Het BGL, de Duitse tegenhanger van Transport en Logistiek Nederland, is het oneens met het voorstel van de Europese Commissie om buitenlandse voertuigen en chauffeurs voortaan binnen vijf dagen na een internationale rit onbeperkt cabotageritten in het land van lossing te laten uitvoeren.

Dat komt neer op een feitelijk volledige liberalisatie van de cabotage, zegt de organisatie. Het leidt ertoe dat de concurrentieverhoudingen in het Europese wegvervoer verder worden vervalst, omdat bedrijven nog meer gebruik zullen maken van goedkope buitenlandse chauffeurs in het West-Europese binnenlandse transport.

Met een andere door de Europese Commissie voorgestelde maatregel is het BGL het wel eens. Voortaan moet een chauffeur na drie weken in het buitenland te hebben gewerkt, de lange rusttijd in eigen land doorbrengen. Dat vereist, zegt de organisatie, dan wel dat de nieuwe Detacheringsrichtlijn zeer nauwkeurig wordt geformuleerd en streng wordt gehandhaafd in alle lidstaten.

Het BGL wijst erop dat in de afgelopen tien jaar het aandeel van in Duitsland geregistreerde vrachtauto’s in het vervoer over tolwegen is afgenomen van 65,7 naar 57,7%. De nieuwe Europese lidstaten, zoals Polen, Tsjechië en Roemenië, voerden hun aandeel juist op van 18,4 naar 33,2%.

Ze verdringen vervoerders uit de ‘oude’ lidstaten, ook in het binnenlands vervoer in West-Europa, dankzij lagere chauffeurskosten. In het westen van het werelddeel rijden steeds meer Oost-Europese vrachtauto’s quasi permanent rond.

Een bijeffect daarvan is dat Midden- en Oost-Europese chauffeurs bij gebrek aan veilige parkeerplaatsen hun rusttijden doorbrengen in het voertuig op bijvoorbeeld op- en afritten van snelwegen. Het BGL wil dat hiertegen veel strenger wordt opgetreden.