Hadden de elf containerrederijen in mei 2022 tezamen nog een beurswaarde van 243 miljard dollar, inmiddels is dat verschrompeld tot 110 miljard dollar, aldus de analist.

Er zijn nog maar drie containerrederijen over die een beurswaarde van meer dan 10 miljard hebben weten te behouden, een groep die achttien maanden geleden nog uit zeven rederijen bestond, zo constateert Alphaliner.

Daarvan zijn AP Moller-Maersk en Hapag-Lloyd de koplopers; zij hebben hun beurswaarde beide zien dalen tot iets onder de 30 miljard euro. Echt spekkopers zijn ook de Deense en Duitse rederij evenwel niet, want ook bij hen vertoont de aandelenkoers deze maand nog steeds een dalende lijn. De derde rederij die de beurswaarde nog op een redelijk niveau heeft weten te houden, hoewel wel in mindere mate dan de twee west-Europese rederijen, is de Chinese grootmacht Cosco.

Niet alle containerrederijen hebben overigens een beursnotering. Marktleider MSC heeft er bijvoorbeeld geen.

Midcap-niveau

Evergreen, Yang Ming en Wan Hai, alle drie uit Taiwan, en de Zuid-Koreaanse containerrederij HMM behoorden anderhalf jaar geleden net als de drie genoemde koplopers nog tot de beurselite, maar ze zijn volgens Alphaliner nu teruggevallen naar het ‘midcap’-niveau, met een beurswaarde van tussen de 2 en 10 miljard dollar.

Ze vinden zich daar terug in het gezelschap van kleinere namen als SITC (Hong Kong) en Matson (VS). De Israëlische rederij ZIM kende de afgelopen anderhalf jaar de grootste terugval van de beurswaarde, kwam daarbij onder de 2 miljard dollar terecht en belandde zo in de ‘small-cap’-categorie.