Port of Zwolle: extra ruimte nodig voor welvaart en circulariteit

Verslag Havendebat

De ambities van Port of Zwolle om te groeien en zo de brede welvaart in de regio te behouden zijn groot. Zeker als straks de bereikbaarheid van het havengebied fors verbetert door de verbreding van de sluis bij Kornwerderzand. Toch is ook in deze regio ruimtegebrek nu al een uitdaging waar niet zomaar een oplossing voor is gevonden, zo bleek tijdens het Havendebat Zwolle.

Foto: NT / Sophie Feuth

‘De ruimte in Kampen is moeilijk te vinden, alles is al in gebruik’, zei de Kampense wethouder Bas Wonink tijdens het Havendebat. ‘We moeten met elkaar besluiten waar we de groei laten landen, daar is nog wel huiswerk voor nodig. We kijken daarbij eerst naar het invullen van de bestaande ruimte.’

Tijdens het debat ontstond de vraag wie er regie moet nemen om ruimte te bieden aan economische ontwikkelingen in de regio. Bestaande bedrijven hebben immers rechten op de bestaande grond, die geven ze niet graag af met het oog op eventuele toekomstige ontwikkelingen. ‘Grond is ook in de toekomst schaars, waarom zou je dat verkopen?’, zei Arcadis-consultant Ingrid de Bondt.

Want er is nog maar weinig beschikbaar in de regio, legde Jan Mark Oosterhuis van Op- en Overslag Meppel uit. ‘In Kampen is nog maar vier hectare te koop en daar zijn al kandidaten voor. Verder is er niets, er moeten haventerreinen aangelegd worden.’ En hij onderstreepte waarom dat belangrijk is. ‘De aanpassingen aan de sluis bij Kornwerderzand zorgen er straks voor dat we in Noord-Nederland zelf onze broek kunnen ophouden. We zijn dan minder afhankelijk van Rotterdam en Amsterdam.’

Moeilijke keuzes

Uitbreiding van het havengebied is dan ook één van de opties waarover wordt nagedacht, kondigde Peter Snijders, burgemeester Zwolle aan. ‘Met Port of Zwolle hebben we bewezen dat drie gemeenten in staat zijn om samen te werken en moeilijke keuzes niet uit de weg gaan. Het mooiste was dat we het niet deden als overheid, maar dat het een samenwerking is met het bedrijfsleven. Die verbinding is cruciaal.’

Om de ruimte-uitdaging te kunnen beantwoorden, moet er over de grenzen heen worden gekeken, vindt hij. ‘Zo spreken we nu met buurgemeenten om eventueel toe te treden tot Port of Zwolle. Al moet er nog wel veel gebeuren voordat dit concreet wordt, maar het is positief dat zij ook een stap willen zetten en zien dat het ook hen verder helpt. Port of Zwolle is voor ons één van de icoonprogramma’s voor de komende jaren.’

Watergebonden

De vraag is hoe je als overheid regie kunt pakken om te voorkomen dat de ‘verkeerde bedrijven’ een schaarse plek aan het water bezetten. Tijdens het debat kwamen verschillende opties voorbij. Zo heeft Urk een gemeentelijk bedrijf aan de kade waar iedereen gebruik van mag maken die niet zelf watergebonden is, vertelde wethouder Nathanaël Middelkoop. In Groningen zijn bedrijven verplicht op last van de havenmeester hun ongebruikte kaderuimte tijdelijk ‘uit te lenen’ voor anderen om een schip te laten aanmeren. Verder zie je tegenwoordig gemeenten die gronden niet meer verkopen, maar in erfpacht uitgeven.

Probleem is alleen dat dit niet leidt tot extra beschikbare ruimte, wierp Bert Weever, directeur Graansloot Kampen tegen. ‘Dat is technische invulling. Het gaat om de besluiteloosheid van de overheid. Er is geen visie in Kampen. Het beeld blijft vaag. Laten we concrete plannen maken. Alleen alles duurt zo ontzettend lang. Ik wacht nu op een vergunning bij de RvS voor een waterstofproject, het kost alleen al 2,5 jaar voordat er een besluit volgt.’

Niet te veel blijven hangen in overleggen, was ook de boodschap van De Bondt: ‘Maak het concreet met elkaar om de havens te ontwikkelen. Als je alleen maar over samenwerken bezig blijft, zonder dat te concretiseren, blijf je in rondjes draaien.’

De urgentie om ideeën concreet te maken voelde ook Port of Zwolle-directeur Jeroen van den Ende. ‘We moeten met elkaar in gesprek en daarna tot oplossingen komen.’

