Maar liefst 70 goederentreinen per week moeten nu drie weken lang worden omgeleid naar andere emplacementen omdat er niet gerangeerd mag worden met gevaarlijke stoffen. Dit veroorzaakt uiteraard hinder. En het is niet het eerste probleem dat zich voordoet. Op Waalhaven Zuid dreigde een budgettekort vorig jaar al roet in het eten te gooien. En dat terwijl rangeren met gevaarlijke stoffen eerder al anderhalf jaar niet mogelijk is geweest op dit emplacement.

En nu dan weer deze situatie. De sector was al langer bekend met problemen op emplacement Maasvlakte en Waalhaven Zuid waardoor de deadline mogelijk niet gehaald zou worden. Maar ProRail heeft vervoerders ervan verzekerd dat zij door tijdelijke maatregelen geen hinder zouden ondervinden. En op Pernis zag het er volgens proRail in november nog naar uit dat al het werk op tijd afgerond kon worden.

De spoorbeheerder geeft aan dat op Pernis ‘er op dit moment nog niet aan alle elementen is voldaan om zeker te zijn dat de voorzieningen voor het bestrijden van een incident operationeel zijn’. De belangrijkste activiteiten die nog moeten worden uitgevoerd zijn het uitvoeren van tests en ‘het afpersen van leidingen’. Waarom het er ruim een maand geleden nog zo anders uitzag voor dit emplacement blijft vooralsnog onduidelijk.

Hoewel ProRail aangeeft treinen met gevaarlijke goederen ‘zo goed mogelijk om te leiden’, roept dit wel vragen op over in hoeverre deze situatie voorkomen had kunnen worden. Er valt niet te ontkennen dat dit nu alweer het zoveelste probleem is met het realiseren van de blusvoorzieningen. En dat terwijl de spoorberheerder al sinds 2020 hieraan werkt.

Feit is nu dat de sector met de gebakken peren zit en moet omgaan met de hinder die dit teweeg brengt. Terwijl er door ProRail juist benadrukt was dat de sector geen last zou ondervinden. Hoe kunnen verladers het spoor dan nog blijven zien als betrouwbare modaliteit?