BBB diende een claim in van 32 miljoen dollar omdat OOCL zich in de coronajaren niet aan contractuele afspraken zou hebben gehouden waardoor het Amerikaanse bedrijf naar eigen zeggen hoge bedragen moest betalen op de spotmarkt en bovendien werd geconfronteerd met piektoeslagen en hoge detention & demurrage-kosten.
Bottlenecks
OOCL stelt in een reactie op de aanklacht dat BBB ‘faalde in het managen van de eigen supply chain’. De containerrederij betoogt dat de Amerikaanse woonwinkelketen ‘daarmee de bottlenecks verergerde waarmee andere verladers werden geconfronteerd’. De verlader frustreerde volgens OOCL zo ook de mogelijkheden om containers snel terug naar Azië te verschepen en daar ‘aan de ongekende vraag van klanten naar onze diensten te voldoen’.
Nu BBB uitstel van betaling heeft aangevraagd ‘en schijnbaar afkoerst op opheffing’, aldus OOCL in haar reactie, ‘is het van wal gestoken met een onfortuinlijke campagne om de relevante feiten, contracten en wetgeving te verdraaien en te verdoezelen, om zo een ongerechtvaardigde terugkeer veilig te stellen’. Bij de in financiële nood geraakte Amerikaanse winkelketen staan veel schuldeisers aan de poort te rammelen, waaronder ook bedrijven uit de logistieke sector. Zo wacht wegvervoerder Ryder nog op 45 miljoen dollar en heeft pakketvervoerder FedEx nog voor 4 miljoen dollar aan rekeningen openstaan.
Contracten
Een van de feiten die BBB volgens de containerrederij heeft verdraaid, is dat contractuele afspraken niet zouden zijn nagekomen. De contractuele toezeggingen over bepaalde minimale volumes die de winkelketen zegt te hebben gehad, waren er volgens de rederij niet. OOCL ontkent verder kunstmatig capaciteits-schaarste te hebben gecreëerd en de containertarieven onredelijk hoog te hebben laten oplopen.
OOCL betwist in haar statement verder nog dat de FMC in dit soort kwesties überhaupt de bevoegdheid heeft om een vonnis te vellen. De Chinese rederij stelt dat een conflict zoals dit voorgelegd zou moeten worden aan ‘een geschikte rechtbank’.
De FMC zit ondertussen niet stil en trof afgelopen week nog schikkingen met twee andere containerrederijen na klachten over onterecht in rekening gebrachte detention & demurrage-toeslagen. De Japanse rederij ONE is akkoord gegaan met het betalen van een boete van 1,7 miljoen dollar, de Taiwanese rederij Wan Hai betaalt 950.000 dollar.
U las zojuist één van de gratis premium artikelen
Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af
Bent u al abonnee?