In zijn kantoor op de zestiende verdieping van het World Port Centre, met riant uitzicht op een deel van zijn werkterrein en de stad, nemen we enkele grote thema’s door, waaronder de ontwikkeling van de containersector, de energietransitie, het Porthos-project voor de afvang en opslag van CO2 en de ophef over de salariëring van de directie, vooral in de Rotterdamse gemeenteraad. Opmerkelijke uitspraak: ‘Het is niet de vraag of Porthos doorgaat, maar wanneer’.
Om met die salarisrel te beginnen, voelt het niet ongemakkelijk om temidden van die ophef afscheid te nemen?‘
Aandeelhouders hebben het recht om zich uit te spreken over het gewenste beloningsbeleid. Het huidige beleid is goedgekeurd door de aandeelhouders. Bij de wisseling maken ze gebruik van de mogelijkheid om dat te evalueren en opnieuw vast te stellen. Daar heb ik geen enkele moeite mee. Ik vind het wel jammer dat er zoveel tijd overheen gaat en dat daarmee de definitieve invulling van mijn opvolging niet mogelijk is gebleken. We zijn met heel veel belangrijke dossiers bezig en daar heb je een volledige bemanning voor nodig.’
Naar buiten toe wekt het toch een rommelige indruk.
‘Ik laat de boel netjes achter. Alleen kan niet alles honderd procent worden opgepakt door de onvolledige bezetting van de directie. Dat hoor ik ook van de bedrijven uit de haven, die vinden het jammer dat dit nog niet is opgelost. Maar het ligt niet in mijn handen, ik kan aan geen enkele knop draaien. Dat zal echt door de aandeelhouders opgelost moeten worden.’
Hebben de aandeelhouders u niet gevraagd om u nog even door te gaan, zolang de kwestie van uw opvolging nog niet definitief is geregeld?
‘Nee, en dat is niet aan de orde geweest. Ik heb heel lang geleden al gezegd dat ik nu wilde stoppen en het is al twee jaar bekend dat ik nu wegga.’
En waarom per se nu?
‘Er is zoiets als het juiste moment en voor mij is dit het juiste moment. Ik word over een paar weken 65 en ben gelukkig heel fit. Ik heb ontzettend veel zin om zakelijk en maatschappelijk nuttig bezig te blijven. Als ik langer wacht, is het minder logisch dat rollen als toezichthouder of commissaris beschikbaar komen of dat ik daar nog voor een langere periode bij betrokken kan zijn. In de volgende fase van mijn carrière wil ik niet meer als executive eindverantwoordelijk zijn, maar me richten op die rol als toezichthouder. Daar moet je ook genoeg tijd aan kunnen geven, dus ik vind het heel logisch om die stap nu te maken. Ik ben daar steeds duidelijk in geweest. In januari, bij de jaarcijfers, heb ik al gezegd: ‘Nee, ik blijf niet langer’.’
In uw laatste jaar hebben drie grote spelers in de containersector contracten getekend voor de uitbreiding van terminals op de Maasvlakte, de combinatie MSC/ECT Hutchison, APM Terminals en RWG. In hoeverre is dat toeval?
‘Dat was geen toeval, dat was hard werken. Wij zijn al twee jaar geleden begonnen met het bouwen van de kades voor APMT en RWG in de overtuiging dat dit goed zou zijn voor de ontwikkeling van die terminals en voor de haven als geheel. We hebben daarmee een beperkt risico genomen omdat de huurcontracten nog niet waren getekend, maar ze hadden al wel getekend voor de technische specificaties van die kades.’
Staat de Rotterdamse containersector daarmee gesteld voor de toekomst?
‘Daar ben ik zeer positief over. Wij schatten dat er tot 2035 in Noordwest-Europa zestien miljoen teu overslagcapaciteit bij moet komen en daarvan gaan wij 50 procent, of nog iets meer, bouwen. Het is voor Rotterdam fantastisch dat we de komende twaalf jaar zoveel groei kunnen verwachten.’
De aanleg van de Container Exchange Route op de Maasvlakte, kostprijs 120 miljoen euro, is een hoofdpijndossier geworden. U heeft zo’n 25 miljoen moeten afschrijven op het mislukte traject om daar autonoom te gaan rijden. Dat moet een tegenvaller geweest zijn.
‘Ja, maar ik ben nog steeds ontzettend blij met die CER. Een jaar of zeven geleden dacht iedereen, van Tesla en Apple tot en met Ford en Volvo, dat autonoom rijden binnen afzienbare tijd gemeengoed zou worden. Dan is een afgesloten baan een heel logisch traject om dat te doen. De terminals wilden ook gelijk doorpakken, dus we hebben met elkaar die keus doelbewust gemaakt. Maar we hebben gemerkt dat het veel ingewikkelder was dan we dachten. Het probleem zat in de interface met de terminals, die allemaal eigen technische systemen hebben. Dat was te complex om met autonoom rijden te combineren. We hebben innovatie omarmd, maar zijn teruggefloten door de markt. Daar hebben we van geleerd, het Havenbedrijf is nog steeds gezond en die CER gaat er nog steeds gewoon komen.
