De Rotterdamse haven beschikt nu over zo’n 15.000 kubieke meter opslagruimte voor ammoniakopslag. De verwachting is dat dit de komende jaren gaat verveelvoudigen tot miljoenen kubieke meters door de transitie van een fossiele naar een waterstofeconomie. Daarin zal ammoniak (NH3) op grote schaal ingezet worden als drager van waterstof.

Ammoniak is veel gemakkelijker te vervoeren dan waterstof, dat pas bij minus 253 graden Celsius vloeibaar wordt. Daar staat tegenover dat zuiver ammoniak zeer giftig is, waardoor er uitgebreide veiligheidsmaatregelen nodig zijn. Overigens moet ammoniak tot 35 graden onder nul worden gekoeld om het vloeibaar op te kunnen slaan en te transporteren.

Opslaglocaties

In een interview met NRC zegt directeur vergunningverlening Daan Molenaar van omgevingsdienst DCMR dat er te weinig wordt nagedacht over de veiligheidsrisico’s. Zo ontbreekt volgens hem een visie op de keuze voor opslaglocaties en op de vraag hoe de naar verwachting honderdduizenden tonnen veilig vervoerd kunnen worden. DCMR houdt zowel in de Rotterdam als in de Zeeuwse havens toezicht op het gebied van veiligheid en milieu.

Volgens Molenaar leidt grootschalige opslag mogelijk tot 100.000 treinwagons met ammoniak per jaar. Die moeten allemaal over emplacementen van ProRail. Hij wijst erop dat DCMR de spoorbeheerder regelmatig dwangsommen oplegt vanwege de slechte staat waarin die emplacementen verkeren. Alleen al vorig jaar ging het om achttien sancties.

Hij vindt daarom dat er vooral ingezet moet worden op de aanleg van pijpleidingen voor het transport van waterstof en ammoniak. Woordvoerder Sjaak Poppe van Havenbedrijf onderschrijft dit: ‘Pijpleidingen zijn voor gevaarlijke stoffen de veiligste manier van vervoer’. Verder noemt hij het ‘helemaal’ prima dat DCMR ervoor pleit om de regelgeving rond de locatiekeuze voor ammoniak en de manier van transport op orde te brengen.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af

Start abonnement