit het buitenland. Dit zegt IWT-directeur G. Machenil in een interview met deze krant ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van het instituut.

“Nu al merken we dat we in sommige gevallen voorbijgestreefd worden door onze buitenlandse collega’s” , zegt de IWT-directeur. Hij geeft een voorbeeld. “Kort geleden vroeg het Nederlandse NEA of wij onderzoek konden doen voor een opdracht van een Nederlandse verzekeringsmaatschapij die meer wilde weten over de Belgische wegtransportmarkt. Wij hebben daaraan niet kunnen voldoen om de doodeenvoudige reden dat we niet beschikken over een eigen buitendienst zoals het NEA dat heeft. We hebben ze uiteindelijk behulpzaam kunnen zijn door ze in contact te brengen met een andere organisatie maar het is duidelijk dat we dat liever zelf hadden gedaan.”
Volgens Machenil zal IWT’s raad van beheer, die bestaat uit vijf vertegenwoordigers van de beroepsorganisaties en vijf (waaronder de voorzitter) van het ministerie van verkeerswezen, een principiele keuze moeten maken tussen groeien of voortbestaan op het huidige niveau. In het laatste geval vreest de directeur het ergste voor ‘het kleine IWT- tje tussen de grote buitenlandse instituten.’ “Daarmee bewijs ik de sector bepaald geen dienst. Er zit vreselijk veel kennis in dit huis en het zou doodzonde zijn om dat overboord te zetten.”
Machenil wil zowel de opleidingsafdeling als de studiedienst vergroten. “Het is beslist niet de bedoeling om Ef een school, Ef een onderzoeksbureau te worden omdat het een nu eenmaal met het ander in verband staat. Studie-opdrachten kunnen de scholing ten goede komen en omgekeerd.” Aangezien de raad van beheer zich nog over de materie moet buigen, valt er nog weinig te zeggen over de toekomstige omvang van het IWT, dat nu dertig man in dienst heeft. “Het enige wat ik weet, is dat we moeten groeien. Tot welk niveau zal de toekomst leren.”
Een voordeel heeft het instituut: het IWT is op geen enkele manier afhankelijk van overheidsgeld. Ongeveer eenderde van de omzet (dit jaar circa 75 miljoen frank) is afkomstig uit een toeslag op de heffingen voor Belgische wegvervoersvergunningen. Voor de rest kan het IWT zichzelf bedruipen uit de lesgelden die voor de cursussen worden gevraagd. “Door deze wijze van financiering zijn we in staat de ontwikkelingskosten voor nieuwe diensten te dekken, die we vervolgens kostendekkend kunnen aanbieden.” Overigens kan het IWT geen rekening op de Wetstaat indienen als het ministerie een onderzoeksopdracht geeft.

Vakbekwaamheid

De opleiding Vakbekwaamheid, verplichte kost voor elke nieuwe wegvervoerder, is nog steeds veruit het belangrijkste binnen het IWT. Ook Nederlandse wegvervoerders maken gretig gebruik van deze cursus omdat hij en veel goedkoper is dan de Nederlandse cursus, en veel sneller kan worden afgerond omdat het een dagopleiding is. Andere scholingsactiviteiten zijn onder meer ADR-cursussen en de cursus chauffeurshandboek.
Volgens Machenil is het echter hoognodig dat er veel meer aandacht wordt besteed aan zaken die de bedrijfsvoering in de bedrijfstak zelf ten goede komen. “Marketing en bedrijfseconomie staan zeer hoog op mijn verlanglijstje omdat op dat vlak nog veel te verbeteren valt.” Volgens Machenil is dit vooral van belang voor de middelgrote wegvervoerders die het pure ambachtelijke niveau inmiddels ontgroeid zijn, maar niet weten waar ze hun personeel moeten laten bijscholen.
Zoals al eerder bekend is gemaakt, wil het IWT ook een afzonderlijke consultancy-afdeling oprichten. “We hebben hier echt ongelooflijke gevallen mee gemaakt van mensen die hier met een smoesje informatie vandaan halen om die vervolgens voor een hoop geld te verkopen. Het is beslist niet onze bedoeling om een concurrentieslag aan te gaan met de grote consultancy bureaus maar we willen ons ook niet meer op een dergelijke manier laten misbruiken.”
Ook deze nog op te richten dienst zal vooral voor de middelgrote ondernemer (vijf tot twintig wagens volgens de definitie van het IWT) van belang zijn. “De kleine ondernemer zit echt niet op consultancy te wachten, die is blij dat hij het hoofd boven water kan houden. Maar voor de wat grotere ondernemingen is marktonderzoek en het uitstippelen van een strategisch beleid van vitaal belang.”

Door Rob Mackor

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af

Start abonnement