Circulaire industrie

Naast het nadenken over extra ruimte, speelt ook het vraagstuk aan welk soort bedrijven je dan die extra ruimte biedt. Daarbij kijkt Port of Zwolle nadrukkelijk naar de circulaire industrie. Toch brengt dat wel risico’s met zich mee, waarschuwde Larissa van der Lugt, directeur Erasmus UPT. ‘Circulair is nu nog een onzeker businessmodel, de hele sector staat nog in de kinderschoenen. Ga je daar grond aan uitgeven? Als het misgaat, kan dat behoorlijke impact geven. Hoe ga je om met de economische kant?’

Ook is de definitie over wat nou precies een circulair bedrijf is nog niet uitgewerkt. De debaters beseffen wel dat circulaire industrie extra ruimte vraagt voor bijvoorbeeld opslag en verwerking van reststromen, terwijl dat nou net een uitdaging is. ‘Als je alleen inzet op circulariteit, dan kom je er niet’, vond Cas König, directeur Groningen Seaports. Die haven kijkt vooral naar versterking van ketens in de selectie.

‘Als havenautoriteit ken je alle stromen in je haven, je weet wie toegevoegde waarde levert om de ketens sterk te maken. Dan vallen andere bedrijven minder snel om.’ Hij noemde daarbij als voorbeeld de aluminiumfabriek Delfzijl. ‘Die is een paar keer failliet gegaan en nu is het echt afgelopen. Die fabriek was losstaand, als het onderdeel was van een keten, was het misschien anders gelopen.’

Consument

Overigens is er volgens hem een mogelijkheid die ervoor kan zorgen dat alle bedrijven zo snel als mogelijk overstappen op een circulaire economie. ‘Als de grote bedrijven circulariteit eisen van hun toeleveranciers, kan het heel snel gaan. En de consument moet hierin een belangrijke rol spelen. Dat kan dan veel sneller gaan dan het invoeren van regelgeving vanuit overheden waar iedereen het eerst over eens moet worden.’

En om daar logistieke ruimte voor te bieden, had Van den Ende nog wel een wensenlijstje, naast extra haventerreinen. ‘We hebben in de regio een railterminal nodig en de havens moeten uitgebaggerd worden om de toegang van grote zeeschepen te bewerkstelligen. Dat is nodig om hier de brede welvaart te behouden.’

Port of Zwolle: extra ruimte nodig voor welvaart en circulariteit | NT

Port of Zwolle: extra ruimte nodig voor welvaart en circulariteit

Verslag Havendebat

De ambities van Port of Zwolle om te groeien en zo de brede welvaart in de regio te behouden zijn groot. Zeker als straks de bereikbaarheid van het havengebied fors verbetert door de verbreding van de sluis bij Kornwerderzand. Toch is ook in deze regio ruimtegebrek nu al een uitdaging waar niet zomaar een oplossing voor is gevonden, zo bleek tijdens het Havendebat Zwolle.

Foto: NT / Sophie Feuth

‘De ruimte in Kampen is moeilijk te vinden, alles is al in gebruik’, zei de Kampense wethouder Bas Wonink tijdens het Havendebat. ‘We moeten met elkaar besluiten waar we de groei laten landen, daar is nog wel huiswerk voor nodig. We kijken daarbij eerst naar het invullen van de bestaande ruimte.’

Tijdens het debat ontstond de vraag wie er regie moet nemen om ruimte te bieden aan economische ontwikkelingen in de regio. Bestaande bedrijven hebben immers rechten op de bestaande grond, die geven ze niet graag af met het oog op eventuele toekomstige ontwikkelingen. ‘Grond is ook in de toekomst schaars, waarom zou je dat verkopen?’, zei Arcadis-consultant Ingrid de Bondt.

Want er is nog maar weinig beschikbaar in de regio, legde Jan Mark Oosterhuis van Op- en Overslag Meppel uit. ‘In Kampen is nog maar vier hectare te koop en daar zijn al kandidaten voor. Verder is er niets, er moeten haventerreinen aangelegd worden.’ En hij onderstreepte waarom dat belangrijk is. ‘De aanpassingen aan de sluis bij Kornwerderzand zorgen er straks voor dat we in Noord-Nederland zelf onze broek kunnen ophouden. We zijn dan minder afhankelijk van Rotterdam en Amsterdam.’

Moeilijke keuzes

Uitbreiding van het havengebied is dan ook één van de opties waarover wordt nagedacht, kondigde Peter Snijders, burgemeester Zwolle aan. ‘Met Port of Zwolle hebben we bewezen dat drie gemeenten in staat zijn om samen te werken en moeilijke keuzes niet uit de weg gaan. Het mooiste was dat we het niet deden als overheid, maar dat het een samenwerking is met het bedrijfsleven. Die verbinding is cruciaal.’