Over naar de energietransitie, het centrale thema tijdens uw periode als ceo. Vindt u dat die snel genoeg gaat?‘
Wat zich op dat gebied afspeelt in Rotterdam is ongekend. Op deze schaal zie je dat nergens anders ter wereld en daar ben ik zeer enthousiast over. Maar als je het op nationaal, Europees of mondiaal niveau bekijkt, moet het tempo om CO2-uitstoot terug te dringen drastisch omhoog.’
Het doel is uiteindelijk een CO2-neutrale haven. Is dat eigenlijk wel haalbaar?
‘Ja, dat is haalbaar. De grote uitstotende bedrijven hebben allemaal plannen klaarliggen om vóór 2050 naar nul emissie te gaan. Dus het is mogelijk, maar dat vergt nog wel héél veel investeringen en dat je op veel borden tegelijk schaakt. Wij hebben ervoor gekozen om daarin een leidende rol te spelen en om van scenario’s naar projecten en naar de uitvoering daarvan te gaan. In die fase zitten we nu.’
Wat was het alternatief geweest?
‘Mijn grootste zorg was dat de bedrijven energietransitie en de kosten daarvan te lang als een bedreiging zouden zien. Dan zouden ze op een gegeven moment gewoon het licht moeten uitdoen, stoppen met produceren. Ik heb al in een heel vroeg stadium gezegd dat we de energietransitie en de digitalisering als een kans moesten omarmen. Door met de bedrijven in gesprek gegaan met het doel hen te ontzorgen, is er een hele positieve sfeer ontstaan. Die was er niet toen we begonnen.’
Toch denken sommigen nog steeds dat het halve havengebied over een paar decennia leeg staat.
‘Dat zien ze dan verkeerd. Rotterdam heeft een geweldige infrastructuur, zowel boven als onder de grond. Dat biedt heel veel kansen voor herontwikkeling, niet alleen voor de industriële sector maar ook voor de overslagbedrijven. Wij hebben het voor de bedrijven mogelijk gemaakt om in die transitie te investeren en daardoor zullen ze ook in de toekomst relevant blijven.’
Een andere zware kluif is het Porthos-project. De kans is niet denkbeeldig dat de Raad van State er een streep door haalt omdat bij de aanleg ervan stikstof wordt uitgestoten. Wat dan?
‘Het ligt eraan hoe de uitspraak van de Raad van State precies gaat luiden. De vraag die voorligt, is hoe significant de invloed op de natuur is van de uitstoot van ongeveer 160 ton stikstof tijdens de bouw van Porthos. Afhankelijk van die uitspraak moet er mogelijk een andere vergunning aangevraagd worden. Dan is er ook nog de ADC-toets. Hierbij geldt dat er een dwingende reden moet zijn om een project uit te voeren en dat je voor compensatie zorgt. Dat zijn alternatieve routes die we kunnen aflopen. In alle gevallen verwacht ik dat de vergunning uiteindelijk verleend zal worden en dat het project door zal gaan. Dat is natuurlijk zo als de Raad de aanleg goedkeurt, maar ook in die andere scenario’s. Alleen horen daar andere tijdslijnen bij. Het is dus niet de vraag of het project doorgaat, maar wanneer het doorgaat.
Pressiegroep MOB, die het beroep heeft ingesteld, wil Porthos gewoon van tafel hebben.
‘In onze democratie is dat hun recht. Wat ik jammer vind, is dat MOB deze route heeft ingezet, wetende dat dit slecht is voor de natuur. Het gaat om minimale stikstofdepositie, terwijl we met Porthos 200.000 ton CO2 per maand uit de atmosfeer halen.’
Wat ziet u als het grootste succes van die afgelopen negenenhalf jaar?
‘Ik vind dat het havencomplex alle crises van de afgelopen jaren goed heeft doorstaan. We zijn saamhorig geweest en we hebben elkaar vastgehouden. De positieve sfeer die er nu heerst, is er omdat we onderkennen dat de toekomst er eigenlijk heel rooskleurig uitziet en dat er heel veel te gebeuren staat. Toen ik net kwam, was alles gericht op Maasvlakte 2. Er was arbeidsonrust, er was een conflict met ECT, er was een plan voor een Russische tankterminal, waarvan we blij zijn dat we ervan af zijn. Dat is allemaal opgelost. Ik ben er het meest trots op dat er nu havenbreed een hele positieve sfeer heerst.’
U las zojuist één van de gratis premium artikelen
Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af
Bent u al abonnee?