Op de lijst van dingen die het Nederlandse volk niet meer zou mogen van de roeptoeraars staan roken, drinken, ongezond eten, in de spits met het openbaar vervoer reizen (want volgens oud-minister en huidig NS-baas Wouter Koolmees is het te druk), woon-werkverkeer per auto afleggen, douchen, je huis verwarmen, vliegreizen maken, vlees dan wel zuivel nuttigen (daar wil men een belasting voor heffen), en zo kan ik nog wel even doorgaan.

Als het volk niet wil luisteren, is er altijd die stok achter de deur in de vorm van belastingen om ons ongezonde gedrag bij te sturen en het anders maar te bestraffen.

Wat ik hier als burger mis, terwijl de politiek op zomerreces is, is een in elkaar schuivende visie op Nederland, eentje waarin deze geroeptoeterde ideeën volgens de beleidsbepalers passen. Hoe willen wij als burgers dat Nederland er uitziet in 2030? Daar hoor ik ze niet over. Wat we wel horen, is iets over Schiphol en dat het gewoon minder moet met het vliegverkeer. Geen woord over alle rapporten die de hoge toegevoegde waarde van Schiphol voor de Nederlandse economie staven en benoemen en die zo eigenlijk waarschuwen voor de geplande krimp in het aantal vluchten, een krimp die de luchtvracht dubbel zo zwaar zal treffen als het passagiersvervoer. Die onderbouwde waarschuwingen worden simpelweg aan de kant geschoven, en dat steekt mij als luchtvrachtanalist.

Dat de luchtvracht op Schiphol en de belangrijke logistieke ketenregie van ons land daarmee de nek worden omgedraaid, ontgaat de roeptoeteraars blijkbaar.

Ik zie een parlementaire enquête over Schiphol opdoemen, zo ongeveer in het jaar 2035, over de vraag hoe wij de hubfunctie van onze nationale luchthaven zo hebben kunnen verkwanselen.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af

Start abonnement