Meng Meng en Jiao Qing, want zo heten deze zwartwitte bamboeconsumenten, mogen eerst in quarantaine en worden dan aan het publiek tentoon gesteld in de dierentuin van de Duitse hoofdstad, de Zoo. Lufthansa Cargo vervoert de dieren uit Chengdu in twaalf uur en twintig minuten naar Schönefeld in een MD-11F.

Er reizen twee dierenverzorgers mee, alsmede de chef-dierenarts van Berlin Zoo, Andreas Ochs. De dieren worden met speciale ‘zuigmatten’ in staat gesteld hun plasje te laten lopen zonder dat ze zelf en hun begeleidende staf de stank daarvan urenlang moeten doorstaan. Er is ook voorzien in een ruime hoeveelheid ‘bamboesnacks’.

De ‘Frankfurt Animal Lounge’, het dierenverblijf van Lufthansa op de luchthaven van Frankfurt, zullen de panda’s op hun reis naar Duitsland niet te zien krijgen. In Frankfurt heeft de luchtvaartmaatschappij 42 stallen voor grote dieren, 39 hondenboxen en geklimatiseerde ruimten ter beschikking voor dieren die op luchttransport wachten. Te vermelden valt dat vooral siervissen grote klanten van dit dierenhotel zijn.

Volgens officiële statistieken zijn er nog welgeteld 1864 pandaberen op de aardbodem, levend in reservaten in Azië. Steeds meer van deze dieren wonen intussen in Europa, onder meer in Schotland, Frankrijk, Spanje en de dierentuin van Wenen. Het gaat meestal om paartjes van man en vrouw, waarbij wordt gehoopt dat de dieren zich tussen hun maaltijden door herinneren hoe dat nog maar ging met de voortplanting.

De pandamania kwam in april naar Nederland. Een toestel van KLM bracht Wu Wen en Xing Ya naar Schiphol. Daarna ging de reis naar Rhenen, waar Ouwehands Dierenpark een eigen verblijf voor hen had ingericht. Na een quarantaine van, inderdaad, ongeveer zes weken werd het publiek tot de dieren toegelaten om toe te zien hoe ze hun dagelijkse portie van vijftig kilo bamboe verorberen.