APMT Maasvlakte II, dochter van het Deense A.P. Møller-Maersk-concern en met vijfhonderd medewerkers de grootste werkgever onder de drie containeroverslagbedrijven in het gebied, kon dat winsttempo van Euromax niet bijbenen, blijkt uit de jaarrekening van deze stuwadoor. Over 2021 was er een minimale verbetering van het nettoresultaat: met 100.000 euro naar 15,4 miljoen euro, dit bij een omzet die kromp (-14,5 miljoen euro) tot 161 miljoen euro.

‘Buurman’ Euromax hoefde het niet met een tonnetje winst te doen, maar noteerde een resultaatsverbetering van 23 miljoen euro. Dat verschil heeft zeer waarschijnlijk te maken met het aparte verdienmodel dat A.P. Møller-Maersk Group voor het Rotterdamse overslagbedrijf heeft bedacht en waarbij winstmaximalisatie zeker niet voorop staat voor de dochteronderneming.

Zo krijgt APMT M2 voor de bewezen logistieke diensten alle kosten vergoed, plus een opslag van 6%. Via deze constructie houdt de Deense rederij de overslagkosten laag in de Rotterdamse haven. De stuwadoor heeft via de zogeheten ‘cost-plus remuneration-methode’ een gegarandeerde inkomstenstroom. Aangezien het merendeel van de omzet (80%) afkomstig is van de afwikkeling van de zeecontainers van zusterbedrijf Maersk, behoeft het overslagbedrijf zich geen zorgen te maken dat het spoedig in de rode cijfers zal belanden als het economisch even tegenzit in de containeroverslag.

Solide cash-positie

De directie van APMT M2 wijst er in een toelichting in het jaarverslag op dat het met de kapitaalkrachtige Deense rederij achter zich ‘een solide cash-positie’ heeft ‘zonder externe schulden’. Daarbij wordt de standplaats Rotterdam omschreven als ‘strategisch’ in het netwerk van het Deense moederbedrijf.

Naaste concurrenten op Maasvlakte II hebben niet zo’n comfortabele positie, gezien de hoge financieringslasten van bijvoorbeeld RWG. De solide cash-positie van de Denen heeft er waarschijnlijk ook toe geleid dat APMT M2, dat in 2015 in Rotterdam van start ging, in 2021 voor het eerst een dividend heeft uitgekeerd aan de Deense moederholding. Zo vloeit uiteindelijk een deel van de toeslag van rederij Maersk via een omweggetje weer terug in de kas van het Deense moederbedrijf.

De omzet van APMT M2 liet vergeleken met de cijfers van 2020 wel een stevige afname zien: van 14,5 miljoen euro naar 161 miljoen euro. Daarbij valt vooral op dat de opbrengsten (88,7 miljoen euro) uit de overslag voor zusterbedrijf ­Maersk met maar liefst 20 miljoen euro zijn gekrompen vergeleken met het boekjaar 2020. Een gevoelige aderlating, waarvan de oorzaak niet wordt toegelicht in de jaarrekening. Dat uiteindelijk het omzetverlies van de containerterminal een stuk minder hoog uitviel, dankt het bedrijf aan de gestegen inkomsten (+8 miljoen euro) uit de containeroverslag voor de overige rederijen (totaal: 50 miljoen euro).

Aan de kostenkant zette de directie van de containerterminal in 2021 de tering naar de nering en werd het mes gezet in de post ‘externe lasten’, die met tien miljoen euro daalde naar 73 miljoen euro. Het ging daarbij vooral om de halvering van de ‘transportkosten’. Door die ingreep bleef de winst van APMT M2 nagenoeg gelijk aan die van 2020.

Zwarte cijfers

RWG (Rotterdam World Gateway) moest bij de start in 2015 een gevoelig verlies van 35,2 miljoen euro incasseren. De systemen van de volledig geautomatiseerde terminal werkten destijds niet goed en containerschepen moesten naar elders uitwijken. Ook in 2016 (-28,9 miljoen euro) en 2017 (-8,5 miljoen euro) werden door deze aanloopproblemen rode cijfers geschreven door het overslagbedrijf dat in handen is van DP World (30%) en de rederijen APL (20%), MOL (20%), HMM (20%) en CMA CGM (10%). Zelfs in 2020 zette RWG nog koers naar een verlies. Het resultaat voor belastingen viel destijds met 1,6 miljoen euro negatief uit, maar een belastingvoordeel van 7,5 miljoen euro hielp het overslagbedrijf onder de streep aan een positief resultaat van 5,8 miljoen euro.