Om de ruimte-uitdaging te kunnen beantwoorden, moet er over de grenzen heen worden gekeken, vindt hij. ‘Zo spreken we nu met buurgemeenten om eventueel toe te treden tot Port of Zwolle. Al moet er nog wel veel gebeuren voordat dit concreet wordt, maar het is positief dat zij ook een stap willen zetten en zien dat het ook hen verder helpt. Port of Zwolle is voor ons één van de icoonprogramma’s voor de komende jaren.’

Watergebonden

De vraag is hoe je als overheid regie kunt pakken om te voorkomen dat de ‘verkeerde bedrijven’ een schaarse plek aan het water bezetten. Tijdens het debat kwamen verschillende opties voorbij. Zo heeft Urk een gemeentelijk bedrijf aan de kade waar iedereen gebruik van mag maken die niet zelf watergebonden is, vertelde wethouder Nathanaël Middelkoop. In Groningen zijn bedrijven verplicht op last van de havenmeester hun ongebruikte kaderuimte tijdelijk ‘uit te lenen’ voor anderen om een schip te laten aanmeren. Verder zie je tegenwoordig gemeenten die gronden niet meer verkopen, maar in erfpacht uitgeven.

Probleem is alleen dat dit niet leidt tot extra beschikbare ruimte, wierp Bert Weever, directeur Graansloot Kampen tegen. ‘Dat is technische invulling. Het gaat om de besluiteloosheid van de overheid. Er is geen visie in Kampen. Het beeld blijft vaag. Laten we concrete plannen maken. Alleen alles duurt zo ontzettend lang. Ik wacht nu op een vergunning bij de RvS voor een waterstofproject, het kost alleen al 2,5 jaar voordat er een besluit volgt.’

Niet te veel blijven hangen in overleggen, was ook de boodschap van De Bondt: ‘Maak het concreet met elkaar om de havens te ontwikkelen. Als je alleen maar over samenwerken bezig blijft, zonder dat te concretiseren, blijf je in rondjes draaien.’

De urgentie om ideeën concreet te maken voelde ook Port of Zwolle-directeur Jeroen van den Ende. ‘We moeten met elkaar in gesprek en daarna tot oplossingen komen.’

Circulaire industrie

Naast het nadenken over extra ruimte, speelt ook het vraagstuk aan welk soort bedrijven je dan die extra ruimte biedt. Daarbij kijkt Port of Zwolle nadrukkelijk naar de circulaire industrie. Toch brengt dat wel risico’s met zich mee, waarschuwde Larissa van der Lugt, directeur Erasmus UPT. ‘Circulair is nu nog een onzeker businessmodel, de hele sector staat nog in de kinderschoenen. Ga je daar grond aan uitgeven? Als het misgaat, kan dat behoorlijke impact geven. Hoe ga je om met de economische kant?’

Ook is de definitie over wat nou precies een circulair bedrijf is nog niet uitgewerkt. De debaters beseffen wel dat circulaire industrie extra ruimte vraagt voor bijvoorbeeld opslag en verwerking van reststromen, terwijl dat nou net een uitdaging is. ‘Als je alleen inzet op circulariteit, dan kom je er niet’, vond Cas König, directeur Groningen Seaports. Die haven kijkt vooral naar versterking van ketens in de selectie.

‘Als havenautoriteit ken je alle stromen in je haven, je weet wie toegevoegde waarde levert om de ketens sterk te maken. Dan vallen andere bedrijven minder snel om.’ Hij noemde daarbij als voorbeeld de aluminiumfabriek Delfzijl. ‘Die is een paar keer failliet gegaan en nu is het echt afgelopen. Die fabriek was losstaand, als het onderdeel was van een keten, was het misschien anders gelopen.’

Consument

Overigens is er volgens hem een mogelijkheid die ervoor kan zorgen dat alle bedrijven zo snel als mogelijk overstappen op een circulaire economie. ‘Als de grote bedrijven circulariteit eisen van hun toeleveranciers, kan het heel snel gaan. En de consument moet hierin een belangrijke rol spelen. Dat kan dan veel sneller gaan dan het invoeren van regelgeving vanuit overheden waar iedereen het eerst over eens moet worden.’

En om daar logistieke ruimte voor te bieden, had Van den Ende nog wel een wensenlijstje, naast extra haventerreinen. ‘We hebben in de regio een railterminal nodig en de havens moeten uitgebaggerd worden om de toegang van grote zeeschepen te bewerkstelligen. Dat is nodig om hier de brede welvaart te behouden.’