Normaal brengt Panteia zijn jaarlijkse kostenvoorspellingen in oktober uit. Dit jaar werd het medio november omdat het wachten was op de totstandkoming van de nieuwe cao Beroepsgoederenvervoer. Omdat de loonkosten soms wel tot 40% van de totale transportkosten van het wegvervoer bedragen, was het belangrijk om deze cao mee te nemen in de berekeningen. Voor 2023 kunnen werknemers in het wegvervoer rekenen op een loonstijging van 7,5%.

De door Panteia verwachte algehele kostenstijging in het wegvervoer voor 2023 varieert tussen de 6,0 en 8,9%. En ook dat is in vergelijking tot andere jaren zeer fors. Overigens is dit alles exclusief de ontwikkeling van de brandstofkosten, die gelukkig via clausules grotendeels worden afgedekt. De verwachte kosten van 2023 komen bovenop de kostenstijging van 2022, die substantieel hoger is uitgevallen dan in 2021 geraamd was.

De hoge inflatie, de krappe arbeidsmarkt en de onzekere geopolitieke verhoudingen hebben bijzondere aandacht in het Panteia-rapport. Dat is van belang omdat de verwachte kostenstijgingen uit het rapport gemiddelden zijn, terwijl de praktijk per bedrijf sterk kan verschillen. Ondernemers moeten meer dan ooit de vertaling maken naar hun eigen situatie en positie en de dynamiek van de deelmarkt waarin ze actief zijn. Schaarste aan personeel kan per deelmarkt variëren en daarmee ook de extra loonkosten door inhuur van uitzendkrachten of zzp’ers. Ook de toenemende congestie gaat leiden tot kostenverhogingen. Bedrijven die actief zijn in stedelijke distributie, staan voor een serieuze verduurzamingsopgave die nu al gevolgen heeft voor de samenstelling van het wagenpark. Een vraag is daarbij of de introductie van een energieclausule als variant op de brandstofclausule waardevol is voor bedrijven die de transitie willen maken naar elektrificatie. Ik denk het zeker.

De Panteia-voorspellingen zijn met enige onzekerheid omgeven. Toch staat vast dat de kostenstijgingen voor 2023 zo extreem worden dat ze de sector meer dan ooit dwingen tot creativiteit en vernieuwing om bestaande vervoerketens nog efficiënter te maken. Deze situatie vraagt om extra ondernemerskracht, samenwerking, visie en adoptie van technologie die hen door andere sectoren wordt aangeboden. Ik noem drie trends die dit bevestigen. Half november werd het officiële startschot gegeven voor Digitale Infrastructuur Logistiek (DIL). Het initiatief moet zorgen voor versnelling van de digitalisering in de logistieke ketens en richt zich vooral op het mkb. In potentie is het bereik dus groot, en dat is nodig aangezien 69% van de ondernemingen nog niet klaar is om volledig digitaal samen te werken.

Daarnaast is er de aanhoudende krapte op de arbeidsmarkt. Het laatste IRU-rapport gaat uit van een verdrievoudiging van het chauffeurstekort in Europa in 2026. Dit betekent dat een deel van de capaciteit onbenut blijft, wat dus bovenop de verwachte stijging van de loonkosten komt. Transporteurs zullen hun beschikbare capaciteit dus slimmer moeten inzetten, en opdrachtgevers moeten de samenwerking zoeken zodat hun transportbehoefte ook in de toekomst wordt gegarandeerd.

Kom ik tot mijn derde punt. Ook de komende jaren staan in het teken van stevige kostenverhogingen, zoals de CO2-beprijzing via het ETS-systeem. En ook de introductie van de kilometerbeprijzing zal effect hebben op de kostprijs van wegvervoer. De torenhoge kostenstijgingen voor 2023 staan inmiddels alom op de agenda, een extra stimulans voor samenwerking en verdere digitalisering om zo tot een intelligenter en goedkoper vervoerssysteem te komen. Eerst het zuur, dan het zoet.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af

Start abonnement