Momenteel is er in Nederland onvoldoende capaciteit om binnenvaarttankschepen bij ontgassingsinstallaties van giftige dampen te ontdoen. Jaarlijks vinden daarom zo’n 5.000 ontgassingen al varende plaats, weet IenW. Alleen in de haven van Moerdijk is een vaste installatie bij de ATM Terminal waar ongeveer 15 schepen per maand kunnen worden doorgelucht. Daarnaast zijn er enkele mobiele installaties beschikbaar.
Noodzaak
De tankvaart zit al langere tijd in een impasse. Gecontroleerd ontgassen is weliswaar wenselijk voor zowel schippers als natuur, maar is tegelijkertijd kostbaar en duurt lang. Zonder verbod is er voor schippers geen noodzaak is om naar een vaste installatie te gaan, en zonder noodzaak zijn partijen niet bereid de aanvragen en investeringen te doen voor zo’n installatie. Recent werd bekend dat de fases van het verbod op varend ontgassen met een versnelling van twee jaar worden doorlopen. Daarmee hoopt minister Harbers de impasse te doorbreken.
Verladersorganisaties CTGG en ook de VNCI stelden eerder dat de komst van installaties een overheidstaak is. In de internationale afspraak om varend ontgassen te verbieden, het CDNI-verdrag, staat dat deelnemende landen verplicht zijn een ‘voldoende dicht net van ontgassingsinstallaties in te richten.’ Dat de markt het zelf moet oplossen is ‘niet in de geest van het CDNI-verdrag’, stelde Macco Korteweg van de Commissie Transport Gevaarlijke Goederen (CTGG).
Harbers schrijft nu dat het toch echt aan de markt zelf is. In antwoord op de vraag van Kamerlid Mahir Alkaya (SP) welke inspanningen vanuit overheidspartijen worden gedaan om te komen tot voldoende installaties, schrijft de minister dat het ‘niet aan de overheid is’ om actie te ondernemen in voorbereiding op het verbod.
Kosten zijn voor verlader
Een ander knelpunt voor de tankvaart is de vraag wie er voor de kosten van het gecontroleerd ontgassen staat. Bij de afvalterminal in Moerdijk kost ontgassen ongeacht de lading 1 euro per kubieke meter, waarmee een beurt dus afhankelijk van het volume enkele duizenden euro’s kost. Daarbij komt dat het schip uren stilligt terwijl de installatie draait.
Harbers stelt in zijn antwoorden schippers gerust die huiverig zijn zelf voor die kosten op te draaien zolang het verbod landelijk is en nog niet internationaal is geregeld. Vanaf 1 juli 2024, wanneer het verbod ingaat, ‘treden ook de bepalingen in het SAB in werking die regelen dat financiële lasten van het verbod bij de verladers en producenten van ladingen liggen.’
U las zojuist één van de gratis premium artikelen
Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af
Bent u al abonnee?