Het overslagbedrijf wist over het boekjaar 2021 dat resultaat bijna te verdubbelen naar 11 miljoen euro op een omzet van 203 miljoen euro (2020: 166,8 miljoen euro). De nettowinst had nog veel hoger kunnen uitvallen voor RWG, maar de hoge financieringslast (38,8 miljoen euro in 2021) drukte zwaar op het bedrijfsresultaat van 51,4 miljoen euro.

Precieze cijfers over het aantal overgeslagen containers zijn bij RWG niet te vinden en hetzelfde geldt voor de twee concurrenten aan de Rotterdamse zeemonding. Het aantal teu lijkt in de overslag te zijn geclassificeerd als bedrijfsgevoelige informatie. Bij RWG ontbreekt, net als bij Euromax, tevens een directierapport in de gedeponeerde jaarrekening. Die toelichting is alleen op het hoofdkantoor te raadplegen.

Cosco

ECT/Euromax wist in 2021 de omzet op te krikken (+18%) van 146,8 miljoen naar 173,6 miljoen euro. Spectaculairder waren eerdergenoemde winstgroei (+790%), van iets minder dan 3 miljoen euro naar 25,8 miljoen euro, en de ruime verdubbeling van het onderliggende resultaat voor belastingen naar 36,7 miljoen euro. Een echte verklaring voor het sterke winstherstel wordt door het ontbreken van een directieverklaring in het gedeponeerde jaarverslag niet direct gegeven, maar heeft veel te maken met het slechte boekjaar 2020, toen het bedrijf door de coronacrisis veel containeraanbod en omzet verloor.

Behalve een sterk gestegen omzet was er in 2021 blijkens de winst- en verliesrekening sprake van stabiele kosten en een lagere belasting­aanslag. Bij die stabiele kosten valt overigens op dat Euromax zelf geen personeel in dienst heeft, maar dit inhuurt bij zusterbedrijf ECT-Delta Terminal.

Uitbreiding terminals laat op zich wachten

APMT M2

Omvang 86 hectare (capaciteit van 2,7 miljoen). Het overslagbedrijf heeft de uitbreiding (81 hectare) naar een capaciteit van 4,5 miljoen teu al drie keer (2021, zomer 2022 en eind vorig jaar) uitgesteld. Een woordvoerder van APMT zegt nog steeds de expansie op de Maasvlakte 2 ‘te evalueren’.

ECT/Euromax

Het kleine broertje van de ECT-Delta Terminal beslaat zo’n 84 hectare. De overslagcapaciteit ligt op zo’n 3 miljoen teu. In de toekomst zal de kademuur van de terminal met 1800 meter worden verlengd.

Rotterdam World Gateway (RWG)

RWG kan het huidige areaal van 108 hectare (capaciteit 2,35 miljoen teu) nog uitbreiden met 48 hectare. De overslag zou dan kunnen groeien naar 4,25 miljoen teu, maar de vraag is of RWG dat gezien de huidige marktsituatie snel gaat doen.

MSC krijgt ook eigen terminal

De Zwitserse rederij MSC krijgt in Rotterdam in navolging van Maersk ook een eigen containerterminal. Die wordt samen met ECT-moederbedrijf Hutchison niet ontwikkeld op de Maasvlakte 2, maar komt aan de noordzijde van de huidige ECT Delta-terminal op de Maasvlakte 1. De oplevering van de eerste fase staat gepland voor 2027. In totaal gaat het uiteindelijk om een dedicated containerterminal met een capaciteit van 6 tot 7 miljoen teu. Daarmee zal Rotterdam een grotere rol gaan spelen in het netwerk van de grootste containerrederij ter wereld.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af

Start abonnement