Rituelen voor een behouden vaart, oorsprong van champagnefles tegen scheepsboeg is gruwelijk

column

Met een zwierige zwaai een champagnefles tegen de boeg van een nieuw schip gooien om het vaartuig en zijn bemanning een behouden vaart te wensen: zelfs buiten het maritieme wereldje weet iedereen dat het ritueel bestaat. Maar rondom de bouw van schepen bestaan meer ceremoniële handelingen die vaak wortelen in bijgeloof. Een enkele keer is een ceremonie ernstig, zoals toen een partij staal uit de op 9/11 vernietigde Twin Towers werd omgesmolten om het te verwerken in de boeg van het Amerikaanse oorlogsschip ‘USS New York’. Een orkestje speelde een plechtig muziekje bij wat aanwezigen later omschreven als een bijna religieuze ervaring.

De steel cutting-ceremonie waarmee de bouw van op waterstof varende containerschepen van Sam­skip is begonnen was minder emotioneel geladen, maar zat volgens de scheepsbouwers in India wel vol spirituele symboliek. Met onder meer het doorhakken van een kokosnoot werd het waterstofproject alle geluk en economisch succes toegewenst.

Behalve met het splijten van kokosnoten en van eerste stukken staal voor een te bouwen schip, kan de bouw van een vaartuig ook worden ingeluid met een kiellegging, een evenement waarbij een muntstuk traditioneel de hoofdrol speelt. De kiel wordt op de munt gelegd of de munt wordt juist in de kiel gelast, en dat allemaal omdat de oude Romeinen dachten dat je daarmee een behouden vaart afdwingt. De Romeinen hadden dat zelf weer afgekeken van de oude Grieken, die een muntje onder de tong van overledenen legden zodat zij op de mythische rivier de Styx een veilige overtocht konden betalen van de bovenwereld naar het dodenrijk.

En de traditie van de champagnefles tegen de boeg voert terug op offerceremonies waarmee in het verleden schepen werden ingewijd. De Romeinen offerden dieren, de Vikingen mensen. Als het bloed niet door het scheepsdek heen lekte, gold dat als bewijs dat de boel goed waterdicht was. In latere eeuwen werd het bloed gesymboliseerd door schepen te dopen met rode wijn. Negentiende-eeuwers bedachten vervolgens dat het nog wel een tikkeltje chiquer kon. De Engelse koningin Victoria gooide geen wijn, maar een champagnefles stuk tegen cruiseschip ‘Royal Arthur’. Ook whiskey is bij doopplechtigheden gebruikt.

Zelfs tijdens de Drooglegging, toen alcohol in de VS officieel uit den boze was, bleven schepen gedoopt worden, gewoon met water dan maar. De Britse rederij White Star Line vond de hele traditie onzin en liet al haar schepen hardnekkig zonder enig ceremonieel aan het werk gaan. De ondergang van het White Star Line-cruiseschip ‘Titanic’ sterkte anderen in de gedachte dat je nieuwe schepen toch echt beter eerst kon dopen.

Rituelen voor een behouden vaart, oorsprong van champagnefles tegen scheepsboeg is gruwelijk | NT

Rituelen voor een behouden vaart, oorsprong van champagnefles tegen scheepsboeg is gruwelijk

column

Met een zwierige zwaai een champagnefles tegen de boeg van een nieuw schip gooien om het vaartuig en zijn bemanning een behouden vaart te wensen: zelfs buiten het maritieme wereldje weet iedereen dat het ritueel bestaat. Maar rondom de bouw van schepen bestaan meer ceremoniële handelingen die vaak wortelen in bijgeloof. Een enkele keer is een ceremonie ernstig, zoals toen een partij staal uit de op 9/11 vernietigde Twin Towers werd omgesmolten om het te verwerken in de boeg van het Amerikaanse oorlogsschip ‘USS New York’. Een orkestje speelde een plechtig muziekje bij wat aanwezigen later omschreven als een bijna religieuze ervaring.

De steel cutting-ceremonie waarmee de bouw van op waterstof varende containerschepen van Sam­skip is begonnen was minder emotioneel geladen, maar zat volgens de scheepsbouwers in India wel vol spirituele symboliek. Met onder meer het doorhakken van een kokosnoot werd het waterstofproject alle geluk en economisch succes toegewenst.

Behalve met het splijten van kokosnoten en van eerste stukken staal voor een te bouwen schip, kan de bouw van een vaartuig ook worden ingeluid met een kiellegging, een evenement waarbij een muntstuk traditioneel de hoofdrol speelt. De kiel wordt op de munt gelegd of de munt wordt juist in de kiel gelast, en dat allemaal omdat de oude Romeinen dachten dat je daarmee een behouden vaart afdwingt. De Romeinen hadden dat zelf weer afgekeken van de oude Grieken, die een muntje onder de tong van overledenen legden zodat zij op de mythische rivier de Styx een veilige overtocht konden betalen van de bovenwereld naar het dodenrijk.

En de traditie van de champagnefles tegen de boeg voert terug op offerceremonies waarmee in het verleden schepen werden ingewijd. De Romeinen offerden dieren, de Vikingen mensen. Als het bloed niet door het scheepsdek heen lekte, gold dat als bewijs dat de boel goed waterdicht was. In latere eeuwen werd het bloed gesymboliseerd door schepen te dopen met rode wijn. Negentiende-eeuwers bedachten vervolgens dat het nog wel een tikkeltje chiquer kon. De Engelse koningin Victoria gooide geen wijn, maar een champagnefles stuk tegen cruiseschip ‘Royal Arthur’. Ook whiskey is bij doopplechtigheden gebruikt.

Zelfs tijdens de Drooglegging, toen alcohol in de VS officieel uit den boze was, bleven schepen gedoopt worden, gewoon met water dan maar. De Britse rederij White Star Line vond de hele traditie onzin en liet al haar schepen hardnekkig zonder enig ceremonieel aan het werk gaan. De ondergang van het White Star Line-cruiseschip ‘Titanic’ sterkte anderen in de gedachte dat je nieuwe schepen toch echt beter eerst kon dopen.