Dit blijkt uit cijfers van de Duitse brancheorganisatie voor het spoor Allianz pro Schiene en adviesbureau SCI Verkehr. Hierin zijn 14 Europese landen met elkaar vergeleken op het gebied van investeringen in spoorinfrastructuur. Nederland staat op de achtste plek.

Ten opzichte van vorig jaar hebben we alleen Denemarken ingehaald, wiens spoorinvesteringen verder zijn afgenomen. Onze buurlanden doen het allebei slechter dan Nederland, met investeringen van 126 euro voor België en 114 euro per persoon voor Duitsland, waarmee de landen respectievelijk op de tiende en twaalfde plek op de ranglijst staan.

Net als vorig jaar staat Luxemburg met 575 euro per hoofd van de bevolking op één als het gaat om investeringen in spoorinfrastructuur, gevolgd door Zwitserland en Noorwegen. Frankrijk doet het een bedrag van slechts 46 euro per persoon het slechtst.

Vooral Oostenrijk, Zwitserland en Noorwegen staken vorig jaar extra geld in  spoorinfrastructuur. Oostenrijk investeerde vorig jaar zelfs maar liefst 48 euro per persoon meer dan in 2021.  Luxemburg, Zweden, Denemarken, en Duitsland staken juist wat minder in spoorinfrastructuur dan in 2021.

Allianz pro Schiene benadrukt vooral dat de Duitse investeringen in het spoor iets gedaald zijn ten opzichte van 2022, terwijl verschillende Europese landen juist besloten hebben om meer in het spoor te investeren. Wel stelt de organisatie blij te zijn met de plannen van de Duitse regering om volgend jaar aanzienlijk meer in spoorinfrastructuur te steken.