In plaats van uit te gaan van succes – Schiphol is immers immens populair in de mondiale vrachtwereld – staan bij het ministerie beheersing en het mijden van risico’s centraal. De angst is in Den Haag groot dat een rechter zich straks gaat uitspreken over Schiphol en met name over het anticiperend handhaven van de geluidsoverlast door de overheid. Daarom wordt gekozen voor krimp en worden de onvoorspelbare gevolgen op de koop toe genomen. De kernboodschap in de bijpraat-sessie aan alle betrokkenen luidde dan ook: ‘beste sector, geloof ons, we kunnen niet anders, het is in uw eigen belang’.

Ik zie in die boodschap vooral een risicomijdende cultuur die elke vorm van toekomststrategie voor de luchtvaart in Nederland tegenhoudt. Er wordt de komende jaren vanuit angstdenken fors aan de rem getrokken, waarbij het hele ambtelijk apparaat papegaait dat de gevolgen voor de luchtvaart wel mee zullen vallen. Als gevolg daarvan wordt niet of nauwelijks nagedacht over ongewenste gevolgen, mitigerende maatregelen of andere manieren om het beleidsdoel – minder geluidsoverlast – te behalen. De heilige graal die het ministerie steeds voorhoudt is een door henzelf bedacht model dat – ‘wetenschappelijk onderbouwd’ – ervoor moet zorgen dat de netwerkkwaliteit van Schiphol niet te zeer wordt geschaad.

Veel internationale bedrijven die zich juist vanwege de sterke vrachtpositie van Schiphol in de regio vestigden, geven duidelijk aan dat de Nederlandse overheid de luchthaven door dat optreden degradeert tot een van de vele vrachtluchthavens in West-Europa in plaats van dé vrachthub van voorkeur.

Een wel heel bijzondere redenering van het ministerie was afgelopen week, dat de krimp van 500.000 naar 440.000 slots voor de vrachtvluchten geen gevolgen heeft die mitigerende maatregelen voor de sector in de vorm van een vrachtpool rechtvaardigen. De ambtelijke top wijst er daarbij op, dat de sector ook bij het huidige maximum van 500.000 slots al moeite heeft om hun slots vast te houden. Een niet uit te leggen redenering, maar wel een antwoord dat past binnen de heersende cultuur om negatieve effecten onder het tapijt te vegen.

In antwoord op recente vragen van het CDA over de negatieve gevolgen van krimp voor de vrachtvluchten op Schiphol gaf minister Mark Harbers van I&W nog wel gratuit en ambtelijk aan, dat het belang van vrachtvliegtuigen zijn aandacht heeft en wees hij erop dat de luchthaven zelf met sectorpartijen oplossingen zoekt voor het behoud van de vrachtsector op Schiphol. Wat de minister hierbij vergat te zeggen, is dat bij die gesprekken – die overigens al jaren lopen – het ministerie telkens elke voorgang blokkeert door erop te wijzen dat Europese slotregels geen mogelijkheden bieden om de belangrijke vrachtrol van de luchthaven te beschermen. Door luchtvaartjuristen als Frans Vreede wordt die zienswijze bestreden.

Extra pijnlijk is dat dit ministerie tegelijkertijd volledig inzet op reductie van het het aantal slots op Schiphol, iets waar volgens luchtvaartjuristen zeker geen mogelijkheden voor bestaan binnen de Europese Slotverordening. De vraag is wanneer de tunnelvisie van dit kabinet eindelijk wordt vervangen door een echte visie.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af

Start abonnement